1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 10 november 2021 te Lunteren, gemeente Ede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te
dwingen tot de afgifte van een of meer goederen naar zijn/hun, verdachtes, gading, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan doe [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader,nwelk geweld en/of welke bedreiging met geweld (onder meer) hierin bestond(en)
- zakelijk weergegeven - dat verdachte(n),
- op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] af is/zijn gelopen en/of
- ( hierbij) een mes heeft/hebben getoond en/of op korte afstand en/of in de richting gehouden van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- ( daarbij) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hebben gezegd dat hij/zij, verdachten, hen op hun bek gaan slaan en/of dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hun tassen leeg moeten maken en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- met voornoemd mes, althans met een soortgelijk voorwerp, een of meer stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting en/of tegen de heup, althans het lichaam van die [slachtoffer 4] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
hij op of omstreeks 10 november 2021 te Lunteren, gemeente Ede, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer goederen naar zijn/hun, verdachtes, gading, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde(n), te weten aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (onder meer) hierin bestond(en) - zakelijkweergegeven - dat verdachte(n),
- op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] af is/zijn gelopen en/of
- ( hierbij) een mes heeft/hebben getoond en/of op korte afstand en/of in de richting gehouden van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- ( daarbij) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hebben gezegd dat hij/zij, verdachten, hen op hun bek gaan slaan en/of dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hun tassen leeg moeten maken en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
- met voornoemd mes, althans met een soortgelijk voorwerp, een of meer stekende bewegingen heeft/hebben gemaakt in de richting en/of tegen de heup, althans het lichaam van die [slachtoffer 4] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 10 november 2021 te Lunteren, gemeente Ede openlijk, te weten, op of aan de Stationsstraat en/of ter hoogte van het station, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , door met dat opzet
- op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] af te lopen en/of
- ( hierbij) een mes te tonen en/of op korte afstand en/of in de richting te houden van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of
- ( daarbij) tegen voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] te zeggen dat hij/zij, verdachten, hen op hun bek gaan slaan en/of dat die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] hun tassen leeg moeten maken en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- met voornoemd mes, althans met een soortgelijk voorwerp, een of meer stekende bewegingen te maken in de richting en/of tegen de heup, althans het lichaam van die [slachtoffer 4] ,;
2.
hij op of omstreeks 14 november 2021 te Arnhem, althans in Nederland, een ambtenaar, [slachtoffer 5] (arrestantenbewaarder), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer 5] meermalen, althans eenmaal (met kracht)
in het gezicht te slaan en/of te stompen;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 november 2021 tot en met 14 november 2021 te Arnhem, althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk (de muur van) een cel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Politie Eenheid [district] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij op of omstreeks 14 november 2021 te Arnhem opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 5] , arrestantenbewaarder bij politie Eenheid [district] en/of [slachtoffer 6] , arrestantenbewaarder bij politie Eenheid [district] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en/of "sukkeltjes" en/of "kankersukkels" en/of "kankermongolen", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten. Daarbij heeft de officier van justitie opgemerkt dat zij van mening is dat de onder 1 ten laste gelegde poging tot afpersing en poging tot diefstal met geweld ten aanzien van [slachtoffer 4] niet kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft ten aanzien van de feiten 1 en 4 bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
Ten aanzien van onder 1 het primair ten laste gelegde feit is het nooit de intentie van verdachte geweest om goederen weg te nemen met het oogmerk die zich wederrechtelijk toe te eigenen, dan wel zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen. Er zijn geen goederen afgenomen. De raadsvrouw heeft gesteld dat daarom niet kan worden bewezen dat door geweld en/of bedreiging met geweld een ander is gedwongen tot afgifte van enig goed. Evenmin kan volgens de raadsvouw worden bewezen dat er sprake is geweest van geweld en/of bedreiging met geweld om het bezit van de gestolen goederen te verzekeren, nu geen goederen zijn afgenomen. Verdachte heeft geen bedreigende uitlatingen gedaan. Hij heeft de aangevers niet bedreigd met het mes om de aangevers van hun spullen te beroven. Gelet op de tegenstrijdigheden in de verklaringen van aangevers kan niet worden vastgesteld of verdachte stekende bewegingen met het mes heeft gemaakt dan wel dat hij geprobeerd heeft [slachtoffer 4] te steken. Ten slotte heeft de raadsvrouw gesteld dat niet kan worden gesproken van medeplegen.
Ten aanzien van feit 4 heeft verdachte ontkend beide arrestantenverzorgers te hebben beledigd. Hij zou enkel hebben gezegd; ‘je praat kanker veel’.
Voor wat betreft de feiten 2 en 3 heeft de raadsvrouw van verdachte zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte verklaarde ter terechtzitting van 11 juli 2022 dat hij op 10 november 2021 samen met een vriend in de trein zat en woorden kreeg met een van de aangevers. Verdachte en zijn vriend zijn samen met aangevers op station Lunteren uitgestapt. Verdachte was de kleinere jongen ten opzichte van zijn vriend. Na het incident met aangevers is verdachte weggeregend. Hij heeft in een greppel gelegen.
Aangever [slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat hij op 10 november 2021 omstreeks
19:53 uur samen met zijn vrienden [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in de trein zat vanaf Ede richting Lunteren. In de trein zaten twee meiden die [slachtoffer 1] van gezicht kende. Ook zaten er twee jongens in de trein die opmerkingen maakten in de richting van de twee meiden. Door de jongens werd gezegd: "
kom hier zitten dames en neuk mij". [slachtoffer 3] wilde voor de meiden opkomen en reageerde hierop. Eén van de jongens liep naar [slachtoffer 3] toe, ging voor [slachtoffer 3] staan en zei: "
wat zei je, wat zei je?". [slachtoffer 3] zei:
"dat soort dingen kan je natuurlijk niet tegen meiden zegen". Eén van de jongens reageerde daarop:
"jij gaat zien, jij gaat zien"en ging weer terug naar zijn vriend. De jongens zeiden tegen elkaar:
"die jongens krijgen wij nog wel te pakken". Op station Lunteren stapten aangever en zijn vrienden uit de trein. De jongens stapten ook uit de trein. [slachtoffer 1] wist dat de jongens eigenlijk met de trein naar Barneveld moesten, want dat had [slachtoffer 1] hen horen zeggen. Toch stapten de jongens in Lunteren uit, om het conflict op te zoeken. [slachtoffer 1] merkte toen al dat het uit de hand zou gaan lopen en appte daarom [slachtoffer 4] of hij kon komen. De jongens zeiden dat zij hen op hun bek gingen slaan en dat [slachtoffer 1] zijn rugtas moest leegmaken, zodat zij de spullen van [slachtoffer 1] konden meenemen. Ook [slachtoffer 2] moest zijn rugzak leegmaken van de jongens. Op dat moment kwam [slachtoffer 4] aanlopen. De jongens zeiden dat ze [slachtoffer 4] erbuiten zouden houden, omdat hij er niets mee te maken had. [slachtoffer 1] maakte toen zijn rugtas leeg, waar een speaker in zat ter waarde van € 150. De jongens hebben niets meegenomen, omdat [slachtoffer 2] op dat moment de politie ging bellen. De kleinere jongen (de rechtbank leest: verdachte) benaderde [slachtoffer 2] van achteren en gaf hem een stoot op zijn achterhoofd. Verdachte haalde vol uit met zijn rechtervuist en [slachtoffer 2] kwam op de grond terecht. Toen pakte [slachtoffer 4] verdachte bij zijn nek in een houdgreep. Verdachte trok toen een mes uit zijn broekzak. Het was een vrij groot mes en de beschermhoes zat er nog omheen. Verdachte probeerde met het mes met beschermhoes tegen de heup van [slachtoffer 4] te steken. Verdachte maakte een stekende beweging richting [slachtoffer 4] . De jongens gingen vervolgens tegenover [slachtoffer 1] staan. Eén van de jongens maakte zwaaibewegingen in de lucht met het mes.
Aangever [slachtoffer 3] heeft bij de politie verklaard dat hij op 10 november samen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in de trein zat. Een coupé voor hen zaten twee meiden en een coupé achter hen zaten twee mannen. Deze mannen waren voortdurend verbaal vervelend richting de meiden. Het taalgebruik werd steeds extremer. [slachtoffer 3] riep:
"loop er heen of hou je bek".Beide mannen kwamen gelijk op hen af. Vanaf dat moment ontstond de agressie. Persoon 1 (de rechtbank leest: verdachte) was redelijk klein en persoon 2 was een stuk langer. Aangevers stapten in Lunteren uit de trein en liepen het perron op. [slachtoffer 3] zag dat de twee jongens achter hen aanliepen en zeiden
"jullie gaan klappen krijgen, ik ga jullie pakken!".Verdachte was voortdurend op zoek naar een confrontatie. Hij liep achter aangevers aan en riep:
"ik ga jullie beroven, ik ga jullie pakken".Aangevers gingen met z'n drieën in het glazen hokje op het perron zitten. De jongens gingen toen dicht op hen staan. Verdachte tilde zijn trui op en liet een groot mes, zeker 25 cm, in zijn broeksband zien. [slachtoffer 3] zag een groot handvat en onder het handvat een snijoppervlakte. Verdachte riep:
"ik wil al jullie waardevolle spullen, anders steek ik jullie neer, doe je dat niet dan heb je 25 cm in je donder".Dit kwam zeer bedreigend over. [slachtoffer 3] had echt het gevoel dat verdachte hen ging neersteken. Verdachte keek erg agressief uit zijn ogen. Op dat moment kwam [slachtoffer 4] erbij. Verdachte riep meerdere keren erg dwingend dat [slachtoffer 3] , [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hun waardevolle spullen moesten afstaan en hij liet hierbij meerdere keren het mes in zijn broeksband zien. [slachtoffer 2] belde de politie. Op dat moment sloeg verdachte met gebalde vuist [slachtoffer 2] vol in zijn gezicht. [slachtoffer 2] viel op de grond. [slachtoffer 4] pakte verdachte vast. Zij kwamen ten val, waardoor op de grond een soort worsteling ontstond. Door de worsteling viel het mes op de grond. Verdachte probeerde het mes te pakken. [slachtoffer 3] dook half op het mes en er ontstond een worsteling tussen hem en verdachte om het mes. [slachtoffer 3] kon het mes wegduwen en rende weg.
Aangever [slachtoffer 2] heeft bij de politie verklaard dat hij op 10 november 2021 samen met zijn vrienden in de trein richting Lunteren zat. Er werden twee meiden lastig gevallen door twee mannen. De ene persoon was kleiner (de rechtbank leest: verdachte) en de andere persoon was langer. [slachtoffer 2] stapte samen met zijn vrienden op station Lunteren uit de trein en de twee personen kwamen achter hen aan. De jongens zeiden dat ze wilden vechten. Vervolgens liet verdachte voortdurend een mes, dat in zijn broeksband zat, zien. Verdachte zei:
"ik wil jullie spullen hebben anders ga ik jullie steken".[slachtoffer 2] wilde de politie bellen, omdat hij bang was dat hij beroofd zou worden en omdat het echt een groot mes was. Op het moment dat [slachtoffer 2] zijn telefoon vastpakte en aan zijn oor zette om 112 te bellen, kreeg hij van verdachte een harde klap in zijn gezicht. [slachtoffer 2] ging knock-out naar de grond en voelde hevige pijn rond zijn gezicht en linker kaak. Zijn gezicht begon te kloppen en al snel werd alles dik.
Aangever [slachtoffer 4] heeft bij de politie verklaard dat hij op 10 november 2021 omstreeks 20.00 uur een appbericht van [slachtoffer 1] kreeg. [slachtoffer 4] ging daarop naar zijn vrienden toe. Hij hoorde dat jongens tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] zeiden dat ze hun waardevolle spullen uit hun tassen moesten halen. Eén van de jongens deed zijn jas omhoog en liet een mes zien dat hij in zijn broekzak had. [slachtoffer 2] wilde de politie bellen. Eén van de jongens sloeg [slachtoffer 2] op zijn hoofd, [slachtoffer 2] viel om en kwam op de grond terecht. [slachtoffer 4] pakte die jongen van achteren bij zijn nek vast en trok hem naar de grond. [slachtoffer 4] had de jongen in een houdgreep. De jongen maakte zich los, kwam overeind en trok toen het mes. Hij begon met het mes te zwaaien in de lucht. Op dat moment zijn [slachtoffer 4] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] weggerend.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 10 november 2021 samen met een vriend aan het fietsen was. Op dat moment kreeg zijn vriend een persbericht van een overval op het station in Lunteren. Ongeveer een kwartier later zagen ze twee jonge mannen in een afwateringsgreppel. De mannen stonden op en liepen weg over de Boslaan. [getuige 1] en zijn vriend fietsten achter hen aan. Kort daarna werden de verdachten aangehouden. Toen de mannen werden aangehouden, hoorden [getuige 1] en zijn vriend dat er sprake zou zijn van een mes. Ze zijn daarom direct daarna teruggefietst naar de plek waar de twee mannen hadden gezeten. Op die plek lag een groot mes in een leren hoes. De lengte van het lemmet was ongeveer 30 cm.
Uit een proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat de verbalisant op een door [getuige 1] aangewezen plaats een mes zag liggen van ongeveer veertig centimeter lang.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte zich door het bovenstaande feitencomplex zowel schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing als aan een poging tot diefstal. Verdachte heeft tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] gezegd dat hij hun waardevolle spullen wilde hebben. Hij heeft daarbij een mes getoond en aangegeven dat hij de aangevers anders zou steken. Op het moment dat aangever [slachtoffer 2] de politie wilde bellen, heeft hij [slachtoffer 2] geslagen. De rechtbank is daarom van oordeel dat verdachte heeft geprobeerd door het toegepaste geweld, de mondelinge bedreigingen en bedreiging met een mes, aangevers, [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te dwingen om de inhoud van hun tassen aan hem af te geven. Naar het oordeel van de rechtbank stond het toegepaste geweld en de dreiging met geweld ook ten dienste van de poging tot diefstal, nu de verdachte hierdoor heeft geprobeerd de diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken.
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsvrouw van oordeel dat uit de bovengenoemde handelingen geen poging afpersing of diefstal kan worden bewezen ten aanzien van (goederen van) [slachtoffer 4] . Hiervan zal verdachte partieel worden vrijgesproken.
Medeplegen
Met de raadsvrouw van verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte de feiten heeft begaan tezamen en in vereniging met een ander. Uit het dossier kan niet worden afgeleid dat de vriend van verdachte de intentie heeft gehad om goederen weg te nemen. Zo verklaart één van de aangevers dat de kleinere jongen zei
“ik ga jullie beroven, ik ga jullie pakken”en dat de langere jongen toen tegen de kleinere jongen zei
“nee man, dat gaat we niet doen".Ook verklaart hij dat de langere jongen er maar een beetje bij stond en niet zoveel deed. De vriend van verdachte was er wel bij, heeft zich niet gedistantieerd en heeft één van de aangevers een klap gegeven. De rechtbank is echter van oordeel dat dit onvoldoende is voor een nauwe en bewuste samenwerking bij de poging afpersing en poging diefstal met geweld.
De rechtbank zal verdachte dan ook van dit gedeelte van de tenlastelegging vrijspreken.
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , p. 97 en 98;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 juli 2022.
Beoordeling door de rechtbank
De verdachte verklaarde ter terechtzitting van 11 juli 2022 dat hij op 14 november 2021 in de politiecel te Arnhem zat. Hij heeft uit verveling met een muntje van 50 cent teksten in de muur gekrast.
Aangeefster [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij op 13 november 2021 werkzaam was als arrestantenverzorgster in het arrestantencomplex te Arnhem. Zij had verdachte omstreeks
19:30 uur eten in zijn politiecel gebracht en de muur achter zijn bed was onbeschadigd.
Op 14 november 2021 omstreeks 19.30 uur zag zij op de wand een aantal teksten geschreven staan:
‘6 kanker dagen hier gezeten, en praten is straf vragen’. Op de vraag waarom hij dat gedaan, antwoordde verdachte:
"ik verveel me, wat moet ik hier anders doen"De cel moet opnieuw geschuurd en geschilderd worden.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte zich door het bovenstaande feitencomplex schuldig gemaakt aan het beschadigen van de politiecel. Dat de schade aan de muur zou zijn hersteld doordat verdachte de teksten met water en wc-papier weg zou hebben gehaald, zoals hij ter zitting heeft verklaard, acht de rechtbank niet aannemelijk. Door aangeefster is verklaard dat de politiecel geschuurd en geschilderd moet worden. De rechtbank acht dit een logisch gevolg door het bekrassen van de muur met een muntje.
De rechtbank acht het onder 3 tenlastegelegde feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangeefster [slachtoffer 5] heeft verklaard dat zij op 14 november 2021 met collega [slachtoffer 6] de politiecel inging om foto’s te maken van de beschadigingen aan de muur. Verdachte reageerde erg opgefokt. Ze hoorde hem zeggen:
"ik heb niks gedaan, jullie zijn kankerlijers, kankermongolen",en nog vele gelijksoortige uitspraken. [slachtoffer 5] voelde zich door deze uitlatingen in haar goede naam en eer aangetast en voelde zich beledigd. Terwijl [slachtoffer 6] foto’s maakte was verdachte hem aan het provoceren. Verdachte zei:
"kom dan, ik ben niet bang voor jullie, sukkeltjes, ik sla jullie".
De getuige [slachtoffer 6] heeft verklaard dat hij op 14 november 2021 aan het werk was als assistent beveiliging B in het arrestantencomplex te Arnhem. Op het moment dat hij met [slachtoffer 5] foto’s ging maken in de politiecel van verdachte werd verdachte naar [slachtoffer 6] heel provocerend. Verdachte zei tegen [slachtoffer 6] :
"sukkeltjes, kankerlijers, kom dan ik ben niet bang voor jullie, ik sla jullie".
Op grond van het bovenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] door verdachte zijn beledigd. Beiden verklaren dat verdachte de tenlastegelegde woorden heeft geuit en niet zoals verdachte heeft gezegd – ‘jullie praten kanker veel’. Om die reden gaat de rechtbank uit van de hierboven opgenomen verklaringen.
3. De bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks10 november 2021 te Lunteren, gemeente Ede
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte
en/of zijn mededader(s)voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]te dwingen tot de afgifte van
een of meergoederen naar zijn
/hun, verdachtes, gading,
in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel
of ten deleaan die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]toebehoorden
, in elk geval aan (een) ander(en) dan aan verdachte en/of zijn mededader,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld
(onder meer
)hierin bestond
(en
)-zakelijk weergegeven- dat verdachte
(n),
- op die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]af is
/zijngelopen en
/of
-
(hierbij)een mes heeft
/hebbengetoond en
/ofop korte afstand en
/ofin de richting gehouden van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]en
/of
-
(daarbij
)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]heeft gezegd dat hij
/zij,verdachte
n, hen op hun bek gaat slaan en
/ofdat die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]hun tassen leeg moeten maken en
/of
- die [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd
en/of het lichaamheeft
/hebbengeslagen
en/of gestompten
/of
- met voornoemd mes,
althans met een soortgelijk voorwerp, een of meerstekende bewegingen heeft
/hebbengemaakt in de richting en
/oftegen de heup
, althans het lichaamvan
die[slachtoffer 4] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
hij op
of omstreeks10 november 2021 te Lunteren, gemeente Ede,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een of meer goederen naar zijn
/hun, verdachtes, gading,
in elk geval enig(e) goed(eren),dat
/die
geheel of ten deleaan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededadertoebehoorde
(n), te weten aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4], weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen
en/of te doen volgen van gewelden
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4], te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld (onder meer) hierin bestond
(en
)–zakelijk weergegeven- dat verdachte
(n),
- op die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]af is
/zijngelopen en
/of
-
(hierbij)een mes heeft
/hebbengetoond en
/ofop korte afstand en
/ofin de richting gehouden van die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]en
/of
-
(daarbij
)tegen voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]heeft gezegd dat hij
/zij, verdachte
n, hen op hun bek gaat slaan en
/ofdat die [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 3]
en/of [slachtoffer 4]hun tassen leeg moeten maken en
/of
- die [slachtoffer 2]
en/of [slachtoffer 4] meermalen, althans eenmaal, op/tegen het hoofd
en/of het lichaamheeft
/hebbengeslagen
en/of gestompten
/of
- met voornoemd mes,
althans met een soortgelijk voorwerp, een of meerstekende bewegingen heeft
/hebbengemaakt in de richting en
/oftegen de heup,
althans het lichaamvan die [slachtoffer 4] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op
of omstreeks14 november 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,een ambtenaar, [slachtoffer 5] (arrestantenbewaarder), gedurende en
/ofterzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door die [slachtoffer 5]
meermalen, althanseenmaal
(met kracht
)
in het gezicht te slaan
en/of te stompen;
3.
hij
op een of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 13 november 2021 tot en met 14 november 2021 te Arnhem,
althans in Nederland,opzettelijk en wederrechtelijk (de muur van) een cel,
in elk geval enig goed,dat
/die geheel of ten deleaan Politie Eenheid [district] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij op
of omstreeks14 november 2021 te Arnhem opzettelijk een ambtenaar, te weten [slachtoffer 5] , arrestantenbewaarder bij politie Eenheid [district] en
/of[slachtoffer 6] , arrestantenbewaarder bij politie Eenheid [district] , gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, mondeling
heeft beledigd, door hem/haar de woorden toe te voegen: "kankerlijers" en
/of"sukkeltjes" en
/of"kankersukkels" en
/of"kankermongolen",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.