Op het urenoverzicht staan in de periode van 17 juni tot oktober 2019 bouwplaats bezoeken in de weken 33, 36, 37, 38, 39 en 40. Hoewel voorstelbaar is dat na het stilliggen van de bouw gedurende een aantal maanden meer bouwplaatsbezoeken nodig zijn om de voortgang van de werkzaamheden te controleren en te coördineren, zal de rechtbank het aantal uren schatten op 2 uren per bouwplaatsbezoek, omdat minder tijdsbesteding per bezoek dan zou moeten kunnen volstaan (vergelijk 2.8).
Juni 2019:op het urenoverzicht staat op 17 juni 2019 een afspraak van 2 uren op de [adres] zonder nummervermelding. [gedaagden] heeft aangevoerd dat deze afspraak zowel op [adres] als [adres] betrekking kan hebben. Dit kan een afspraak zijn die (ook) nummer [huisnummer] betreft. Daarom neemt de rechtbank 1 uur mee in de schatting voor de maand juni.
Juli 2019:in week 28 heeft [eiseres] afspraken gehad met [naam bedrijf] en met [naam loodgietersbedrijf] in [plaatsnaam] van in totaal 5 uren en 30 minuten. [gedaagden] heeft deze afspraken niet concreet betwist. Wel heeft [gedaagden] aangevoerd dat deze aannemers zowel op [adres] 199 als 201 werkzaam zijn geweest. Daarom zal de rechtbank het aantal uren voor juli 2019 schatten op 2 uren en 45 minuten, omdat aannemelijk is dat over beide projecten is gesproken.
Augustus 2019: hierna vermeldt het urenoverzicht ‘vakantie’. Op 12 augustus 2019 heeft [eiseres] aan [gedaagden] geappt: “
Hoi Ben weer aan het werk, gauw maar weer afspreken! Zijn jullie woensdag thuis?”. In week 32 is volgens [eiseres] 2 uren besteed aan ‘detail planning’. Hierop is geen concreet commentaar gekomen van [gedaagden] en deze activiteit komt de rechtbank aannemelijk voor. Hiervoor wordt 1 uur en 30 minuten geschat. In week 33 staat een bouwplaatsbezoek vermeld, zodat de tijdsbesteding in augustus 2019 wordt geschat op totaal 3 uren en 30 minuten.
September 2019: wat betreft ‘electra doornemen met installateur’ (2 uren en 30 minuten) op 2 september 2019 voert [gedaagden] aan dat het elektra op dat moment reeds geruime tijd gereed was en er geen noodzaak bestond om dat nog door te nemen, terwijl [gedaagden] de bouwbegeleiding al had overgedragen aan [naam bouwbegeleider] .
Volgens het financiële overzicht d.d. 19 september 2019 (productie 14 van [eiseres] ) was 65% van de bekabeling buitenverlichting gemonteerd. De elektra was dus nog niet gereed. Bovendien kan [gedaagden] niet eenzijdig de bouwbegeleiding aan [naam bouwbegeleider] overdragen, nog daargelaten dat [naam loodgietersbedrijf] heeft verklaard dat [naam bouwbegeleider] geen bouwbegeleiding heeft gedaan. De rechtbank schat de tijdsbesteding op 1 uur en 30 minuten.
Wat betreft ‘afspraak [naam bouwbegeleider] bouwplaats 3 sept’ vermeldt de schermafbeelding van de telefoon: ‘ [naam bouwbegeleider] [adres] ’ met daaronder ‘08:00 – 10:00’. De rechtbank schat de tijdsbesteding van [eiseres] op 1 uur en 30 minuten.
Wat betreft ‘bouwplaats bezoek, vensterbanken’ (3 uren) op 5 september 2019 vermeldt de schermafbeelding van de telefoon: ‘Vensterbanken’ met daaronder ‘08:00 – 9:00. [gedaagden] heeft toegelicht dat hij in ruil voor eikengebinten die [gedaagden] aan [eiseres] heeft gegeven, van [eiseres] een aantal leistenen vloerdelen heeft ontvangen, waarvan [gedaagden] vervolgens vensterbanken heeft gemaakt. Het ging dus in feite alleen over het afleveren van de vensterbanken. Omdat de betreffende uren samenvallen met een bouwplaatsbezoek schat de rechtbank voor het afleveren van de vensterbanken geen extra tijdsbesteding en is het in de tijdsbesteding van het bouwplaatsbezoek in week 36 van 2 uren meegeteld.
Wat betreft ‘opstellingstekening maken installatie ruimte’ (2 uren, kantoor) op 10 september 2019 heeft [gedaagden] geen concreet verweer gevoerd. Een tijdsbesteding van 1 uur en 30 minuten komt de rechtbank aannemelijk voor.
Voor het bouwplaatsbezoek in week 37 wordt 2 uren tijdsbesteding in de schatting betrokken.
Wat betreft ‘afstemming werkzaamheden loodgieter en [naam bedrijf] ’ (4 uren) op 17 september 2019 (week 38) vermeldt de schermafbeelding van de telefoon een afspraak met [naam bedrijf] van 9.00 – 10.00 en ‘ [adres] [naam installatiebedrijf] ’ van 11.00 – 12.00. De tijdsbesteding voor deze werkzaamheden wordt samen geschat op 3 uren.
Wat betreft ‘coördinatie gaten door bestaande fundering’ (2 uren, kantoor) op 20 september 2019 heeft [gedaagden] geen concreet verweer gevoerd. Dit aantal uren komt de rechtbank aannemelijk voor tegen de achtergrond van de uitgevoerde graafwerkzaamheden voor de riolering (productie 14 van [eiseres] ).
Wat betreft ‘bouwplaats bezoek’ (3 uren) en ‘pelletkachel afst./montage/opstelruimte’ (3 uren) op 25 en 26 september 2019 (week 39) ontbreekt de toelichtende productie 8e. Uit de schermafbeelding van de telefoon blijkt dat op 25 september vanaf 8.00 tot 26 september 2019 om 9.00 uur afspraken zijn genoteerd inzake de montage van de pelletkachel. Het bouwplaats bezoek is in week 39 op 2 uren geschat. De tijdsbesteding van [eiseres] voor de pelletkachel worden geschat op 2 uren.
Wat betreft ‘detail begroting maken’ (2 uren en 30 minuten) en ‘financiële bespreking’ (2 uren en 30 minuten) is uit de gespreksgeschiedenis van 12 september 2019 kenbaar dat [gedaagden] zich zorgen maakt of niet over het beschikbare budget wordt heengegaan. Daarop maakt [eiseres] op 16 september 2019 kenbaar dat hij met de financiële stand van zaken bezig is. Dit resulteert in het financieel overzicht van 19 september 2019 (productie 14) en de daarop volgende correspondentie (productie 15 tot en met 17). Tegen deze posten heeft [gedaagden] geen concreet bezwaar gemaakt. De rechtbank schat de tijdsbesteding voor de werkzaamheden samen totaal op 4 uren.
Wat betreft ‘stalen balk constructie afstemmen tussen constructeur en aannemer’ heeft [gedaagden] aangevoerd dat de woning van [gedaagden] geen stalenbalkconstructie heeft en er ook geen constructeur is ingeschakeld. Dat was wel het geval bij de buren, aldus [gedaagden] Dat de woning van [gedaagden] geen stalenbalkconstructie heeft, acht de rechtbank niet aannemelijk gelet op het financieel overzicht van 19 september 2019, waarop bij de werkzaamheden van [naam bouwbegeleider] staat genoteerd: ‘Doorbraak woning stalen balk monteren en afgipsen’ en bij materiaal: ‘stalen balk en lateien boven doorbraak’. [eiseres] heeft hiervoor niet apart uren geschreven en de werkzaamheden laten samenvallen met het bouwplaatsbezoek in week 40, waarvoor de rechtbank 2 uren tijdsbesteding heeft geschat.
De tijdsbesteding in september 2019 wordt geschat op 24 uren.
Oktober 2019: wat betreft ‘afstemming werkzaamheden loodgieter pelletkachel [naam installatiebedrijf] (boiler levering loodgieter aansluiten pelletkachel door [naam installatiebedrijf] schoorsteen afstemmen)’ (4 uren, kantoor) heeft [gedaagden] aangevoerd dat de installateur van [naam installatiebedrijf] een kleine dag aanwezig is geweest voor de installatie en [eiseres] de uren niet deugdelijk heeft onderbouwd.
Dat afstemming nodig is tussen de loodgieter in verband met de boiler en de installateur van de pelletkachel die beide van de schoorsteen gebruik willen maken is aannemelijk. Dat daarvoor 4 uren zijn besteed komt echter minder aannemelijk voor. Gesteld wordt dat de tijdsbesteding op kantoor is geweest. Dat verklaart dat geen schermafbeelding van de agenda in de telefoon beschikbaar is. De rechtbank schat de tijdsbesteding op 2 uren.
Wat betreft ‘aanpassingen in bestaand woongedeelte’ (2 uren en 30 minuten) heeft [gedaagden] geen concreet commentaar gegeven, zodat de rechtbank deze werkzaamheden schat op 2 uren.
Wat betreft ‘opleveren met [naam bedrijf] ’ op 9 oktober 2019 (3 uren 30 minuten) heeft [gedaagden] het verweer gevoerd dat nimmer is opgeleverd en [gedaagden] daarom geen eindafrekening met meer- en minderwerk heeft ontvangen.
Het laatste argument van [gedaagden] snijdt geen hout. Uit coulance heeft [naam bedrijf] een aantal extra werkzaamheden niet in rekening gebracht bij [gedaagden] Voorts is het niet ongebruikelijk dat ten overstaan van de bouwbegeleider de oplevering plaatsvindt. De schermafbeelding van de telefoon vermeldt op 9 oktober 2019 ‘ [naam bedrijf] oplevering punten’ met daaronder ‘08.00 – 09.00’. Op dezelfde dag en tijd vermeldt de schermafbeelding van de telefoon de volgende afspraken: [naam loodgietersbedrijf] verwarming en Kozijnen [plaatsnaam] . Hiervan is niet duidelijk of deze samenhangen met [adres] . Daarom schat de rechtbank de tijdsbesteding op 1 uur.
In oktober wordt de tijdsbesteding totaal geschat op 5 uren.
November 2019:wat betreft de bespreking van [eiseres] met [gedaagden] op 6 november 2019 (3 uren en 30 minuten) blijkt uit de gespreksgeschiedenis van 2 november 2019 dat [gedaagden] aan [eiseres] schrijft: “
Wij kunnen woensdagmorgen van 9 tot uiterlijk half 11 voor een afspraak.” De schermafbeelding van de telefoon vermeldt op 6 november een afspraak ‘ [gedaagde 1] en [gedaagde 2] [adres] ’ met daaronder ‘09.00 – 11.00’. De rechtbank zal de tijdsbesteding voor de afspraak schatten op 1 uur en 30 minuten.