10.De beslissing
spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren;
beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
gelast dat verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd;
bepaalt dat deze maatregel niet gemaximeerd is;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 1.919,49 aan materiële schade en € 17.500,00 aan affectieschade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 514,29;
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 1] een bedrag te betalen van € 19.419,49 aan materiële schade/affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 132 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van € 1.919,49 aan materiële schade en € 17.500,00 aan affectieschade vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op € 514,29;
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] een bedrag te betalen van € 19.419,49 aan materiële schade/affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 132 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
verklaart de benadeelde partij [benadeelde 3] niet-ontvankelijk in de vordering tot affectieschade;
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde 4] van € 4.500,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde 4] een bedrag te betalen van € 4.500,00 aan materiële schade/affectieschade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 augustus 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 55 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
verklaart de benadeelde partij voor het overige deel niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.S.M. van Bergen, voorzitter, mr. D.R. Sonneveldt en mr. J.M. Graat, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 2 augustus 2022.