ECLI:NL:RBGEL:2022:405

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 januari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
C/05/387237 / HZ ZA 21-150
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en bestuurdersaansprakelijkheid bij aandelenoverdracht van Compact Lodge

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland geoordeeld over een geschil tussen Slimbouwen Groep B.V. en Columbius Holding B.V. enerzijds en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] anderzijds, met betrekking tot de overdracht van aandelen in de vennootschap Compact Lodge Recreatiewoningen B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie], als bestuurder van de verkopende vennootschap, opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt en essentiële informatie heeft verzwegen, wat heeft geleid tot een onrechtmatige daad. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] persoonlijk aansprakelijk is voor de schade die Slimbouwen c.s. heeft geleden, die is vastgesteld op € 827.474,40, te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook de beslagkosten en proceskosten toegewezen aan Slimbouwen c.s. en de vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] afgewezen. De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheidsverplichting van bestuurders bij het verstrekken van informatie aan aandeelhouders en de gevolgen van het niet naleven daarvan.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaaknummer / rolnummer: C/05/387237 / HZ ZA 21-150
Vonnis van 26 januari 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SLIMBOUWEN GROEP B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
COLUMBIUS HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseressen in conventie,
verweersters in reconventie,
advocaten mr. T.P.M.D. Jansen en mr. D.I.J. Snijders te 's-Hertogenbosch,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaten mr. B.H.M. Harbers en mr. M. van Bindsbergen te Doetinchem.
Partijen zullen hierna Slimbouwen, Columbius en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] genoemd worden. Eisers zullen samen Slimbouwen c.s. worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 22 september 2021
  • de akte eiswijziging alsmede houdende overlegging producties van Slimbouwen c.s.
  • de akte houdende overlegging producties van Slimbouwen c.s.
  • de akte indiening producties tevens vermeerdering eis in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 8 november 2021
  • de spreekaantekeningen van Slimbouwen c.s.
  • de spreekaantekeningen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is bestuurder en aandeelhouder geweest van de besloten vennootschap Compact Lodge Recreatiewoningen B.V. (hierna: Compact Lodge). Deze vennootschap is opgericht in maart 2018 en heeft als activiteit het produceren en verkopen van voorgefabriceerde recreatiewoningen.
2.2.
In augustus 2019 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de besloten vennootschap Karakter Vastgoed B.V. (hierna: Karakter Vastgoed) opgericht. Door middel van deze vennootschap wilde [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gaan investeren in onroerend goed.
2.3.
Op 26 juni 2020 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de besloten vennootschap Intermensink Holding B.V. (hierna: Intermensink) opgericht. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is enig aandeelhouder en bestuurder van Intermensink.
2.4.
Kort na de oprichting van Intermensink heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn aandelen in Compact Lodge overgedragen aan Intermensink.
2.5.
In november 2020 zijn de aandelen in Compact Lodge te koop aangeboden.
2.6.
Slimbouwen c.s. had interesse in de koop van de aandelen van Compact Lodge.
Slimbouwen heeft daarbij opgetreden als investeerder en Columbius als “buy-in manager”.
2.7.
Na e-mailcontact heeft Slimbouwen op 9 december 2020 de eerste “verkoop dataset” ontvangen, waarbij onder meer de jaarrekeningen 2018 en 2019, de cijfers tot en met oktober 2020 en de begroting 2021 waren gevoegd.
2.8.
Partijen hebben vervolgens besprekingen gevoerd en onderhandeld over de koopprijs. Op of omstreeks 20 december 2020 is door partijen een intentieovereenkomst ondertekend, waarin de intentie tot koop van in totaal 85 % van de aandelen is opgenomen.
2.9.
Slimbouwen c.s. heeft vervolgens een due diligence-onderzoek gedaan, waarvoor [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] informatie heeft aangeleverd.
2.10.
Op 15 januari 2021 hebben Slimbouwen c.s. en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] namens Intermensink de overeenkomst tot koop en verkoop van aandelen (hierna: de overeenkomst) ondertekend, waarbij 70 % van de aandelen in Compact Lodge aan Slimbouwen is verkocht en 15 % van de aandelen aan Columbius. Slimbouwen heeft een bedrag van € 648.550,00 voor de aandelen betaald en Columbius een bedrag van € 138.975,00.
2.11.
In de overeenkomst zijn verschillende garanties en vrijwaringen ten behoeve van Slimbouwen c.s. opgenomen. Artikel 5 van de overeenkomst (getiteld “
De Garanties)vermeldt daarover onder meer het volgende:

5.1. De verkoper garandeert aan de Kopers dat de Garanties op de datum van ondertekening van deze Overeenkomst en de Overdrachtsdatum ieder afzonderlijk en gezamenlijk juist en niet misleidend zijn.
(...)
5.3.
Aan de Verkoper zijn geen feiten of omstandigheden bekend die niet in deze Overeenkomst aan Kopers ter kennis zijn gebracht en waarvan moet worden aangenomen dat de kennisneming daarvan door Kopers van invloed zou zijn geweest op de bereidheid van Kopers om de Aandelen te kopen, de hoogte van de Koopprijs en/of de bepalingen, voorwaarden, Garanties en vrijwaringen als vervat in deze Overeenkomst.
(...)
Artikel 6 van de overeenkomst (getiteld “
Inbreuken”) houdt onder meer het volgende in:

6.1. In geval van een inbreuk op enige door Verkoper verstrekte Garantie, als bedoeld in artikel 5.1 (...) of ingeval van een tekortkoming in de nakoming door Verkoper van enige andere verplichting uit hoofde van deze Overeenkomst, zal Verkoper Kopers met in achtneming van artikel 5.4 schadeloos stellen (...).
6.2.
De aan Verkoper toe te rekenen schade ten gevolge van een Inbreuk of tekortkoming in de nakoming van enige andere verplichting uit hoofde van deze Overeenkomst (...) wordt hierbij vastgesteld op het bedrag dat nodig is om Kopers, - of naar keuze van Kopers, de Vennootschap - in de positie te brengen die zou hebben bestaan indien geen sprake zou zijn geweest van de desbetreffende Inbreuk of tekortkoming.
(...)
6.8.
De aansprakelijkheid van Verkoper met betrekking tot Inbreuken zal een bedrag gelijk aan10 % van de Koopprijs niet te boven gaan, met dien verstande dat deze beperking van aansprakelijkheid niet van toepassing is op de Garanties opgenomen inBijlage 1onder de kopjes “Vennootschap” en “Aandelen”, waarvoor geldt dat de aansprakelijkheid van Verkoper ingeval van een Inbreuk een bedrag gelijk aan de Koopprijs niet te boven zal gaan.
(...)
In artikel 7 (getiteld “
Vrijwaringen”) is onder meer het volgende opgenomen:

7.1 Verkoper vrijwaart Koper en de Vennootschap voor alle schade, claims, kosten, verplichtingen en overige aansprakelijkheden samenhangend met, of voortvloeiend uit, en zal de Koper en de Vennootschap volledig schadeloosstellen voor:
(...)
d. aanspraken voortvloeiende uit productaansprakelijkheid, in het bijzonder met betrekking tot de gespecificeerde klanten uit de vragenlijst “Vragen [naam 1] en [naam 2] , 4 januari 2021”van 6 januari 2021 onder punt 8, toegevoegd onderBijlage 5, aangaande de tot en met de Overdrachtsdatum opgeleverde woningen, waarbij schade het bedrag van EUR 2.000 overschrijdt, en met een maximum van EUR 80.000.
In Bijlage 1 van de overeenkomst zijn de garanties opgenomen. Hierin staat onder meer het volgende:

3. Balans en Jaarrekening
3.1
De Verstrekte informatie bevat de Jaarrekening. De Jaarrekening en de daarin opgenomen balans en winst en verliesrekening is op consistente wijze opgesteld op basis van bestendige gedragslijnen zoals deze in de voorafgaande jaren in en door de Vennootschap werd gehanteerd, in overeenstemming met de wet en de in Nederland algemeen aanvaarde normen voor balanswaardering, resultaatsbepaling en verdere financiële verslaggeving, en geeft een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van de Vennootschap per ultimo 2019 en oktober 2020 en het resultaat van de Vennootschap over 2019 en januari t/m oktober 2020.
(...)
3.4
De Vennootschap heeft haar boekhouding – waaronder de fiscale administratie – steeds gevoerd in overeenstemming met de toepasselijke wettelijke voorschriften. De administratie van de Vennootschap is op juiste en adequate wijze bijgehouden.
(...)
5. Belastingen
5.1
Alle Belastingen die de vennootschap verschuldigd is betreffende enig tijdvak voorafgaande aan de Overdrachtsdatum zijn conform de wettelijke voorschriften steeds tijdig en volledig ingehouden en/of voldaan.
(...)
6. Bedrijfsvoering sedert Balansdatum
6.1
In de periode vanaf de Balansdatum tot de Overdrachtsdatum heeft de Vennootschap haar bedrijfsvoering op de gebruikelijke wijze, consistent met het verleden, voorgezet, en is er niet anders dan in de normale uitoefening van het bedrijf beschikt over de Activa van de Vennootschap, noch is de Vennootschap anders dan in de normale uitoefening van het bedrijf verplichtingen aangegaan. In de financiële, commerciële en vermogenspositie van de Vennootschap heeft zich sedert de Balansdatum geen nadelige wijziging voorgedaan.
(...)
2.12.
De heer [bestuurder Columbius] (hierna: [bestuurder Columbius] ), bestuurder van Columbius, is vanaf
15 januari 2021 bestuurder van Compact Lodge. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is eind februari 2021 uitgeschreven als bestuurder van Compact Lodge.
2.13.
In de periode daarna zijn er tussen Slimbouwen c.s. en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geschillen ontstaan met betrekking tot de cijfers van Compact Lodge en gebreken in door Compact Lodge gebouwde woningen.
2.14.
Op 8 februari 2021 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een e-mailbericht gestuurd aan Slimbouwen c.s. In het e-mailbericht wordt een persoon genoemd, [werknemer Cifrax] . Dit is de heer [werknemer Cifrax] (hierna: [werknemer Cifrax] ), werkzaam bij Cifrax Bedrijfsadvisering, die de jaarrekening 2020 van Compact Lodge heeft opgesteld. Het e-mailbericht houdt onder meer het volgende in:

Ik heb vanmiddag kort gesproken met [werknemer Cifrax] . Hij heeft de laatste zaken voor 2020 ingeklopt om een jaarrekening op te maken. Ik ben hier erg van geschrokken en wil dit dan ook direct aan jullie melden. [werknemer Cifrax] komt namelijk op dit moment op een uiteindelijk verlies uit van 80 Duizend euro. Dit terwijl de tussentijdse opmaak nog op + 134 stond.
Ik ben hier zeer van geschrokken. Hij geeft aan dat er waarschijnlijk meer omzet en te weinig inkoop facturen in de 31-10 balans zitten en in de laatste 2 maanden, is er juist weer andersom, dus weinig omzet ( meer tijd nodig voor projecten + uitstel naar 2021) en is er een flink aantal inkoopfacturen binnengekomen.
Ik hield zelf al rekening met het feit dat er 50-60K van de winst af zou gaan, omdat we flink meer personeel hebben de laatste maanden(+investering voor 2021), en we dus in verhouding ook weinig orders hebben afgerond in het 4e kwartaal. Maar dat het zo uitpakt, slaat in als een bom.
(...)
2.15.
Bij voormeld e-mailbericht heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een notitie meegestuurd waarin hij uitleg geeft over het margeverschil over het boekjaar 2020. Deze notitie houdt onder meer het volgende in:

(...)
1 Verkeerde inkoop/marge ingezet door [werknemer Cifrax] .
[werknemer Cifrax] heeft de inkoop en marge omgedraaid. Hierdoor is de marge op 55% komen te staan en de inkoop op 45%. (...) Hierdoor zijn de cijfers tot 31-10 te rooskleurig omdat er 13% extra op de marge staat i.p.v. inkoop. Dit zorg voor een megaverschil van 13% over 1.525.000 =€ 198.250,-Conclusie hieruit is dat de stand van zaken per 31-10 geen+ 134.000had moeten zijn, maar een min van -€ 64.250,-

2.Personeel

Er is veel geïnvesteerd in o.a. extra personeel (...).
Deze investering omvat o.a.:
Tbv Groei 2021:
(...)
Totaal investering extra personeel 2020 € 51.936,-
Tbv opvang/grote vd orders:
Daarbij blijkt dat de totale personeelskosten voor 2020 met 200K gestegen zijn t.o.v. 2019. Terwijl de omzet ook “maar” met 200K is gegroeid. Dit komt met name door de toename van grote orders. Hier is meer personeel voor nodig geweest! Uitgaand van 2 mensen in het laatste halfjaar, komt dit op een extra kostenpost vancirca € 42.000

3.Upgrade

Verder is halverwege het jaar geïnvesteerd in de vernieuwde constructie en isolatie (conform bouwbesluit 2020!) waardoor de brutomarge van reeds bestaande orders 1-2% (In 1e instantie geschat: ) lager uitgekomen is. (...)
Totaal verlies over 9 orders = 886.500 x 0,015 =€ 13.300 indicatie margeverlies
Werkelijk verliesis zeker 2000 euro per order, dus totaal€ 18.000,-

4.Uitloop/uitstel orders

Door het uitlopen van verschillende orders, missen we over nov/dec een flink stuk omzet.
(...)
Indicatie margeverlies: ?

5.Restant rekening courant

Er is afgesproken dat de rekening courant afgeboekt zal worden. Euro 8500 is door [naam 1] betaald als zekere prive zaken. De overige 20.000 is weg geboekt in 2020.
Margeverlies € 20.000,-

6.Verrekening 2019

Er is een verrekening van 39.725 van facturen uit 2019, die in 2020 geboekt zijn (...). Dit geeft een groot verlies van marge in 2020!
Margeverlies € 39.725

7.Vooruit gefactureerde omzet (aanbetalingen)

Er is in 1e instantie rekening gehouden met 33% vd factuurwaarde die als omzet geboekt kan worden (evenredig aan gedane arbeid/kosten) , maar dit moet zeker 50% zijn. ( of nog meer?) De voorbereiding / verkoop kosten van o.a. personeel (...) zijn in de 33% niet voldoende meegenomen, maar moeten wel worden berekend. Het verschil tussen de 33% en 50% zal worden aangepast, zodat het resultaat verbeterd.
Extra marge € 47.500
Mijn eindconclusie is dat als ik bovenstaande bedragen optel, er voor dik 219.000 “verklaarbaar” is. Als ik hier de -85.000 ( volgens WV 8 feb) afhaal, dan kom ik weer uit op een plus van 130/135K die we eigenlijk zouden draaien. Dit klopt dan redelijk met de 1e begroting.
Neemt niet weg dat er fouten zijn gemaakt en dat er goed gekeken moet worden naar 2021.
(...)
Verder vindt ik het belangrijk om te benadrukken dat zowel [werknemer Cifrax] als ik altijd correct en oprecht hebben gehandeld en dat er absoluut geen sprake is van kwade opzet. Ik vindt het heel vervelend dat de cijfers van 31-10 geen goed beeld gaven van de werkelijkheid. Ik ben hier uiteraard persoonlijk verantwoordelijk voor en zal deze verantwoordelijkheid ook nemen.
(...)
2.16.
Tussen 2019 en begin 2021 zijn er door eigenaren van de recreatiewoningen bij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] meldingen gedaan van lekkages en vochtproblemen in de woningen.
2.17.
Bij e-mailbericht van 26 januari 2021 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] Slimbouwen c.s. medegedeeld dat er problemen waren met de vloerverwarming in de woningen. In zijn e-mailbericht schrijft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het volgende:

(...) Er waren een tweetal meldingen (...) over vloerverwarrming die niet meer werkte.
We zijn ter plaatse gegaan en na veel gezoek, hebben we (van verschillende leveranciers) begrepen, dat wij onze vloerverwarming niet correct hebben aangesloten. We hebben de verschillende stroken doorgelust en dat is niet goed, omdat de bedrading dan te warm kan worden. Dit is dus echt een serieus probleem, waar we gigantisch van balen. We hebben dit nog niet eerder gehad, maar het kan geen toeval zijn dat dit nu op 2 plekken gebeurd. (...)
Dat we dit voor deze probleemgevallen moeten oplossen is geen discussie, maar we moeten dus ook gaan kijken
Of we dit uit voorzorg bij andere woningen gaan doen(risico analyse). Dit gaat dan flink in de kosten lopen. Daar sta ik uiteraard ook voor garant, maar het is wel buitengewoon zonde van het tijdsverlies. (...)
2.18.
In opdracht van Compact Lodge heeft Barg Bouwkundig Advies onderzoek verricht naar de ventilatie in de recreatiewoningen. In het rapport van Barg Bouwkundig Advies is onder meer opgenomen dat uit inspectie is gebleken dat er recreatiewoningen zijn die niet voldoende zijn voorzien van ventilatievoorzieningen en dat dat (een deel van) de problemen kan veroorzaken.
2.19.
In maart 2021 heeft Slimbouwen c.s. de heer [naam 3] van Joanknecht CFFR B.V. (hierna: Joanknecht) opdracht gegeven om een analyse uit te voeren van de resultaatontwikkeling van Compact Lodge alsmede een analyse uit te voeren naar de administratieve organisatie tegen de achtergrond van de daarvoor bestaande gebruiken en boekhoudprincipes.
2.20.
Bij brief van 15 maart 2021 heeft de advocaat van Slimbouwen c.s. Intermensink en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] als bestuurder aansprakelijk gesteld voor de schade die Slimbouwen c.s. heeft geleden als gevolg van het onjuist en onvolledig informeren omtrent de financiële status van Compact Lodge alsmede over klachten van/geschillen met klanten van Compact Lodge.
2.21.
In maart en april 2021 heeft Slimbouwen c.s., na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, conservatoir (derden)beslag laten leggen op de volgende goederen:
  • bankrekeningen van Intermensink en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • een vordering van Intermensink op [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] (€ 50.000,00)
  • aandelen Karakter Vastgoed
  • de auto (Audi RS6) van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • een op de derdengeldrekening van Notaris Blankestijn te Zelhem gestort bedrag ten behoeve van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
2.22.
Op 2 april 2021 is Slimbouwen c.s. een procedure tegen Intermensink gestart bij het Nederlands Arbitrage Instituut (hierna: NAI).
2.23.
Bij brief van 8 april 2021 heeft de advocaat van Slimbouwen c.s. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in privé aansprakelijk gesteld voor de schade die Slimbouwen stelt te hebben geleden.
2.24.
Op 19 april 2021 is Compact Lodge failliet verklaard.
2.25.
Op 23 juli 2021 heeft Joanknecht een (eerste) rapport uitgebracht, waarin diverse tekortkomingen in de administratieve organisatie van Compact Lodge worden benoemd.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
Slimbouwen vordert – na wijziging van eis – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
primair:
1. voor recht zal verklaren dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] opzettelijk informatie heeft verzwegen en onjuiste informatie heeft verstrekt aan Slimbouwen c.s., uit het oogpunt zichzelf hiermede te bevoordelen, en dat hierbij sprake is van bedrog en/of misleiding,
2. voor recht zal verklaren dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld, door het verzwijgen van informatie en het geven van onjuiste informatie waarvoor hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden gemaakt,
3. voor de geleden schade in verband met het geen inzage hebben gegeven in de echte financiële toestand van Compact Lodge: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de schade geleden door Compact Lodge, te begroten op het faillissementstekort met een minimum van € 827.474,40 binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
4. voor de geleden schade in verband met de verzwegen gebreken in de montage van de vloerverwarming alsmede de vochtproblematiek: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de schade geleden door Slimbouwen c.s. ten bedrage van € 93.000,00 althans een minimum van € 91.854,15 binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
subsidiair:
5. voor de geleden schade in verband met het geen inzage hebben gegeven in de echte financiële toestand van Compact Lodge: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de schade geleden door Slimbouwen c.s. ten bedrage van € 827.474,40, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
6. voor de geleden schade in verband met de verzwegen gebreken in de montage van de vloerverwarming alsmede de vochtproblematiek: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de schade van Compact Lodge ten bedrage van € 91.854,15, althans een in goede justitie te betalen bedrag, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
meer subsidiair:
7. voor de geleden schade in verband met het geen inzage hebben gegeven in de echte financiële toestand van Compact Lodge: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van
€ 92.650,00, althans € 78.752,50, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, conform de beperking van aansprakelijkheid in de overeenkomst, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
8. voor de geleden schade in verband met de verzwegen gebreken in de montage van de vloerverwarming: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van € 92.650,00, althans
€ 78.752,50, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, conform de beperking van aansprakelijkheid in de overeenkomst, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
9. voor de geleden schade in verband met de verzwegen gebreken in verband met de vochtproblematiek: [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van € 92.650,00, althans
€ 78.752,50, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, conform de beperking van aansprakelijkheid in de overeenkomst, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis,
primair en subsidiair:
10. alle voormelde gevorderde bedragen te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 15 januari 2021, althans 1 april 2021, althans 8 april 2021, althans de dag van het instellen van de procedure, althans een in goede justitie te bepalen dag, tot de dag van algehele voldoening,
11. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 6.775,00, althans een in goede justitie te bepalen bedrag,
12. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen tot betaling van de daadwerkelijke kosten van het beslag, begroot op € 23.720,59, althans een in goede justitie te bepalen bedrag,
13. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal veroordelen in de kosten van dit geding en in de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis en – voor het geval dat voloening van deze kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente daarover vanaf de veertiende dag na dagtekening van het te wijzen vonnis.
3.2.
Slimbouwen c.s. legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft bewust essentiële informatie verzwegen voor Slimbouwen c.s. en onjuiste informatie verschaft, voor eigen financieel gewin. De jaarcijfers (tot en met oktober 2020) die getoond zijn voorafgaand aan de aandelentransactie waren niet correct. Aan Slimbouwen is een winstgevende onderneming gepresenteerd, maar een verlieslijdende onderneming verkocht. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft erkend dat er een fout is gemaakt in de cijfers tot en met oktober 2020, maar heeft ook zijn boekhouder opdracht gegeven om de “cijfers op te leuken” voor de verkoop. Daarnaast heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de boekhouder opdracht gegeven van consistente boekhoudprincipes af te stappen en is misleidend en ongeoorloofd geschoven met facturen om de cijfers er, met het oog op de verkoop, beter uit te laten zien. Ook heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] Slimbouwen c.s. niet geïnformeerd dat er aanwijzingen waren dat er sprake was van geldnood binnen Compact Lodge waren en dat uitstel van betaling van vennootschapsbelasting was aangevraagd op 22 december 2020.
Slimbouwen c.s. is er verder na het sluiten van de overeenkomst mee bekend geworden dat de woningen die door Compact Lodge waren gebouwd, uitgevoerd waren met gebrekkige vloerverwarming en dat er in de woningen ernstige vochtproblemen bestonden. Deze problemen bestonden al voor het sluiten van de overeenkomst en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] kende deze problemen, maar heeft Slimbouwen c.s. hiervan niet op de hoogte gesteld voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst.
Het handelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is persoonlijk ernstig verwijtbaar en onrechtmatig jegens Slimbouwen c.s. Door het onrechtmatig handelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft Slimbouwen c.s. de aandelen gekocht tegen een veel te hoge koopprijs. De onderneming was gezien de financiële situatie feitelijk niets waard en Slimbouwen c.s. heeft tijd en geld geïnvesteerd in de onderneming met niet voorzienbare en niet ingecalculeerde (herstel)werkzaamheden.
Slimbouwen c.s. heeft daardoor schade geleden, waarvoor [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] persoonlijk aansprakelijk is.
De schade bestaat uit de volgende posten. De waarde van de onderneming is negatief, waardoor de schade door het tonen van misleidende tussentijdse cijfers minimaal de door Slimbouwen c.s. betaalde koopsom bedraagt, te weten € 787.525,00. Daarnaast heeft Slimbouwen c.s. Joanknecht ingeschakeld voor het vaststellen van de schade. Zij heeft twee rapporten uitgebracht. De kosten hiervoor bedragen € 39.949,40. Opgeteld bedraagt het schadebedrag dat voortvloeit uit het verzwijgen van de juiste jaarcijfers en het onjuist informeren over de financiële toestand van Compact Lodge dus minimaal € 827.474,40.
Met betrekking tot de vloerverwarmings- en vochtproblemen is Intermensink op grond van artikel 6 van de overeenkomst als verkoper gehouden tot het schadeloosstellen van Slimbouwen c.s. als koper. Op grond van artikel 6.2. van de overeenkomst dient de schade van Slimbouwen c.s. en de schade die Compact Lodge heeft geleden te worden vergoed. Zonder de (verzwijging van de) gebreken in de woningen was Compact Lodge niet failliet gegaan. Intermensink dient dus het gehele faillissementstekort aan Slimbouwen c.s. te vergoeden. Het bedrag hiervan is nog niet bekend. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is ook persoonlijk aansprakelijk voor deze schade. Verder bestaat de schade van Compact Lodge uit de kosten voor de herstelwerkzaamheden en kosten ter vaststelling van de schade (ingeschakelde deskundigen), welke minimaal € 91.854,15 bedragen.
De schade van Slimbouwen c.s. betreft het bedrag van een verstrekte lening aan Compact Lodge van € 75.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente van € 3.000,00, een bedrag van € 15.000,00 wegens door [bestuurder Columbius] verrichte werkzaamheden en een nog vast te stellen post voor facturen van ingeschakelde deskundigen. Vooralsnog wordt deze schade van Compact Lodge en Slimbouwen c.s. begroot op totaal € 93.000,00 + PM (nog nader vast te stellen schade). [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient verder de de wettelijke handelsrente zoals bepaald in artikel 6 van de overeenkomst te betalen en ook de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van
€ 6.775,00. De kosten van de gelegde beslagen van in totaal € 23.720,59 moet [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ook betalen aan Slimbouwen c.s.
3.3.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert verweer. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] concludeert dat Slimbouwen c.s. niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar vorderingen, althans dat die vorderingen moeten worden afgewezen, met veroordeling van Slimbouwen c.s., uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert – na wijziging van eis – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Slimbouwen c.s. zal veroordelen:
1. tot betaling aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van € 37.891,74, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 april 2021 over het bedrag van € 26.097,90 en te vermeerderen met de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betaalde beslagkosten van € 80,00 per maand, te vermeerderen met de wettelijke rente bij niet tijdige betaling,
2. tot opheffing van de beslagen gelegd onder [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] privé, althans op vermogensbestanddelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] privé, binnen veertien dagen na het te wijzen vonnis, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Slimbouwen c.s. niet aan het vonnis voldoet,
3. tot betaling aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van een bedrag van € 1.153,92 aan buitengerechtelijke kosten,
4. in de kosten van de procedure,
5. in de nakosten indien Slimbouwen c.s. niet binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis vrijwillig aan het vonnis voldoet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na de datum van het te wijzen vonnis.
3.6.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat de beslagen onterecht en onrechtmatig zijn gelegd. De vorderingen van Slimbouwen c.s. jegens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] privé moeten worden afgewezen, waardoor de beslagen dienen te worden opgeheven. Verder heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat de gelegde beslagen op alle bezittingen van Intermensink en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] privé disproportioneel zijn en slechts gedaan met het doel om druk uit te oefenen. Intermensink heeft ook vervangende zekerheid geboden voor de verplichtingen op grond van de overeenkomst, maar op dat aanbod heeft Slimbouwen c.s. niet gereageerd. Slimbouwen c.s. heeft verder niet voldaan aan de substantiëringsplicht, doordat zij in de beslagrekesten de feiten niet volledig en/of volledig naar waarheid naar voren heeft gebracht.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft schade geleden als gevolg van de beslagleggingen. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] had een perceel grond aangekocht, dat hij zou doorleveren op grond van een reeds gesloten koop-/verkoopovereenkomst. Daarmee zou hij een opbrengst van € 26.097,90 realiseren, welk bedrag hij door de beslaglegging is misgelopen. Ook heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tevergeefs notariskosten gemaakt ten bedrage van € 1.181,76 als gevolg van het niet doorgaan van de grondaankoop en € 372,08 in verband met het niet kunnen opstarten van een nieuwe vennootschap door de beslagleggingen. Verder moet [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] € 80,00 per maand aan de bank betalen als gevolg van de beslaglegging ten laste van hem in privé. Daarnaast maakt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aanspraak op een bedrag van € 10.000,00 in verband met schending van zijn privacy.
Het schadebedrag moet worden vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 april 2021 – de datum waarop [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de grond zou aankopen en weer verkopen – en met de oplopende beslagkosten van € 80,00 per maand. Ook is Slimbouwen c.s. de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.153,92 verschuldigd.
3.7.
Slimbouwen c.s. voert verweer. Slimbouwen c.s. concludeert dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vorderingen, althans dat die vorderingen moeten worden afgewezen, en – subsidiair – dat de vorderingen worden toegewezen zonder het te wijzen vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, met veroordeling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en in de nakosten, beide te vermeerderen met de wettelijke rente indien de kosten niet binnen veertien dagen na de datum van het te wijzen vonnis zijn betaald.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
Arbitrageprocedure
4.1.
Slimbouwen c.s. heeft zich op het standpunt gesteld dat eerst de uitspraak in de procedure bij het NAI moet worden afgewacht, om tegenstrijdige oordelen te voorkomen.
In het vonnis in incident van 21 juli 2021 is geoordeeld dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen partij is bij het arbitragebeding – dat is namelijk overeengekomen tussen Slimbouwen c.s. en Intermensink – en dat de rechtbank bevoegd is om over het onderhavige geschil te oordelen. Hoewel niet uit te sluiten valt dat uiteindelijk wellicht inhoudelijk tegenstrijdige beslissingen volgen, bestaat geen grond om de uitspraak van het NAI af te wachten, omdat er geen arbitrageovereenkomst bestaat tussen Slimbouwen c.s. en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en dus de gewone rechter bevoegd is in dit geschil.
Bestuurdersaansprakelijkheid of onrechtmatige daad?
4.2.
In deze procedure is onderwerp van geschil of [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] persoonlijk aansprakelijk te houden is voor de door Slimbouwen c.s. gevorderde schade uit hoofde van onrechtmatige daad en/of bestuurdersaansprakelijkheid. Vooropgesteld wordt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bestuurder is van Intermensink, de vennootschap die de aandelen in Compact Lodge heeft verkocht aan Slimbouwen c.s. Uitgangspunt bij situaties waarin een vennootschap jegens een derde haar (contractuele of wettelijke) verplichtingen niet nakomt is dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor de door de derde geleden schade. Onder omstandigheden kan een bestuurder ook aansprakelijk zijn. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de situatie waarin de bestuurder wordt verweten dat door zijn onbehoorlijke taakuitoefening de rechtspersoon in strijd heeft gehandeld met een op haar rustende zorgvuldigheidsverplichting, en anderzijds de situatie dat de bestuurder heeft gehandeld in strijd met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsnorm. In het eerste geval is voor aansprakelijkheid vereist dat aan de bestuurder persoonlijk een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt. Voor de andere vorm van aansprakelijkheid – die berust op een, van zijn taakuitoefening als bestuurder, losstaande zorgvuldigheidsnorm – gelden de gewone regels van onrechtmatige daad. In het bijzonder is dan niet vereist dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt, ook niet als zijn handelen tevens als een gedraging van de vennootschap waarvan hij bestuurder is, kan worden aangemerkt. (HR 23 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5881 (Spaanse Villa) en HR 5 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2628 (Tulip Air).
4.3.
Vooropgesteld wordt dat het persoonlijk handelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van belang is bij de beoordeling in de onderhavige zaak. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] handelde eerst vanuit zijn eenmanszaak. Onbetwist is immers dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de vennootschap Intermensink heeft opgericht met het oog op de aandelentransactie. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft zijn aandelen in Compact Lodge overgedragen aan Intermensink met het doel om de aandelen via die vennootschap te verkopen. Er waren verder geen activiteiten binnen Intermensink en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] was degene die feitelijk de zeggenschap had en de aandelentransactie uitvoerde. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] was op de hoogte van de (financiële) situatie van Intermensink en Compact Lodge. Gelet hierop is het persoonlijk handelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van groot belang bij de beoordeling.
4.4.
Van belang is voorts dat Slimbouwen c.s. als koper aandeelhouder is van Compact Lodge, zodat tevens aan de orde dient te komen in hoeverre sprake is van onrechtmatig handelen jegens Slimbouwen c.s. als aandeelhouder.
Onjuiste jaarcijfers
4.5.
De koopsom van de aandelen van Compact Lodge is gebaseerd op de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gepresenteerde gemiddelde winst over 2019 (€ 128.000), de voorlopige cijfers tot en met oktober 2020 (€ 150.000,00) en de verwachte winst over 2021 (€ 334.300,00) x factor 4,66. Deze factor is tussen partijen overeengekomen. Voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst zijn de cijfers van Compact Lodge tot en met oktober 2020 verstrekt aan Slimbouwen c.s. Boekhouder [werknemer Cifrax] heeft het rapport met de cijfers tot en met oktober 2020 opgesteld op basis van de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] verstrekte (financiële) gegevens. In dit rapport is een bedrijfsresultaat opgenomen van € 134.569,00. In de later door [werknemer Cifrax] opgestelde concept jaarrekening 2020, die op 9 februari 2021 naar Slimbouwen c.s. is gestuurd, is een negatief bedrijfsresultaat vermeld van -/- € 103.054,00.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft erkend dat de jaarcijfers die voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst aan Slimbouwen c.s. zijn getoond, onjuist waren. Hij heeft aangevoerd dat dit kwam omdat abusievelijk de indicatieve percentages van de posten inkoop en marge waren omgedraaid en dat het percentage van de meegenomen omzet uit de vooruitbetaalde facturen niet meer representatief was, maar dat van opzettelijk onjuist of onvolledig informeren met betrekking tot de cijfers geen sprake was. De rechtbank gaat hier niet in mee en is van oordeel dat er wel sprake is van het bewust verstrekken van onvolledige en onjuiste informatie door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Dit blijkt uit het volgende.
4.5.1.
In zijn e-mailbericht van 8 februari 2021 aan Slimbouwen c.s. (zie hiervoor onder 2.14.) maakt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] melding van het verschil in de gepresenteerde cijfers tot en met oktober 2020 en de jaarcijfers over (geheel) 2020. In de cijfers tot en met oktober 2020 zijn door de boekhouder de percentages van de inkoop- en margecijfers omgedraaid, waardoor het verschil in het bedrijfsresultaat € 198.250,00 negatiever uitviel. Ten aanzien van dit punt is niet gesteld of gebleken dat sprake is van opzet bij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Wel is dit een fout die heeft geleid tot een verkeerde weergave van de cijfers, waarop de koopsom is gebaseerd. In de notitie die [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij voormeld e-mailbericht heeft meegestuurd, erkent [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ook dat de cijfers tot en met oktober 2020 geen goed beeld gaven van de werkelijkheid.
4.5.2.
Van belang is verder dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn boekhouder in november 2020 heeft gevraagd om de cijfers van 2020 zo goed mogelijk uit te laten komen en om termijnfacturen (deels) ten gunste van de omzet te laten komen (productie 31 Slimbouwen c.s.). De boekhouder heeft aan dat verzoek voldaan en termijnfacturen van lopende projecten in de cijfers ten gunste van de omzet gebracht. Hiermee heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de periode voorafgaand aan de overdracht van de aandelen andere boekhoudkundige regels gehanteerd, om zo de cijfers gunstiger te laten uitkomen.
Op grond van artikel 2:10 BW dient de boekhouding van een zodanig niveau te zijn dat men snel inzicht kan krijgen in de debiteuren- en crediteurenpositie op enig moment en deze posities en de stand van de liquiditeiten gezien de aard en omvang van de onderneming een redelijk inzicht geven in de vermogenspositie. Het inzicht moet ook voldoende betrouwbaar zijn. In het door Joanknecht uitgebrachte rapport (productie 25 Slimbouwen c.s.) is opgenomen dat de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gehanteerde werkwijze niet juist is volgens boekhoudkundige gebruiken en dat een termijnfactuur geen resultaateffect dient te hebben. Joanknecht meldt in haar rapport op dit punt ook het volgende (pagina 13):

Door andere boekhoudregels dan voorheen toe te passen (en, zoals hierna volgt, op onjuiste wijze en niet passend bij de aard van de administratie van Compact Lodge B.V.) bij het opstellen van de tussentijdse cijfers voor de verkoop, werden de cijfers een stuk positiever dan ze zouden zijn geweest bij het hanteren van de boekhoudregels die tot dat moment werden gebruikt. Daarnaast wordt deze gewijzigde verwerkingswijze niet toegelicht in de betreffende rapporten (Tussentijds bericht respectievelijk concept jaarrekeningen).
Door de cijfers op deze wijze te presenteren heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] opzettelijk de cijfers positiever laten uitkomen dan op grond van de boekhoudkundige regels toegestaan was. Dit is in strijd met de voormelde boekhoudplicht in artikel 2:10 BW.
4.6.
Slimbouwen c.s. heeft verder gesteld dat er in de administratie van Compact Lodge een achterstand was in de verwerking van inkoopfacturen. Joanknecht meldt in haar rapport ten aanzien van dit punt dat volgens mededeling van [werknemer Cifrax] in de cijfers tot met oktober 2020 voor een bedrag van bijna € 200.000,00 aan inkoopfacturen ontbraken, waardoor de cijfers onjuist en veel te positief waren (productie 45, pagina 23 Slimbouwen c.s.).
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft op dit punt aangevoerd dat het niet ging om een bedrag van € 200.000,00 aan inkoopfacturen dat niet was ingeboekt, maar om een bedrag van maximaal
€ 80.000,00 aan openstaande inkoopfacturen dat niet was meegenomen in de cijfers. Gemiddeld bedroeg het totaal aan inkoopfacturen € 70.000,00 volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft ter zitting verklaard dat hij was vergeten om de map met de inkoopfacturen naar de boekhouder te sturen, waardoor de betreffende openstaande facturen niet zijn ingeboekt. Hoewel [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft betwist dat hij de inkoopfacturen met opzet heeft achtergehouden, staat vast dat hij de (financiële) administratie van Compact Lodge deed, dat hij wist dat de inkoopfacturen in een aparte map zaten en dat hij deze gegevens niet heeft verstrekt aan de boekhouder. Daar komt bij dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de boekhouder in zijn e-mailbericht van
5 november 2020 (productie 31 Slimbouwen c.s.) heeft gemeld dat hij met het oog op een mogelijke verkoop de cijfers van 2020 zo goed mogelijk wilde laten uitkomen en daardoor vooruitbetaalde kosten (inkoop) in het resultaat zou willen meenemen. Hieruit blijkt dat hij bewust de cijfers positiever wilde voorspiegelen. Daarnaast mocht van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] worden verwacht dat hij de kopers van de aandelen op zijn minst had medegedeeld dat aan inkoopfacturen gemiddeld € 70.000,00 open stond, omdat dit van invloed is op het bedrijfsresultaat. Doordat dit is nagelaten, heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ook op dit punt willens en wetens de cijfers positiever voorgesteld dan zij in werkelijkheid waren.
4.7.
Met betrekking tot de kostenstijging die in 2020 plaatsvond binnen de onderneming had [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] naar het oordeel van de rechtbank ook een mededeling moeten doen aan Slimbouwen. In zijn e-mailbericht van 8 februari 2021 heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangegeven dat hij zelf al rekening hield met het feit dat er “
50-60K van de winst zou afgaan” omdat er flink meer personeel was aangenomen in de laatste maanden. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] verklaard dat er meer personeel nodig was omdat er in de loop van 2020 meer semi-permanente woningen in plaats van recreatieve woningen werden verkocht, waardoor de kosten omhoog gingen. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] wist dat door de deze verandering in het bedrijfsconcept van Compact Lodge de kosten waren gestegen en nog zouden stijgen. Ook ten aanzien van de kosten wist [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dus dat de gepretendeerde cijfers onjuist waren. De wijziging in de kostenstructuur van de onderneming had [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voorafgaand aan de koop aan Slimbouwen c.s. moeten mededelen.
4.8.
Vast staat verder dat Slimbouwen c.s. door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet op de hoogte is gesteld van het verzoek om uitstel van betaling van vennootschapsbelasting dat [werknemer Cifrax] namens Compact Lodge op 22 december 2020 bij de belastingdienst had gedaan, twee dagen na het ondertekenen van de intentieovereenkomst. Dit duidt erop dat de financiële situatie van Compact Lodge niet goed was. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] had Slimbouwen c.s. moeten melden dat dit verzoek om uitstel was gedaan.
Gebreken woningen
4.9.
Slimbouwen c.s. heeft gesteld dat zij alleen op de hoogte is gesteld van nazorg/servicewerkzaamheden bij vier woningen en dat zij pas na het sluiten van de overeenkomst bekend werd met ernstige bouwfouten. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft het verweer gevoerd dat Slimbouwen c.s. voor het sluiten van de overeenkomst op de hoogte is gesteld van de bestaande vochtproblemen en dat het ten tijde van het due diligence-onderzoek zeven of acht woningen betrof, waar nog servicewerkzaamheden op dat punt uitgevoerd moesten worden. De problematiek ten aanzien van de vloerverwarming voor de aandelenoverdracht was volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij hem niet bekend.
4.10.
De rechtbank overweegt als volgt. In bijlage 5, vragen 1.9 en 1.10 van de overeenkomst (productie 3 van Slimbouwenc.s.) is ter gelegenheid van het due diligence-onderzoek door Slimbouwen c.s. gevraagd naar klachten van en/of geschillen met klanten van Compact Lodge. In bijlage 4, pagina 3 van de overeenkomst is onder 8. met betrekking tot nazorg bij vijf klanten ( [klant 1] , [klant 2] , [klant 3] , [klant 4] en [klant 5] ) door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangegeven dat daar nog werkzaamheden moesten worden verricht. De weergegeven klachten bij deze klanten betroffen waterslagen ( [klant 1] ), onder meer dak en platen vervangen ( [klant 2] ), buitenverf en kapjes binnendeuren ( [klant 3] ), vervangen plafond ( [klant 4] ) en daklekkage ( [klant 5] ).
4.11.
Met betrekking tot de vochtproblematiek heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat uit een
e-mailbericht van de heer [directeur/aandeelhouder Slimbouwen] , directeur/aandeelhouder van Slimbouwen, van 19 december 2020 (productie 7 van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ) blijkt dat Slimbouwen c.s. bekend was met de vochtproblemen in de woningen. In dit e-mailbericht heeft [directeur/aandeelhouder Slimbouwen] onder meer het volgende geschreven: “
We hebben nu eenmaal kennis van mogelijke gebreken – door jullie ook aangekaart tijdens de 1e kennismaking – maar kunnen niet inschatten hoe groot eventuele schade wordt mocht het onverhoopt een staartje krijgen.
Uit dit e-mailbericht blijkt niet op welke gebreken [directeur/aandeelhouder Slimbouwen] doelt en evenmin dat het ging om andere klachten dan de reeds bekende klachten van de in de vorige alinea genoemde klanten. Dat aan Slimbouwen c.s. voorafgaand aan de overeenkomst melding is gemaakt van nog meer klachten over vochtproblemen dan van deze vijf klanten is door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet, althans onvoldoende onderbouwd. Uit de door Slimbouwen c.s. overgelegde producties blijkt echter dat er meer klanten waren die vochtproblemen hadden gemeld bij [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Slimbouwen c.s. heeft als productie 19 afbeeldingen overgelegd van WhatsApp-berichten van 10 maart 2020 en 6 januari 2021 van een klant, de heer [klant 6] , met foto’s van vochtplekken en van water op het dak.
Verder was, zoals hiervoor vermeld, bekend dat de heer [klant 2] meerdere klachten had. In een door Slimbouwen c.s. overgelegd e-mailbericht van [klant 2] aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van 15 juni 2020 heeft [klant 2] gemeld dat er vanaf juni 2019 diverse lekkages zijn geweest die ernstige schade hebben veroorzaakt, dat de schade niet naar behoren is hersteld en dat als er geen goede oplossing zou komen een advocaat zou worden ingeschakeld. (producties 18 en 19 Slimbouwen c.s.). Slimbouwen c.s. had op de hoogte moeten worden gesteld van deze herhaalde, ernstige klachten. De enkele melding in het kader van het due diligence-onderzoek zoals hiervoor weergegeven is onvoldoende.
Een andere klant, PT, heeft in 2019 bij WhatsApp-bericht eveneens melding gemaakt van een vochtprobleem (productie 20 Slimbouwen c.s.).
Slimbouwen c.s. heeft als productie 21 afbeeldingen overgelegd van WhatsApp-berichten, waarin een klant, de heer [klant 7] , op 7 oktober 2019 aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] meldt dat de binnenkant van het kozijn in de slaapkamer nat is. Verder heeft [klant 7] bij WhatsApp-bericht van 27 december 2020 medegedeeld dat het weer lekte bij de woonkamer en de slaapkamer, en dat de vorige reparaties het probleem niet hadden opgelost.
Op 7 december 2020 heeft klant [klant 8] bij WhatsApp-bericht gemeld dat er lekkage in de badkamer was.
Bij e-mailbericht van 2 januari 2021 heeft een klant, mevrouw [klant 9] , melding gemaakt van lekkageplekken in de bijkeuken, de slaapkamer en de gang.
Al deze klachten zijn aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gericht.
Gelet op het vorenstaande kan worden gesproken van structurele vochtproblemen in de woningen, en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] had (al) deze klachten, welke voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst bij hem bekend waren, moeten melden aan Slimbouwen c.s.
4.12.
Daar komt bij dat er volgens het geldende Bouwbesluit ventilatieroosters in de woningen hadden moeten worden aangebracht om te veel vocht in de woningen tegen te gaan, maar dat dit niet alle woningen is gebeurd. Hierdoor konden in de betreffende woningen vochtproblemen ontstaan dan wel verergeren. Ter zitting heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] erkend dat tijdens de bouw bij sommige woningen van het Bouwbesluit is afgeweken, omdat een klant dat wilde of omdat dat beter uitkwam in de constructie. Volgens Slimbouwen c.s. waren er op dat punt bij 41 van de 45 woningen problemen. Vast staat dat Compact Lodge huizen heeft gebouwd die niet voldeden aan het Bouwbesluit, een uiteraard zeer ernstig gebrek in de kenmerkende prestatie van de vennootschap. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] wist dat de woningen niet voldeden aan het Bouwbesluit, maar heeft dit voorafgaand aan de overeenkomst niet gemeld aan Slimbouwen c.s. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] had dit op grond van zijn mededelingsplicht jegens de kopers wel moeten doen.
4.13.
Ten aanzien van de vloerverwarmingsproblematiek heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij e-mailbericht van 26 januari 2021 Slimbouwen c.s. medegedeeld dat na twee meldingen van klanten over niet werkende vloerverwarming, onderzoek was gedaan, en dat daaruit naar voren was gekomen dat de vloerverwarming niet goed was aangesloten. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geeft in dit bericht aan dat er sprake is van een serieus probleem en dat hij garant staat voor de kosten van herstel van de vloerverwarming. In deze procedure heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dit ten tijde van de overdracht van de aandelen nog geen bekend probleem was bij hem. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is er in het verleden wel eens een keer een melding omtrent de vloerverwarming geweest, maar was er geen sprake van een structurele problemen.
De rechtbank overweegt het volgende. Uit de door Slimbouwen c.s. overgelegde producties blijkt dat er in de periode voordat de overeenkomst is gesloten meerdere klachten van klanten zijn geweest over de vloerverwarming. Op 29 september 2019 heeft mevrouw [klant 10] een foto en een filmpje gestuurd van het doorbranden van bedrading van de vloerverwarming (productie 8 Slimbouwen c.s.). Verder heeft de heer [klant 6] op 13 februari 2020 een WhatsApp-bericht gestuurd met een foto, waarin hij heeft gemeld dat het centraaldoosje van de vloerverwarming weer was doorgebrand (productie 9 Slimbouwen c.s.). Op 31 december 2020 heeft een andere klant, mevrouw [klant 8] , bij WhatsApp-bericht gemeld dat de vloerverwarming was doorgebrand, en daarbij foto’s gevoegd van brandplekken in de pvc-vloer. Deze klachten dateren van voor het sluiten van de overeenkomst en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] was hiervan op de hoogte. Korte tijd na het sluiten van de overeenkomst heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij e-mailbericht van 26 januari 2021 aan Slimbouwen c.s. bericht dat de vloerverwarming niet correct is aangesloten en dat dit een serieus probleem is. Gelet op de ernst van de problemen, met het risico op brandgevaar, en het feit dat er voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst al verschillende klachten van klanten waren ontvangen aangaande de vloerverwarming, had [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] hiervan melding moeten maken bij Slimbouwen c.s.
Conclusie
4.14.
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst bewust onjuiste informatie met betrekking tot de (financiële) situatie van Compact Lodge heeft verstrekt. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft willens en wetens door het (laten) aanpassen van de cijfers een onjuiste weergave van de financiële positie van Compact Lodge gegeven en woningen opgeleverd die ernstige gebreken vertonen en deels in strijd met het Bouwbesluit zijn gebouwd. De (achtergehouden) informatie was voor Slimbouwen c.s. van belang bij het nemen van haar beslissing om de aandelen wel of niet over te nemen. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] had als handelende persoon namens Intermensink bij de overdracht van de aandelen volledige en juiste informatie moeten verstrekken en zijn mededelingsplicht ging boven de onderzoeksplicht die Slimbouwen c.s. had en ook heeft uitgevoerd door middel van het due dilligence-onderzoek.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in strijd gehandeld met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens Slimbouwen c.s. Door voormeld handelen c.q. nalaten is [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] persoonlijk uit onrechtmatige daad aansprakelijk jegens Slimbouwen c.s.
4.15.
Nu de rechtbank van oordeel is dat sprake is van zelfstandig onrechtmatig handelen door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bovendien geen partij is bij de overeenkomst, komt hem geen beroep toe op de bepalingen in artikel 6 van de overeenkomst betreffende beperking van de aansprakelijkheid.
4.16.
Het vorenstaande sluit niet uit dat de onrechtmatige gedragingen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in het maatschappelijk verkeer (tevens) als gedragingen van de vennootschap (Intermensink), kunnen worden aangemerkt, met als gevolg dat (ook) Intermensink uit eigen hoofde op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk kan worden gehouden.
4.17.
Slimbouwen c.s. vordert onder 1. onder meer een verklaring voor recht dat sprake is van bedrog. Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling (hier: het sluiten van een overeenkomst) beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep (artikel 3:44 lid 3 BW). In het vorenstaande is gebleken dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] opzettelijk onjuiste mededelingen heeft gedaan en/of opzettelijk feiten heeft verzwegen die hij had moeten meedelen aan Slimbouwen c.s. Dat Slimbouwen c.s. bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet (onder dezelfde voorwaarden) zou hebben gesloten, is door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet (gemotiveerd) betwist. De overeenkomst is daarom door bedrog tot stand gekomen.
4.18.
Het vorenstaande leidt ertoe dat de onder 1. en 2. gevorderde verklaringen voor recht zullen worden toegewezen, met dien verstande dat een persoonlijk ernstig verwijt niet in de verklaring voor recht zal worden opgenomen omdat sprake is van zelfstandig onrechtmatig handelen door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
Schade
4.19.
Op grond van artikel 6:162 lid 1 BW is degene die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, die aan hem kan worden toegerekend, verplicht om de schade die de ander als gevolg daarvan lijdt, te vergoeden. De rechtbank stelt bij haar oordeel omtrent (de hoogte van) de schade het volgende voorop. Ingevolge artikel 6:95 lid 1 BW bestaat de schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding moet worden vergoed onder meer in vermogensschade. Als uitgangspunt voor de berekening van de omvang van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding dient dat de benadeelde met schadevergoeding zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien de schadeveroorzakende gebeurtenis zou zijn uitgebleven. Op grond van artikel 6:96 lid 2 onder b BW komen als vermogensschade mede voor vergoeding in aanmerking redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid. De rechter begroot ingevolge artikel 6:97 BW de schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Voor vergoeding komt slechts in aanmerking de schade die in zodanig verband staat met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van de schuldenaar berust, dat zij hem, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en de schade, als een gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend (artikel 6:98 BW).
4.20.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is als gevolg van zijn zelfstandig onrechtmatig handelen aansprakelijk voor de schade van Slimbouwen c.s. als aandeelhouder. De rechtbank is van oordeel dat de door Slimbouwen c.s. betaalde koopsom als door hen als gevolg van de door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gepleegde onrechtmatige daad geleden schade voor vergoeding in aanmerking komt. Naar het oordeel van de rechtbank kan als vaststaand worden aangenomen dat Slimbouwen c.s. niet tot het aangaan van de overeenkomst en betaling van de koopsom zou zijn overgegaan indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] Slimbouwen c.s. juist zou hebben geïnformeerd. Deze schade dient dan ook, gelet op de ernst van het aan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te maken verwijt, in redelijkheid aan hem te worden toegerekend. De door Slimbouwen betaalde koopsom bedraagt € 787.525,00. Dit bedrag zal als schadepost worden toegewezen.
4.21.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft een beroep gedaan op artikel 6.8. van de overeenkomst betreffende beperking van aansprakelijkheid. Nu in het vorenstaande is geoordeeld dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bewust bepaalde zaken heeft verzwegen en/of onjuiste informatie heeft verstrekt op grond waarvan sprake is van een zelfstandige onrechtmatige daad van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] jegens de aandeelhouder en hij daarnaast persoonlijk geen partij is bij de overeenkomst, kan hij op die beperkingsbepaling geen beroep doen.
4.22.
Slimbouwen c.s. vordert vergoeding van de kosten van het onderzoek door Joanknecht ten bedrage van € 39.949,40. Slimbouwen c.s. heeft Joanknecht ingeschakeld om onderzoek te doen naar de cijfers en de administratieve organisatie van Compact Lodge. Joanknecht heeft twee (uitgebreide) rapporten opgesteld. Daaruit kwam naar voren dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] de aan Slimbouwen c.s. gepresenteerde cijfers van Compact Lodge positiever heeft laten uitkomen en dat hij niet conform de boekhoudkundige regels heeft gehandeld. De kosten hiervan worden redelijk geacht, gelet op het uitgebreide onderzoek dat is uitgevoerd en nodig was om de juistheid van de cijfers en de (administratieve) handelwijze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te achterhalen. Ook staan deze kosten in rechtstreeks verband met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid rust, omdat Slimbouwen c.s. – wat door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ook niet is betwist – die zonder de onrechtmatige daad van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet zou hebben gemaakt. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dient deze kosten daarom te vergoeden. De vordering tot betaling van het bedrag van
€ 39.949,40 zal worden toegewezen.
4.23.
Slimbouwen c.s. vordert vergoeding van schade van Compact Lodge (het faillissementstekort, de kosten voor herstelwerkzaamheden aan de woningen en de kosten ter vaststelling van de schade). Deze gevolgschade komt naar het oordeel van de rechtbank niet voor toewijzing in aanmerking, omdat dit geen schade is die het gevolg is van schending van de zorgvuldigheidnorm jegens de aandeelhouder. Slimbouwen c.s. heeft daarnaast op grond van de overeenkomst mogelijke (garantie)aanspraken jegens Intermensink voor voornoemde kosten. Intermensink is geen partij in de onderhavige procedure. Deze (mogelijke) aanspraken jegens Intermensink zijn onderdeel van de lopende arbitrageprocedure. De gevorderde vergoeding van schade van Compact Lodge zal dan ook worden afgewezen.
4.24.
Slimbouwen c.s. heeft ook vergoeding gevorderd van door haarzelf geleden schade wegens een verstrekte lening aan Compact Lodge ten bedrage van € 75.000,00 te vermeerderen met rente, wegens werkzaamheden van [bestuurder Columbius] (Columbius) met betrekking tot de problemen met de vloerverwarming en voor door [bestuurder Columbius] gewerkte uren die niet betaald zijn als gevolg van het faillissement van Compact Lodge, Deze schadeposten heeft Slimbouwen c.s. (vooralsnog) begroot op in totaal € 93.000,00. De rechtbank is van oordeel dat ook dit gevolgschade betreft die in de onderhavige procedure niet voor vergoeding door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in aanmerking komt. Het betreft vorderingen op Compact Lodge, waarvoor Slimbouwen c.s. (mogelijk) op grond van de overeenkomst (garantie)aanspraken heeft jegens Intermensink, die in de arbitrageprocedure aan de orde zijn. Het gaat te ver om [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daar in de onderhavige procedure voor aansprakelijk te houden. De vordering tot vergoeding van deze schadepost wordt daarom ook afgewezen.
Rente
4.25.
De door Slimbouwen c.s. gevorderde wettelijke handelsrente komt niet voor toewijzing in aanmerking, aangezien sprake is van schadevergoeding en derhalve niet van vertraging in de voldoening van een geldsom voortvloeiend uit een handelsovereenkomst. In plaats daarvan zal over het toe te wijzen bedrag de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen vanaf de datum van betaling van de koopsom, 15 januari 2021.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.26.
Slimbouwen heeft een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten gevorderd ten bedrage van € 6.775,00 op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde hoofdsom, schadevergoeding uit hoofde van een onrechtmatige daad, heeft geen betrekking op één van de situaties waarin dit Besluit van toepassing is. De rechtbank zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn daarom toetsen aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal.
4.27.
Slimbouwen c.s. heeft niet onderbouwd dat zij daadwerkelijk buitengerechtelijke incassokosten heeft gemaakt. Daarom kan niet worden vastgesteld dat zij kosten heeft gemaakt die betrekking hebben op andere (buitengerechtelijke) verrichtingen dan die ter instructie van de zaak of ter voorbereiding van de procedure. De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
in reconventie
4.28.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft aan zijn vordering tot opheffing van de beslagen onder meer ten grondslag gelegd dat Slimbouwen c.s. in haar beslagverzoeken haar plicht (ex artikel 21 Rv) heeft geschonden om de beslagrechter volledig en naar juistheid te informeren over de voor de beslissing van belang zijnde feiten. De rechtbank onderschrijft deze stelling niet.
Aan de substantiëringsplicht is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. In het beslagrekest van 1 april 2021 is vermeld dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] betwist dat hij opzettelijk heeft gehandeld (alinea 55). Verder is onbetwist dat Slimbouwen c.s. bij de beslagrekesten de verklaring van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft overgelegd evenals eerdere beslagrekesten en processtukken, waaronder de dagvaarding in de bodemprocedure. Gelet hierop moet worden aangenomen dat de standpunten van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor de beslagrechter voldoende duidelijk waren.
Dat Slimbouwen c.s. in de beslagrekesten inhoudelijk stellingen aanvoert – bijvoorbeeld het vermeende opzet van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] – die volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onjuist zijn, wil niet zeggen dat niet is voldaan aan substantiëringsplicht. Uit de beslagrekesten moet het verweer van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] blijken en daaraan is voldaan. Verder is naar het oordeel van de rechtbank in de beslagrekesten voldoende onderbouwing gegeven van de proportionaliteit en de subsidiariteit van de verzoeken. Onder het kopje “Toelichting beslagmogelijkheden” in de beslagrekesten heeft Slimbouwen c.s. op dat punt een toelichting gegeven, die volstaat. Ook overigens heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen stellingen naar voren gebracht die een schending van artikel 21 Rv aannemelijk maken, althans niet een schending van zodanig gewicht om daar in deze procedure consequenties aan te verbinden.
4.29.
Het beroep van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op opheffing van de beslagen op grond van het bepaalde in artikel 705 Rv slaagt evenmin. In dat artikel is bepaald dat de opheffing van het beslag onder meer wordt uitgesproken bij verzuim van op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt, of indien voor de vordering voldoende zekerheid wordt gesteld. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat de beslagen disproportioneel en onevenredig zijn en daardoor onrechtmatig. De rechtbank gaat hier niet in mee. In conventie is geoordeeld dat Slimbouwen c.s. recht heeft op betaling door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] van een bedrag van in totaal € 827.474,40. Slimbouwen c.s. heeft ter zekerheid voor verhaal van haar vordering beslag laten leggen op verschillende vermogensbestanddelen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Dat de beslagen goederen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] een hogere waarde vertegenwoordigen dan het bedrag dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan Slimbouwen verschuldigd is, is door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet, althans onvoldoende gemotiveerd, gesteld. Het beslag is dus niet disproportioneel. Gelet op de hoogte van de vordering van Slimbouwen c.s. kan ook niet worden geconcludeerd dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onevenredig zwaar wordt getroffen door de gelegde beslagen. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft zijn stelling op dat punt onvoldoende onderbouwd.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft aangevoerd dat Intermensink bij brief van 25 maart 2001 vervangende zekerheid heeft geboden voor haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst tot een bedrag van € 110.000,00. Dit bedrag dekt de vordering van Slimbouwen c.s. echter niet. Daarnaast is in de brief opgenomen dat Intermensink bereid is de zekerheid te stellen onder de voorwaarde dat de gelegde beslagen zouden worden opgeheven en geen nieuwe beslagen zouden worden gelegd. Ook blijkt daaruit niet dat de zekerheid (ook) wordt aangeboden voor verplichtingen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] jegens Slimbouwen c.s. De aangeboden zekerheid is daarom onvoldoende voor opheffing van de beslagen.
4.30.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat er geen redenen zijn om tot opheffing van het beslag over te gaan. De vordering tot op heffing van de beslagen zal daarom worden afgewezen.
4.31.
Aangezien niet gebleken is dat de gelegde beslagen onrechtmatig zijn, bestaat geen grond voor het toekennen van een schadevergoeding. Die vordering zal eveneens worden afgewezen.
in conventie en in reconventie voorts
Beslagkosten
4.32.
Slimbouwen c.s. vordert [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Op grond van het bepaalde in artikel 706 Rv kunnen de beslagkosten van de beslagene worden teruggevorderd, tenzij het beslag nietig, onnodig of onrechtmatig was.
Een groot deel van de gevorderde beslagkosten heeft betrekking op conservatoire beslagen die zijn gelegd ten laste van Intermensink. Zij is geen partij in deze procedure en onvoldoende onderbouwd is dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aansprakelijk is voor deze kosten. Daarbij is ook van belang dat de aanspraken jegens Intermensink onderwerp zijn van de arbitrageprocedure. De gevorderde kosten die betrekking hebben op de ten laste van Intermensink gelegde beslagen zullen daarom worden afgewezen.
De vordering tot betaling van de kosten van de ten laste van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gelegde beslagen is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv en gelet op de beoordeling van de reconventionele vorderingen, toewijsbaar.
De beslagkosten worden begroot op € 3.441,05 voor verschotten en € 3.214,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 3.214,00). Hoewel er twee beslagrekesten zijn waarin ten laste van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] beslagverlof is gevraagd, wordt voor één rekest salaris toegekend, omdat de inhoud van de rekesten op veel punten hetzelfde is. Het griffierecht voor de beslagrekesten is verrekend met het griffierecht dat in deze zaak verschuldigd is.
Proceskosten
4.33.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal in conventie als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een aanzienlijk deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van Slimbouwen op basis van het toegewezen bedrag op:
- dagvaarding € 87,61
- griffierecht 2.866,00 (tarief hoofdzaak -/- tarieven 2x beslagrekest
€ 667,00 per rekest)
- salaris advocaat
9.642,00(3 punten × tarief € 3.214,00)
Totaal € 12.595,61
4.34.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal ook in reconventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Slimbouwen worden begroot op € 1.607,00 (1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 3.214,00) voor salaris advocaat.
4.35.
Aangezien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in het ongelijk is gesteld en ten voordele van Slimbouwen c.s. een kostenveroordeling zal worden uitgesproken, zullen ook de door Slimbouwen c.s. in reconventie gevorderde – onweersproken – nakosten worden toegewezen als na te melden.
4.36.
De gevorderde wettelijke rente over voormelde kosten is niet weersproken en zal eveneens worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] opzettelijk informatie heeft verzwegen en onjuiste informatie heeft verstrekt aan Slimbouwen c.s., uit het oogpunt zichzelf hiermede te bevoordelen, en dat hierbij sprake is van bedrog en misleiding,
5.2.
verklaart voor recht dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] onrechtmatig heeft gehandeld door het verzwijgen van informatie en het geven van onjuiste informatie,
5.3.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot betaling van de schade geleden door Slimbouwen c.s. ten bedrage van € 827.474,40 (achthonderdzevenentwintigduizend vierhonderdvierenzeventig euro en veertig cent) binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag met ingang van 15 januari 2021 tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 6.655,05,
5.5.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van Slimbouwen c.s. tot op heden begroot op € 12.595,61, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.6.
verklaart dit vonnis in conventie voor wat betreft de veroordelingen onder 5.3., 5.4., en 5.5. uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
5.8.
wijst de vorderingen af,
5.9.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de proceskosten, aan de zijde van Slimbouwen c.s. tot op heden begroot op € 1.607,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.10.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 161,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.11.
verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.H.A. Heenk en in het openbaar uitgesproken op
26 januari 2022.
sa/kh