Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
- [eiser 1]
- [eiser 2]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 7 juli 2022, betreft het een kort geding tussen twee buren over de plaatsing van een zonwering op een balkon. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.P. Boer, stellen dat de geplande zonwering van de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.J.C. Wensink, hen onrechtmatige hinder toebrengt. De eisers baseren hun vordering op artikel 5:37 BW, dat bepaalt dat een eigenaar geen hinder mag toebrengen aan andere eigenaren op een wijze die onrechtmatig is volgens artikel 6:162 BW. De eisers claimen dat de zonwering hun uitzicht belemmert en dat de zonwering vervuild zal raken, wat hen schade toebrengt.
De voorzieningenrechter, mr. G.J. Meijer, heeft in zijn vonnis vastgesteld dat de Vereniging van Eigenaren in 2018 toestemming heeft gegeven voor de zonwering, en dat deze toestemming ook geldt voor gelijke zonweringen. De rechter heeft overwogen dat, hoewel hinder kan optreden, deze hinder niet onrechtmatig is, omdat het uitzicht niet in zodanige mate wordt belemmerd dat dit als onrechtmatige hinder kan worden gekwalificeerd. De rechter heeft daarbij gekeken naar de aard, ernst en duur van de hinder, en de belangen van beide partijen afgewogen.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van de eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.330,00, te vermeerderen met wettelijke rente. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde direct kan overgaan tot uitvoering van het vonnis, ongeacht een eventuele hoger beroep van de eisers.