ECLI:NL:RBGEL:2022:3597

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juli 2022
Publicatiedatum
15 juli 2022
Zaaknummer
05-158402-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Militair vrijgesproken van het bezit van harddrugs na gebrek aan bewijs

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 4 juli 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs, waaronder cocaïne en MDMA, in de periode van 25 mei 2019 tot en met 20 juli 2019. De verdachte, geboren in 1987, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.K. Ruperti. De officier van justitie eiste een geldboete van 300 euro, te vervangen door 6 dagen hechtenis, en stelde dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kon worden. De officier baseerde haar standpunt op Whatsapp-berichten die in het dossier waren opgenomen, waarin volgens haar sprake was van spreektaal en verwijzingen naar evenementen die verband hielden met drugsgebruik.

De verdediging pleitte echter voor vrijspraak, en voerde aan dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te onderbouwen. Het onderzoek naar de verdachte maakte deel uit van een breder onderzoek naar drugsgebruik en de handel in harddrugs door meerdere verdachten. In tegenstelling tot de andere verdachten, ontbraken er getuigenverklaringen die het harddrugsgebruik of -bezit van de verdachte bevestigden. Het dossier bevatte enkel Whatsapp-gesprekken die mogelijk over harddrugs gingen, maar zonder aanvullend bewijs was er onvoldoende grond om de verdachte schuldig te verklaren.

De militaire kamer van de rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de tenlastelegging te ondersteunen en heeft de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde feit. Deze uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. Y.H.M. Marijs, mr. Y. van Wezel en Kolonel mr. C.E.W. van de Sande, en werd uitgesproken in aanwezigheid van griffier mr. M.M. Taekema.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/158402-20
Datum uitspraak : 4 juli 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres] .
Raadsman: mr. M.P.K. Ruperti, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 30 mei 2022 en 20 juni 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 mei 2019 tot en met 20 juli 2019 te Assen en/of Darp en/of Groningen en/of Leeuwarden en/of Eersel, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad een of meerdere hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne en/of MDMA (zogenoemde XTC-tablet(ten) en/of amfetamine, zijnde cocaïne en/of MDMA en/of amfetamine (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden en heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van 300 euro, te vervangen door 6 dagen hechtenis. De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat in de Whatsappberichten in het dossier sprake is van spreektaal, verwijzingen naar Dominator en Sos te vinden zijn en dat de modus operandi van de gesprekken overeenkomt met die in de andere zaken. Daarnaast acht de officier van justitie de verklaring van verdachte dat het ‘geouwehoer en grootspraak’ zou zijn, ongeloofwaardig en heeft zij het standpunt ingenomen dat er hiermee sprake is van het delen van gebruikerservaring door verdachte. Gelet op het voorgaande komt de officier van justitie tot een bewezenverklaring.
De verdediging heeft voor vrijspraak gepleit.

3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het onderzoek naar het handelen van verdachte maakt deel uit van een groter onderzoek naar drugsgebruik en het voorhanden hebben en afleveren van harddrugs door tien andere verdachten. Anders dan bij de andere verdachten, bevat dit dossier geen getuigenverklaringen waarin het harddrugsgebruik of -bezit van verdachte naar voren komt. Het dossier bevat enkel whatsappgesprekken die over harddrugs zouden kunnen gaan. Vanwege het ontbreken van overige bewijsmiddelen is daarmee onvoldoende komen vast te staan dat verdachte in de periode zoals deze ten laste is gelegd harddrugs in zijn bezit zou hebben gehad. Gelet hierop zal de militaire kamer verdachte vrijspreken van het tenlastegelegde feit.

4.De beslissing

De militaire kamer spreekt verdachte vrij van het tenlastegelegde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter) en mr. Y. van Wezel, rechters en Kolonel mr. C.E.W. van de Sande, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Taekema, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 juli 2022.