ECLI:NL:RBGEL:2022:3563
Rechtbank Gelderland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Ontslag op staande voet zonder dringende reden en toewijzing van vergoedingen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen een werknemer en zijn werkgever. De werknemer, die sinds 25 mei 2010 in dienst was bij de werkgever, werd op 1 maart 2022 op staande voet ontslagen na een woedeaanval. De werknemer was het niet eens met het ontslag en verzocht de kantonrechter om dit te vernietigen en om vergoedingen te ontvangen. De werkgever had de werknemer ontslagen omdat hij zich agressief had gedragen na een gesprek over zijn ziektegeld, wat leidde tot schade en angst onder collega's. De kantonrechter oordeelde dat er geen dringende reden voor het ontslag was, omdat de werknemer onder stress verkeerde en niet de kans had gekregen om zijn kant van het verhaal te vertellen. De rechter concludeerde dat de werkgever een minder zware sanctie had moeten overwegen en dat het ontslag onterecht was. De kantonrechter kende de werknemer een gefixeerde schadevergoeding, een transitievergoeding en een billijke vergoeding toe, en veroordeelde de werkgever in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij ontslagprocedures en de noodzaak om werknemers de kans te geven om hun standpunt te verduidelijken.