In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.J.M. Cliteur, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.M. Schoo, de rechter in een civiele procedure. Verzoekster stelt dat de rechter partijdig is omdat zij spreekaantekeningen van de wederpartij heeft toegestaan, terwijl in een eerder tussenvonnis was bepaald dat uitgebreide uiteenzettingen niet zijn toegestaan. De rechter heeft echter aangegeven dat zij in gesprek wilde gaan met de gemachtigde van verzoekster om te bespreken wat hij nodig had, maar dit gesprek is niet afgewacht en er is direct een wrakingsverzoek ingediend.
De wrakingskamer heeft beoordeeld dat het toestaan van spreekaantekeningen een procesbeslissing is en dat er geen sprake is van vooringenomenheid. De wrakingskamer oordeelt dat de rechter niet onpartijdig heeft gehandeld, aangezien het tussenvonnis niet expliciet het gebruik van spreekaantekeningen verbiedt. De wrakingskamer concludeert dat verzoekster niet op gelijke wijze is behandeld, maar dat dit niet voldoende is om te concluderen dat de rechter partijdig is. Het wrakingsverzoek wordt afgewezen, en de beslissing is openbaar uitgesproken op 8 juli 2022.