ECLI:NL:RBGEL:2022:3485

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juli 2022
Publicatiedatum
8 juli 2022
Zaaknummer
AWB - 21_2208
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering na afwijzing door UWV

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 7 juli 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. M.I. Bal, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door P.J. Langius. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door het UWV was afgewezen op basis van een beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid. Eiseres was van mening dat haar belastbaarheid was overschat en haar beperkingen waren onderschat. De rechtbank moest beoordelen of het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de medische situatie van eiseres op zorgvuldige wijze had beoordeeld. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het UWV hadden de beperkingen van eiseres in kaart gebracht en vastgesteld dat zij in staat was om bepaalde functies te vervullen, ondanks haar klachten. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze beoordeling, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs had geleverd om de conclusies van het UWV te weerleggen.

De rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was en dat de aanvraag voor een WIA-uitkering terecht was afgewezen. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk kreeg in deze procedure. De rechtbank besloot dat de proceskosten niet vergoed zouden worden, aangezien eiseres in het ongelijk was gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Inloopteam Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 21/2208

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Eiseres A], uit [plaats B] , eiseres
(gemachtigde: mr. M.I. Bal),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (het UWV), verweerder
(gemachtigde: P.J. Langius)

Procesverloop

Met het besluit van 8 december 2020 (het primaire besluit) heeft het UWV de aanvraag van eiseres om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) afgewezen.
Met het besluit van 12 april 2021 (het bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Met (stilzwijgende) toestemming van partijen is een zitting achterwege gebleven. De rechtbank heeft het onderzoek gesloten.

Wat er aan deze procedure voorafging

1. Eiseres werkte als cateringmedewerker. Zij heeft zich op 8 mei 2018 wegens fibromyalgie en langdurige pijnklachten in met name haar benen ziekgemeld voor dit werk.
2. Eiseres ontving een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) van 1 augustus 2018 tot en met 31 oktober 2018. Vanuit de WW heeft eiseres zich per 31 oktober 2018 bij het UWV ziekgemeld, waarna eiseres een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW) kreeg.
3. Vervolgens heeft het UWV de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet WIA beoordeeld.
4. Een arts [1] van het UWV heeft eiseres onderzocht en beoordeeld wat de arbeidsbeperkingen van eiseres zijn. Deze beperkingen heeft de arts opgenomen in een functionele mogelijkhedenlijst (FML). Vervolgens heeft een arbeidsdeskundige van het UWV vastgesteld dat er drie functies zijn die eiseres, met haar beperkingen, nog zou kunnen doen. De arbeidsdeskundige heeft berekend dat eiseres met de middelste van deze functies 94,69% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij zich ziekmeldde. De mate van arbeidsongeschiktheid is gelet hierop bepaald op 5,31%. Omdat dit betekent dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, kan eiseres volgens het UWV geen WIA-uitkering krijgen.
5. Eiseres heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben opnieuw naar de zaak van eiseres gekeken. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep zijn de beperkingen grotendeels juist vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet aanleiding om de FML aan te passen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens op basis van de gewijzigde FML één geduide functie laten vervallen, maar aangegeven dat er voldoende functies resteren. Op basis van de middelste van deze functies heeft de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep de mate van arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 0%. Hierop heeft het UWV het bestreden besluit genomen.

Wat eiseres vindt

6. Eiseres is het niet met het UWV eens. Zij voert aan dat haar belastbaarheid is overschat en haar beperkingen zijn onderschat. Tevens is eiseres van mening dat zij de functies niet kan verrichten. Ten aanzien van de functie met SBC-code 111190 voert eiseres aan dat zij niet voldoet aan de taal-eis. Ook de functie met SBC-code 111010 is niet geschikt omdat deze de belastbaarheid van eiseres overschrijdt. Tot slot voert eiseres aan dat de functie met SBC-code 267051 niet geschikt is omdat zij niet voldoet aan de opleidingseis en wegens de overschrijding van de belastbaarheid.

Waarover het gaat in deze zaak

7. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 28 oktober 2020 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.

Wat de rechtbank vindt

8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De arts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Zij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Zij heeft beschreven dat er sprake is van scoliose met conservatieve behandeling in de vorm van rompstabilisatie door oefeningen. Ook is er sprake van kwetsbaarheid en angstklachten.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport heroverwogen. Hij heeft het dossier en de informatie van de behandelaars bestudeerd. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd dat de arts de beperkingen in grote lijnen correct heeft vastgesteld. De verzekeringsarts bezwaar en beroep ziet wel aanleiding om de FML aan te vullen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft -in het licht van de recente jurisprudentie over zorgvuldigheid- in het aanvullend rapport van 22 februari 2022 gemotiveerd waarom hij heeft afgezien van een fysiek spreekuur.
11. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in zijn beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat het medische rapport zorgvuldig tot stand is gekomen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe zijn beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat het rapport aan de drie voorwaarden voldoet.
De medische beoordeling
12. De arts heeft tijdens het lichamelijk onderzoek een lichte scoliose aangetroffen en verder geen afwijkingen aan de bewegelijkheid van de rug, bekken, heupen en benen. Wegens de scoliose heeft hij lichte beperkingen aangenomen voor rugbelastend werk, namelijk staan, staan tijdens werk, lopen, lopen tijdens werk, zitten, frequent buigen, duwen/trekken, tillen en dragen tijdens werk en gebogen of getordeerd werkzaam zijn. Deze beperkingen zijn opgenomen in de FML. Daarnaast heeft de arts ook beperkingen aangenomen op het gebied van persoonlijk en sociaal functioneren wegens kwetsbaarheid en angstklachten.
13. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 28 oktober 2020 uiteengezet op welke punt hij tot een andere conclusie dan de arts komt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geconcludeerd dat de arts in grote lijnen de beperkingen juist heeft vastgesteld. Wel acht hij het noodzakelijk om extra beperkingen aan te nemen ten aanzien van het dragen en langdurig zitten. Gezien de lopende behandeling en lichte verminderde stressbestendigheid op datum in geding is het ook noodzakelijk om beperkingen aan te nemen voor nacht- en overwerk.
14. Eiseres voert aan dat het UWV haar medische situatie heeft onderschat en haar belastbaarheid heeft overschat.
15. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Eiseres heeft dit niet gedaan. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
De arbeidskundige beoordeling
16. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft op grond van de gewijzigde FML functies (beroepen/werkzaamheden) gezocht die eiseres met haar medische beperkingen in theorie nog kan doen. Het gaat om:
- ( SBC code 111 190) Inpakker;
- ( SBC code 111 010) Medewerker tuinbouw;
- ( SBC code 267 051) Monteur printplaten.
Functie 111 190 Inpakker
17. Eiseres stelt dat zij deze functie niet kan verrichten, omdat zij de Engelse taal niet beheerst. Volgens eiseres is het voor deze functie vereist dat eiseres Nederlands en Engels beheerst. Nu dit niet het geval is, is eiseres van mening dat deze functie niet geschikt is.
18. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in het aanvullende rapport van 17 februari 2022 toegelicht dat eiseres aan de taaleis voldoet. Uit aanvullende informatie van de arbeidskundig analist blijkt dat de cursus HACCP Hygiënecode via de computer wordt gevolgd. Men hoeft enkel met klikken de informatie/beelden te volgen, hierbij is het invullen van een tekst niet noodzakelijk. Aanwezige teksten worden in zowel Nederlands als Engels gegeven met plaatjes op zeer eenvoudig niveau of laag niveau met een begeleider die er naast zit.
19. De rechtbank kan deze motivering volgen. Nu de teksten ook in het Nederlands vertaald worden, er plaatjes aanwezig zijn en een begeleider aanwezig is voor ondersteuning, voldoet eiseres aan de taaleis en maakt dat de functie niet ongeschikt..
Functie 111 010 Medewerker tuinbouw
20. Ten aanzien van de functie medewerker tuinbouw voert eiseres aan dat haar belastbaarheid met betrekking tot duwen en trekken wordt overschreden. Voor deze functie dient eisers namelijk enkele keren per jaar meer dan 150 N kracht gebruiken om te duwen. Tevens stelt eiseres dat de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten onrechte geen contact heeft opgenomen met de verzekeringsarts bezwaar en beroep om de overschrijding te bespreken.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep concludeert dat deze functie de belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. Uit artikel 5.1.3. van de CBBS volgt dat het in beginsel de verantwoordelijkheid van een arbeidsdeskundige is om vast te stellen of overleg met de verzekeringsarts nodig is. Naarmate de besluitvorming meer ‘evident’ is en minder aanleiding tot discussie geeft, is het minder noodzakelijk hier in een gezamenlijk overleg aandacht aan te besteden. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn aanvullend rapport van 17 februari 2022 toegelicht dat gelet op de frequentie van een paar keer per jaar en de geringe overschrijding overleg met de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet noodzakelijk is. Tevens merkt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep op dat slechts bij het aanzetten meer dan 150 N wordt gebruikt en dat de kar daarna soepel rijdt.
22. De rechtbank kan de motivering volgen waarom de belastbaarheid niet is overschreden volgen.. Aangezien het gaat om een overschrijding van enkele keren per jaar van korte duur, vindt de rechtbank dat de arbeidsdeskundige deze functie kon duiden zonder over dat punt te overleggen met de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
Functie 267 051 Monteur printplaten
23. Eiseres voert aan dat zij niet voldoet aan de opleidingseis. Voor deze functie is meerdere jaren vervolgonderwijs vereist, terwijl eiseres enkel praktijkschool heeft gevolg. Daarnaast is eiseres van mening dat de belastbaarheid wordt overschreden als het gaat om het dragen tijdens werk, omdat er in deze functie een onevenredige belasting met betrekking tot tillen en dragen voorkomt.
24. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep voert aan dat eiseres voldoet aan de opleidingseis, nu er geen specifieke vorm van een vervolgonderwijs wordt geëist. Bij opleidingsniveau 2 moet men kunnen lezen en schrijven op eind basisschoolniveau, bijvoorbeeld het lezen van een eenvoudige gebruiksaanwijzing of instructies, delen en vermenigvuldigen. Een indicatie hiervoor is het volledig doorlopen hebben van de basisschool en eventueel enkele jaren vervolgonderwijs, waarbij niet relevant is wat voor vervolgonderwijs men heeft gevolgd. Aan een opleidingseis kan ook zijn voldaan door een combinatie van opleiding en werkervaring. Daarnaast stelt de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep dat de functie de belastbaarheid van eiseres niet overschrijdt. Hij overweegt hierbij dat eiseres tot ongeveer 10 kg kan dragen en dit het dragen van 10 kg niet dagelijks is en dan slechts twee keer op een werkdag voorkomt.
25. De rechtbank overweegt dat eiseres een vorm van vervolgonderwijs heeft gevolgd en hiermee ook heeft kunnen deelnemen aan de Nederlandse arbeidsmarkt. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan te nemen dat eiseres niet voldoet aan de opleidingseis. Ook ten aanzien van de belastbaarheid beslist de rechtbank dat deze niet wordt overschreden. Immers, de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de FML opgenomen dat eiseres ongeveer tot 10 kg kan dragen. Nu de belastbaarheid voor een groot gedeelte van de werkdag niet wordt overschreden en de maximale capaciteit van 10 kg niet frequent wordt overschreden, is er geen sprake van een overschrijding van de belastbaarheid.
26. De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiseres in staat is de functies te vervullen.
27. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft naar aanleiding van de gewijzigde FML opnieuw het arbeidsongeschiktheidspercentage berekend. Hij heeft berekend dat eiseres op 28 oktober 2020 met de middelste van deze functies 100 % kan verdienen van het loon dat zij voorheen verdiende als cateringmedewerker, zodat eiseres voor de overige 0% arbeidsongeschikt is.

De conclusie van de rechtbank

28. Omdat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt is heeft het UWV de aanvraag voor een WIAuitkering terecht afgewezen.
29. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 7 juli 2022 door mr. Y.N.M. Rijlaarsdam, rechter, in aanwezigheid van mr. C. Deve, griffier
.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
En zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Als u het niet eens bent met deze uitspraak

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.

Voetnoten

1.Het sociaal medisch oordeel in het rapport van 1 december 2020 is getoetst en akkoord bevonden door een verzekeringsarts.