Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 9 februari 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 3 juni 2022.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.442,00(2 punten × tarief € 721,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 6 juli 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres], in haar hoedanigheid als enig erfgenaam van [naam erflater], en [gedaagde]. De procedure betreft een geschil over de ontvankelijkheid van [eiseres] in haar vorderingen, nu er een executeur is benoemd in de nalatenschap van [naam erflater]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de executeur, Stichting Executele VBC Notarissen, nog steeds de goederen van de nalatenschap beheert en dat [eiseres] niet zelfstandig in rechte kan optreden zolang de executeur zijn taken niet heeft beëindigd. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiseres] afgewezen en haar niet-ontvankelijk verklaard, omdat de executeur de erfgenamen vertegenwoordigt tijdens zijn beheer. De rechtbank heeft [eiseres] ook veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde]. De uitspraak benadrukt de rol van de executeur en de beperkingen die dit met zich meebrengt voor erfgenamen in juridische procedures. Na beëindiging van de executele kan [eiseres] mogelijk een nieuwe procedure starten.