Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
Voor mij persoonlijk had k nog beter bij wijze van spreken een moord kunnen plegen, dat voelt nu nog minder erg dan wat ik gedaan heb. En het voelt dubbel wat ik nu ga zeggen maar... besef je dat (naast dat ik strafbaar was), jij ook een fout maakt door het beïnvloeden van in dit geval [naam] ? Dat je negatief over mij praat snap ik helemaal ... echter maak je het onmogelijk voor mij om ook maar iets mijn best te doen het goed te houden of te krijgen met de andere kinderen, dan wel mijn leven te beteren en normaal elkaar te blijven zien / spreken. Overigens, wat anders ... het doel van een gevangenis is om mensen af te schrikken, het er mensen van te weerhouden een bepaalde misdaad te plegen dan wel preventie, bescherming, heropvoeding en / of vergelding. Het ondergaan van zo’n straf kan ertoe lijden dat een veroordeelde zijn leven betert en herhaling zou moeten voorkomen. Hiermee vraag ik geen begrip, geen vergiffenis of wat dan ook ... maar alleen dat ik door therapie ook verander, gelukkig maar, want daar is het voor bedoelt. Neemt niet weg dat wat ik gedaan heb voor altijd zal blijven en de gevolgen voor mijn rekening zijn, hoe moeilijk ook. [6]
Veiligheidsvoorwaarden en vervolgafspraken
3.De bewezenverklaring
één ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2018 tot en met 7 mei 2019 te Nunspeet
, althans in Nederland,ontucht heeft gepleegd met zijn minderjarig kind [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2009, door zich te laten aftrekken en
/ofzijn penis te laten betasten door die [slachtoffer] en
/ofzijn penis te laten likken door die [slachtoffer] en
/of de vagina van die [slachtoffer] te betastenen
/of(aan) de vagina van die [slachtoffer] te likken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 311,44 aan materiële schade en € 2.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 2.811,44 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 38 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever] van € 1.023,12 aan materiële schade en € 1.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] , een bedrag te betalen van € 2.523,12 aan materiële schade en smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 mei 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 35 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;