Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
ergens in oktober 2020’ constateerde dat de dakconstructie is ingezakt en dat de deur klemde. Volgens [gedaagde] is dat niet juist. Uit het rapport van EMN, dat is opgesteld aan de hand van door [eiser] gegeven informatie, blijkt dat [eiser] eerder al een doorbuiging in het dak zag, namelijk: ‘
enkele jaren na de bouwwerkzaamheden’. [eiser] wist dus volgens [gedaagde] al langer van de gestelde doorbuiging dan hij in de dagvaarding doet voorkomen.
na enkelejaren een lichte golving in het dak waarnam, los van het klemmen van de schuurdeur in 2020. Toen daarop is doorgevraagd op de zitting, gaf [eiser] uiteindelijk aan dat dat
een jaar of twee eerderwas dan toen de door hem ingeschakelde timmerman kwam naar aanleiding van de klemmende deur. Dat zou dan dus in 2018 zijn geweest. Bij deze stand van zaken is niet duidelijk of [eiser] enkele jaren na de bouw - bijvoorbeeld drie of vier jaar later in 2014 of 2015 - of later in 2018, of ergens in de tussenliggende periode, heeft geconstateerd dat het dak golfde. Dat dit nu onduidelijk is, komt doordat [eiser] niet aan zijn stelplicht heeft voldaan. Hij heeft op dit punt ook geen bewijs aangeboden.