Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van 30 maart 2022 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;
- de schriftelijke reactie van de rechter;
- de wrakingszitting van 25 april 2022.
Rechtbank Gelderland
Op 9 mei 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoek was ingediend door een verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. G.A.E. Schutte, tegen de rechter mr. M. Engelbert-Clarenbeek. De procedure begon met een mondeling wrakingsverzoek op 30 maart 2022, gevolgd door een schriftelijke reactie van de rechter en een wrakingszitting op 25 april 2022. De verzoeker stelde dat de rechter partijdig was, omdat hij een verzoek om aanhouding had afgewezen, wat volgens de verzoeker zou leiden tot een oneerlijk proces. De rechter had geoordeeld dat de situatie met betrekking tot de vorige gemachtigde van de verzoeker voor risico van de verzoeker kwam.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er objectieve omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De wrakingskamer benadrukte dat procedurele beslissingen, zoals het al dan niet toewijzen van een aanhoudingsverzoek, in beginsel geen grond voor wraking vormen. De rechter had een belangenafweging gemaakt tussen de verzoeker en de voortgang van de zaak, en de wrakingskamer concludeerde dat er geen aanwijzingen waren voor partijdigheid. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en tegen deze beslissing stond geen rechtsmiddel open.