Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
.
3.Het verzoek en het verweer
primair: een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst ook na 23 januari 2022 doorloopt voor onbepaalde tijd;
meer subsidiair, voor het geval de arbeidsovereenkomst wel rechtsgeldig is geëindigd op 23 januari 2022:de aanzegvergoeding van € 1.107,46 bruto.
4.De beoordeling
‘totdat fase A is voltooid’te onbepaald zou zijn. Dit is niet het geval. Verbintenissen zijn bepaalbaar als de vaststelling ervan naar van te voren vaststaande criteria kan geschieden. Dat is het geval omdat in artikel 4.2 lid 1 van de ‘Voorwaarden van uitzenden en detachering, versie januari 2018’, die onderdeel uitmaken van de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] , staat wanneer fase A eindigt. Om die reden kan de voltooiing van fase A worden vastgesteld.
nadie periode van doorwerken aan [verzoeker] verzonden, namelijk op 24 januari 2022;
nadie werkdagen zwart op wit op papier stond dat de uitzendovereenkomst was geëindigd op 23 januari 2022, heeft tot gevolg dat [verzoeker] tijdens het telefoongesprek op 18 januari 2022 redelijkerwijs niet heeft moeten en kunnen begrijpen dat de uitzendovereenkomst eindigde op 23 januari 2022. Het verweer van Randstad slaagt dus niet.