ECLI:NL:RBGEL:2022:3194

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
23 juni 2022
Zaaknummer
C/05/404028 / KG RK 22-389
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak

Op 7 juni 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een mondelinge beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Kesteren, tegen mr. M.P. Bos, rechter in deze rechtbank. Het wrakingsverzoek werd ingediend voordat de rechter een (proces)beslissing kon nemen. De wrakingskamer heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De verzoeker stelde dat de rechter vooringenomen was, omdat deze een onjuiste beslissing had genomen en niet direct had beslist op zijn verzoeken tijdens de zitting. De wrakingskamer oordeelde echter dat de rechter de verzoeken van de verzoeker in overweging had genomen en nog niet had beslist. De wrakingsprocedure is niet bedoeld om de juistheid van rechterlijke beslissingen te toetsen, maar enkel om te beoordelen of er sprake is van (de schijn van) vooringenomenheid. De aangevoerde gronden voor wraking voldeden niet aan de hoge drempel die hiervoor geldt. De beslissing is openbaar uitgesproken en vastgelegd op 14 juni 2022. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

proces-verbaal
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/404028 / KG RK 22-389
proces-verbaal van de mondelinge beslissing van 7 juni 2022
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te Kesteren
hierna te noemen: [woonplaats] ,
strekkende tot de wraking van
mr. M.P. Bos,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het proces-verbaal van 18 mei 2022 waarin het mondelinge wrakingsverzoek en de gronden daarvoor zijn vermeld;
  • de schriftelijke reactie van de rechter van 25 mei 2022;
  • de schriftelijke reactie van de officier van justitie van 5 juni 2022;
  • het e-mailbericht van verzoeker van 7 juni 2022;
  • de wrakingszitting van 7 juni 2022.
1.2.
Ter zitting heeft de wrakingskamer mondeling uitspraak gedaan, die in uitgewerkte vorm, met de daaraan ten grondslag liggende overwegingen, als volgt luidt.

2.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking af.

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer geeft hiervoor de volgende motivering.
3.2.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid.
3.3.
Verzoeker vindt de rechter vooringenomen omdat deze een onjuiste beslissing heeft genomen, althans dat zij op zitting door een stilte te laten vallen niet direct heeft beslist op zijn verzoeken om kennisname van het gehele procesdossier, de mogelijkheid om aangeefster ter zitting te horen én de tegenaangifte bij de zaak te betrekken. Uit het proces-verbaal van de zitting blijkt dat de rechter hierover vragen heeft gesteld aan verzoeker en aan de officier van justitie. De rechter heeft de verzoeken van verzoeker in overweging genomen en hierop nog niet beslist. Naar het oordeel van de wrakingskamer heeft verzoeker aldus te vroeg, alvorens de rechter een (proces)beslissing heeft kunnen nemen, gewraakt. Bovendien geldt dat wanneer verzoeker in de veronderstelling was dat de rechter al wel op zijn verzoeken – afwijzend – zou hebben beslist, de juistheid van de rechterlijke (proces)beslissing alleen kan worden beoordeeld als daartegen een rechtsmiddel (zoals hoger beroep) is aangewend. De wrakingsprocedure is daarvoor niet bestemd, omdat het daarin uitsluitend gaat over de (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. Alleen als de beslissing gelet op de motivering of de wijze van totstandkoming zo onjuist of onbegrijpelijk is dat deze uitsluitend door vooringenomenheid kan worden verklaard, is er grond voor wraking. De aangevoerde gronden halen deze hoge drempel niet.
Deze mondelinge beslissing is gegeven door mr. A. Tegelaar, voorzitter, mr. A.M.P.T. Blokhuis en mr. M.M. Klaasen, leden, in tegenwoordigheid van de griffier […] en in het openbaar uitgesproken op 7 juni 2022 en vastgelegd op 14 juni 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.