Op 7 juni 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een wrakingsverzoek afgewezen dat was ingediend door verzoekers, waaronder de Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering. Het verzoek was gericht tegen de rechters mr. E. Troost, mr. E.G. de Jong en mr. S. Kuijpers, die betrokken waren bij een civiele procedure met zaaknummer C/05/401375 FZ RK 22/800. Verzoekers voerden aan dat mr. Troost eerder betrokken was bij beslissingen die nadelig waren voor hun kinderen, en dat dit hun vertrouwen in een eerlijke behandeling door deze rechter ondermijnde. Ze stelden dat de rol van de andere rechters zodanig beperkt was dat zij geen invloed konden uitoefenen op de uitkomst van de zaak. Verzoekers beroepen zich op de artikelen 6 en 8 van het EVRM, maar de wrakingskamer oordeelde dat er geen objectieve gronden waren voor de vrees van partijdigheid. De enkele omstandigheid dat mr. Troost eerder betrokken was bij de zaak was onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. De wrakingskamer concludeerde dat verzoekers geen concrete feiten hadden aangedragen die de vrees voor partijdigheid konden onderbouwen. De beslissing om het wrakingsverzoek af te wijzen werd unaniem genomen door de wrakingskamer, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.