ECLI:NL:RBGEL:2022:3187

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
23 juni 2022
Zaaknummer
C/05/403452 / KG RK 22-341
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechter in strafzaak wegens vermeende partijdigheid

Op 24 mei 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. H.C. Leemreize, de rechter in een strafzaak met parketnummer 05/024621-22. De verzoeker had het gevoel al veroordeeld te zijn voordat de zitting had plaatsgevonden en stelde dat er sprake was van een samenspel tussen de rechter en de officier van justitie, wat leidde tot de indruk van vriendjespolitiek met betrekking tot het slachtoffer in de zaak. De procedure begon met een schriftelijk wrakingsverzoek dat op 2 mei 2022 was ontvangen, na indiening op 27 april 2022.

De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking nadat er een einduitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De rechter had op 21 april 2022 een zitting gehouden en de zaak was daarna met een mondelinge einduitspraak afgedaan. De wrakingskamer concludeerde dat er geen reden was voor een behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting, aangezien het recht op een mondelinge behandeling in dit geval niet van toepassing was. De beslissing om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren, werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. P.J.C. Cremers en leden mr. M.J.H. Schuurman en mr. M.J.C. van Leeuwen, en werd in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2022. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/403452 / KG RK 22-341
Beslissing van 24 mei 2021
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. H.C. Leemreize,
rechter in deze rechtbank,
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 27 april 2022, ontvangen op 2 mei 2022.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met parketnummer 05/024621-22. In die zaak heeft op 21 april 2022 om 15:30 uur een zitting plaatsgevonden waarna de zaak aansluitend is afgedaan met een mondelinge einduitspraak.
2.2
Verzoeker heeft aan zijn verzoek ten grondslag gelegd dat hij het gevoel had al veroordeeld te zijn voordat de zitting had plaatsgevonden. Volgens verzoeker vond er een samenspel plaats tussen de rechter en de officier van justitie en was er sprake van vriendjespolitiek met betrekking tot het slachtoffer in de zaak. Verzoeker is van mening dat de zaak opnieuw moet worden bekeken.

3.De beoordeling

Het verzoek is gedaan nadat de rechter in de hoofdzaak einduitspraak heeft gedaan. De wet voorziet echter niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J.C. Cremers, voorzitter, mr. M.J.H. Schuurman en mr. M.J.C. van Leeuwen, leden in tegenwoordigheid van de griffier […] en in openbaar uitgesproken op 24 mei 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.