ECLI:NL:RBGEL:2022:3187
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter in strafzaak wegens vermeende partijdigheid
Op 24 mei 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoek tot wraking was ingediend tegen mr. H.C. Leemreize, de rechter in een strafzaak met parketnummer 05/024621-22. De verzoeker had het gevoel al veroordeeld te zijn voordat de zitting had plaatsgevonden en stelde dat er sprake was van een samenspel tussen de rechter en de officier van justitie, wat leidde tot de indruk van vriendjespolitiek met betrekking tot het slachtoffer in de zaak. De procedure begon met een schriftelijk wrakingsverzoek dat op 2 mei 2022 was ontvangen, na indiening op 27 april 2022.
De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking nadat er een einduitspraak is gedaan in de hoofdzaak. De rechter had op 21 april 2022 een zitting gehouden en de zaak was daarna met een mondelinge einduitspraak afgedaan. De wrakingskamer concludeerde dat er geen reden was voor een behandeling van het wrakingsverzoek ter terechtzitting, aangezien het recht op een mondelinge behandeling in dit geval niet van toepassing was. De beslissing om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren, werd genomen door de wrakingskamer, bestaande uit voorzitter mr. P.J.C. Cremers en leden mr. M.J.H. Schuurman en mr. M.J.C. van Leeuwen, en werd in het openbaar uitgesproken op 24 mei 2022. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.