ECLI:NL:RBGEL:2022:3185

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
24 mei 2022
Publicatiedatum
23 juni 2022
Zaaknummer
C/05/402875 / KG RK 22-285
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure

Op 24 mei 2022 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, een wrakingsverzoek toegewezen dat was ingediend door verzoekster tegen mr. I.C.J.I.M. van Dorp, de rechter in een civiele procedure. Het wrakingsverzoek was ingediend naar aanleiding van een zitting die had plaatsgevonden op 19 april 2022, waarbij verzoekster zich benadeeld voelde door de handelwijze van de rechter. Verzoekster voerde aan dat de rechter het beginsel van hoor en wederhoor had geschonden door audiobestanden niet te beluisteren en nieuwe producties van de wederpartij toe te laten zonder dat zij daarover had verzocht. Daarnaast had de rechter een voorlopig oordeel gegeven dat ongunstig was voor verzoekster, wat bij haar de vrees voor vooringenomenheid deed ontstaan.

De wrakingskamer oordeelde dat, hoewel de afzonderlijke gronden voor wraking niet voldoende waren om vooringenomenheid aan te nemen, de combinatie van omstandigheden wel degelijk de schijn van partijdigheid wekte. De rechter had de zittingszaal moeten verlaten toen zij constateerde dat verzoekster en haar raadsvrouw niet aanwezig waren, om zo elke schijn van partijdigheid te vermijden. De wrakingskamer benadrukte het belang van de schijn van onpartijdigheid in civiele procedures en concludeerde dat de omstandigheden in deze zaak voldoende waren om het wrakingsverzoek toe te wijzen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Zutphen
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/402875 / KG RK 22-285
Beslissing van 24 mei 2022
van de wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] .
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. I.C.J.I.M. van Dorp,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 20 april 2022, de schriftelijke reactie van de rechter van 8 mei 2022 en het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 19 april 2022.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling zijn namens verzoekster verschenen, [… 1] en [… 2] zoals op voorhand per mail van 16 mei 2022 was aangekondigd. Daarnaast is de rechter verschenen.

2.Het wrakingsverzoek

2.1
Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de zaak met nummer 9758729 HA 22-13 tussen verzoekster en de besloten vennootschap Zorgdetail B.V.
2.2
Namens verzoekster hebben de raadslieden het schriftelijke verzoek bij de mondelinge behandeling toegelicht en daartoe verschillende argumenten aangevoerd.
2.3
De rechter heeft laten weten niet in de wraking te berusten en heeft op het verzoek gereageerd. Die reactie wordt hierna voor zover nodig besproken.

3.De beoordeling

3.1.
Een rechter kan alleen gewraakt worden als zich omstandigheden voordoen waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarvan is sprake als de rechter jegens een procesdeelnemer vooringenomen is of als de vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is. Daarbij is het uitgangspunt dat een rechter wordt vermoed onpartijdig te zijn omdat hij als rechter is aangesteld. Voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid toch schade lijdt, bestaat alleen grond in geval van bijzondere omstandigheden die een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het aannemen van (de objectief gerechtvaardigde schijn van) partijdigheid. Uit de wet volgt dat de verzoeker die concrete omstandigheden moet aanvoeren en wel zodra deze aan hem bekend zijn geworden.
3.2
Verzoekster heeft – onder meer – de volgende gronden voor wraking aangevoerd. Volgens verzoekster heeft de rechter het beginsel van hoor en wederhoor geschonden. De rechter heeft gezegd dat zij de door verzoekster ingezonden audiobestanden niet had beluisterd. Daarentegen liet zij tijdens de zitting wel nieuwe producties van de andere partij toe. Daarnaast heeft de rechter een voorlopig oordeel gegeven, zonder dat partijen hierom hadden verzocht. Dit oordeel was ongunstig voor klaagster. Ook heeft verzoekster aangevoerd dat de wijze van ondervraging door de rechter bij haar de vrees voor vooringenomenheid heeft doen ontstaan.
Naar het oordeel van de wrakingskamer maken deze omstandigheden ieder op zichzelf beschouwd niet dat sprake is van een situatie die niet anders kan worden verstaan dan als blijk van vooringenomenheid. Toch komt de wrakingskamer – in samenhang bezien met het navolgende – tot een gegrondverklaring van het wrakingsverzoek.
3.3
In onderhavige zaak zijn partijen door de rechter in de gelegenheid gesteld om tijdens de schorsing gebruik te maken van de zittingszaal. De rechter en de griffier hebben op dat moment de zittingszaal verlaten, waarna de wederpartij in de zittingszaal is gebleven en verzoekster samen met haar raadsvrouw naar buiten is gegaan. Toen verzoekster en haar raadsvrouw na afronding van het overleg in de zittingszaal arriveerden, constateerden zij dat de wederpartij al in de zittingszaal zat en in gesprek was met de rechter.
De rechter heeft in haar reactie laten weten dat er na de schorsing iets niet goed is gegaan. Daar waar zij doorgaans pas de zittingszaal betreedt als beide partijen daar aanwezig zijn, was in dit geval enkel de wederpartij aanwezig. Het heeft een aantal minuten geduurd voordat verzoekster en haar raadsvrouw de zittingszaal weer betraden. Tijdens het wachten is er gesproken tegen en door de wederpartij. Een echt gesprek was het volgens de rechter niet.
Om elke schijn van partijdigheid van de rechter te voorkomen, is het in civielrechtelijke procedures gebruikelijk dat de rechter pas de zittingszaal betreedt, als de betrokken partijen in de zittingszaal aanwezig zijn, dan wel dat beide partijen tegelijkertijd naar binnen komen als de rechter in de zaal is. De ratio van dit gebruik is dat de schijn vermeden wordt dat de rechter mogelijk buiten tegenwoordigheid van één van de partijen de zaak bespreekt met de desbetreffende partij.
Niet is gebleken dat er inhoudelijk over de zaak is gesproken tussen de rechter en de wederpartij. De wrakingskamer is desondanks van oordeel dat de rechter de zittingszaal had moeten verlaten toen zij constateerde dat één van de partijen niet in de zittingszaal aanwezig was. Deze setting – in samenhang bezien met hetgeen voor de schorsing plaats heeft gevonden, onder meer het niet beluisteren van de door verzoekster ingediende audioberichten en het geven van een voorlopig oordeel zonder dat partijen hierom hadden gevraagd – is naar het oordeel van de wrakingskamer voldoende geweest om bij verzoekster de schijn van partijdigheid te wekken. De wrakingskamer zal dan ook het wrakingsverzoek toewijzen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot wraking toe.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.J.C. Cremers, voorzitter, mr. M.J.H. Schuurman en mr. M.J.C. van Leeuwen, leden in tegenwoordigheid van de griffier [… 3] en in openbaar uitgesproken op 24 mei 2022.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.