Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 1 september 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 december 2021.
2.De feiten
2.3. In 2018 zijn [Eiser] en [Gedaagde] met elkaar in contact gekomen en hebben zij meerdere gesprekken gevoerd over een mogelijke samenwerking bij het importeren van hondensnacks uit Zuid-Amerika. Doel van partijen was het opzetten en vormgeven van een structurele samenwerking. Partijen zouden beginnen met de invoer van de twee containers die [Eiser] in eigendom toebehoorden en daarna circa één container per maand importeren die zij zouden laten produceren op basis van de door [Eiser] ontwikkelde recepten voor de klanten van [Gedaagde] .
“Ik ga stoppen met 1 producent, en vlieg volgende week naar [Land 1] en daarna naar [Land 2] om contracten te tekenen met twee andere producenten. Ik had nog aardig wat geld tegoed van die producent en we hebben gisteren afgesproken dat we dit gaan verrekenen middels voorraad. En ik ben nu aan het kijken hoe en wat. Het gaat om twee containers, 1 vol met combo producten en de ander met [Project] . Gecombineerde waarde is 216.000 USD. (…) Ik ben bereid om je die goederen te “geven” voor verkoop, en met de opbrengst nieuwe containers te bestellen en bij je weg te zetten op eenzelfde wijze. Mijn idee zou de volgende zijn, [Gedaagde] importeert de goederen, plaatst ze, verpakt ze en verkoopt. Pas na verkoop betaalt [Gedaagde] de producten aan mij. De winst op verkoop delen we 75 voor jou, 25 voor mij (netto, dus minus de verpakking, opslag kosten etc.). Om dit zo te kunnen doen zijn er echter wel twee vereisten. Ik kan de container niet zelf importeren, dan moet ik mij eerst registreren bij NVWA en belasting verleggen. Duurt veel te lang, over een paar weken gaan de containers op het water. De andere vereiste zou zijn dat er 25.000 euro vooruit wordt betaald. Ik vertrouw je, en zet 2 ton aan waarde bij je weg, wel middels overeenkomst uiteraard. Maar ga ik voor deze constructie met [Gedaagde] , dan duurt het even voordat de voorraad ook daadwerkelijk omgezet wordt in gelden, maar ik kan je wel op deze manier goed op weg helpen met deze producten/lijnen.Ik hoor het wel wat je van het idee vind. Ik wil op dit moment niet samen een BV opzetten oid, gewoon een simpele overeenkomst.”
.
“(…) Het wordt voor mij wel echt de hoogste tijd om richting [Land 1] te communiceren waar de goederen naartoe gaan. Ik krijg anders opslagkosten voor de kiezen. Nou zat ik te denken, als je i.p.v. de 25k ineens bijvoorbeeld 5k aan zou betalen en dat de rest volgende week komt oid, daar heb ik ook geen problemen mee. (…) In ieder geval moeten we woensdag echt spijkers met koppen slaan, ik vertrouw je op je woord, maar het word mij steeds krapper, de goederen moeten echt uiterlijk half mei varen, en reken met twee weken voor bestralen, twee weken voor labelen, laden, naar de haven voor inspectie etc. Dat laatste duurt al een week in totaal (…)”
3.Het geschil in conventie
i. [Gedaagde] veroordeelt tot vergoeding van de door [Eiser] geleden schade, begroot op € 946.000,00, zulks als gevolg van het door [Gedaagde] tekortschieten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [Eiser] en/of als gevolg van het onrechtmatig handelen van [Gedaagde] jegens [Eiser] , te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, te voldoen binnen vijf dagen na betekening van het vonnis daartoe,
ii. voor zover vereist voor recht te verklaren dat aan de buitengerechtelijke vernietiging van de samenwerkingsovereenkomst waarop [Gedaagde] een beroep doet in haar processtuk van 21 april 2021, geen werking toekomt,
iii. voorwaardelijk, voor zover de vordering in reconventie tot ontbinding geheel of gedeeltelijk wordt toegewezen, [Gedaagde] veroordeelt om binnen veertien dagen na vonnis aan [Eiser] te voldoen een bedrag van € 400.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum ontbinding, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag welke niet lager mag zijn dan het bedrag waartoe [Eiser] in reconventie wordt veroordeeld,
iv. [Gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure, inclusief de nakosten en de daarover te berekenen rente.
[Gedaagde] is toerekenbaar tekortgeschoten jegens [Eiser] , althans heeft onrechtmatig jegens [Eiser] gehandeld door onder meer
- hem te bewegen om een samenwerkingsovereenkomst met haar aan te gaan
- een onjuiste voorstelling van zaken te geven over het kunnen betalen van de koopprijs van de te leveren containers,
- niet tijdig althans niet zorgvuldig haar invoerverplichtingen na te komen,
- niet tijdig althans niet zorgvuldig haar betalingsverplichtingen jegens de vervoerder na te komen,
- niet de configuratie aan te leveren voor de door [Eiser] voorgestelde alternatieve levering,
- te weigeren om mee te werken aan de door [Eiser] voorgestelde herlevering en/of daar onredelijke eisen aan te stellen,
- opdracht te geven tot de vernietiging van de twee in Rotterdam gestrande containers.
4.Het geschil in reconventie
i. de ontbinding uitspreekt van de (ver)koopovereenkomst tussen [Eiser] en [Gedaagde] met betrekking tot twee containers met de [Project] producten met een inkoopwaarde van $ 206.000,00,
ii. [Eiser] veroordeelt tot medewerking aan de ingevolge de voornoemde ontbinding op partijen rustende ongedaanmakings- c.q. restitutieverplichtingen ex artikel 6:271 van het Burgerlijk Wetboek (BW) binnen zeven dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis door terugbetaling van de reeds door [Gedaagde] betaalde koopsom ter hoogte van een bedrag van € 32.500,00 op een nader door [Gedaagde] aan te geven bankrekeningnummer,
iii. [Eiser] veroordeelt in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten.
5.De beoordeling
In conventie en in reconventie
“(…) De initiële inbreng voor dit project door [Gedaagde] is 32.500 euro welke als voorschot beschouwd word op de verkoop. (…)”[Eiser] stelt de voorraad kosteloos en zonder rente te rekenen beschikbaar en de al uitgebrachte factuur zal worden gecrediteerd, zo zijn partijen toen overeengekomen.
“(…) Het is zeer spijtig dat de containers vandaag vernietigd zullen worden, dit had om/op heel veel redenen en manieren voorkomen kunnen worden (…)”In dit verband is van belang dat [Gedaagde] onweersproken heeft aangevoerd dat normaliter goederen die niet voorzien zijn van de juiste documenten direct worden vernietigd, maar dat door haar inspanningen [Eiser] nog enig respijt heeft gekregen voor het aanleveren van de documenten. Ook heeft zij onweersproken gesteld dat zij [Eiser] meerdere malen heeft gewaarschuwd dat de NVWA op het punt stond de lading te vernietigen. Daarnaast heeft zij aangevoerd dat de producten zo dicht mogelijk bij de datum van verscheping moeten worden geproduceerd en dat de inhoud van de containers na vijf maanden opslag in de Rotterdamse haven feitelijk onverkoopbaar waren geworden. [Eiser] heeft een en ander niet weersproken. De containers zijn vernietigd op aanwijzing van de NVWA. Daarvan kan [Gedaagde] geen verwijt gemaakt worden.
7.998,00(2 punten × factor 1 × € 3.999,00, tarief VIII)