ECLI:NL:RBGEL:2022:3118
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot schadevergoeding in het kader van aanneming van werk en laswerkzaamheden
In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die onder de naam van een onderneming handelt. De vordering betreft een schadevergoeding van € 41.826,78, die eiseres stelt te vorderen wegens toerekenbare tekortkomingen van gedaagde in de uitvoering van een overeenkomst voor het vervaardigen van staalwerken, specifiek balkons voor een appartementenproject. Eiseres stelt dat gedaagde in verzuim is omdat hij de balkons niet conform de constructieschetsen heeft bevestigd en dat hij de gelegenheid om herstelwerkzaamheden uit te voeren heeft geweigerd.
Gedaagde heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van verzuim. Hij stelt dat eiseres de overeenkomst eenzijdig heeft opgezegd zonder ingebrekestelling en dat de montage van de balkons niet tot zijn verplichtingen behoorde. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat er geen sprake is van verzuim aan de kant van gedaagde. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiseres moeten worden afgewezen, omdat niet is aangetoond dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
In reconventie heeft gedaagde een vordering ingesteld voor betaling van een bedrag van € 6.690,00, maar ook deze vordering is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagde niet voldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn vordering. De proceskosten zijn toegewezen aan gedaagde in conventie en aan eiseres in reconventie, waarbij de rechtbank de kosten heeft begroot op respectievelijk € 3.946,00 en € 622,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.