ECLI:NL:RBGEL:2022:3006

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
20 april 2022
Publicatiedatum
15 juni 2022
Zaaknummer
C/05/389983 / FA RK 21-2182
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking over wijziging van de geboorteakte van een minderjarige in verband met geslachtswijziging

In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, wordt een verzoek behandeld van de ouders van een 14-jarige minderjarige, die vraagt om wijziging van de geboorteakte. De ouders willen dat het geregistreerde geslacht van hun kind, dat al enkele jaren als meisje door het leven gaat, wordt gewijzigd naar vrouwelijk en de voornaam wordt aangepast. De huidige wetgeving staat echter geen geslachtswijziging toe voor minderjarigen onder de 16 jaar. Er is een wetsvoorstel in behandeling dat deze mogelijkheid zou kunnen creëren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die nu als [naam 2] door het leven gaat, al jaren als meisje leeft en de wens heeft om officieel als zodanig geregistreerd te worden. De rechtbank is echter onvoldoende voorgelicht om het verzoek te beoordelen en vraagt om aanvullende verklaringen van de betrokken kinderarts en psycholoog. De ouders worden in de gelegenheid gesteld om deze verklaringen te overleggen, zodat de rechtbank een weloverwogen beslissing kan nemen. De beslissing op het verzoek wordt aangehouden tot de nadere stukken zijn ontvangen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/389983 / FA RK 21-2182
Datum uitspraak: 20 april 2022
beschikking van de meervoudige kamer over wijziging geboorteakte (wijziging van geslacht en wijziging voornaam)
naar aanleiding van het verzoek van:
[verzoekster](nader te noemen: de moeder),
en
[verzoeker](nader te noemen: de vader),
optredend als wettelijk vertegenwoordigers van na te noemen minderjarige, hierna samen te noemen: de ouders,
beiden wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. C. Simmelink te Maarssen,
dat strekt tot wijziging van de geboorteakte van
[naam 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] ,
zetelende te [plaats] ,
nader te noemen: de ambtenaar.
I n zijn hoedanigheid als vermeld in artikel 44 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt in de procedure gekend:
de officier van justitie,
in het arrondissementsparket Oost-Nederland.

1.Vooraf

1.1.
De rechtbank heeft begrepen dat de minderjarige inmiddels door het leven gaat als [naam 2] . Om die reden zal de rechtbank haar vanaf nu ook zoveel mogelijk ‘ [naam 2] ’ of ‘de minderjarige’ noemen en niet ‘ [naam 1] ’. Ook zal de rechtbank naar [naam 2] verwijzen met ‘zij’ als voornaamwoord en ‘haar’ gebruiken als bezittelijk voornaamwoord.

2.Het verloop van de procedure

2.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift, ingekomen bij de griffie op 23 juni 2021;
- de brief van de officier van justitie, ingekomen bij de griffie op 20 juli 2021;
- de brief van de ambtenaar, ingekomen bij de griffie op 19 augustus 2021;
- de e-mail met bijlage van de ambtenaar van 28 januari 2022.
2.2.
Op 6 april 2022 is de zaak achter gesloten deuren behandeld. Hierbij zijn gehoord:
- de ouders met hun advocaat;
- de ambtenaar, in de personen van de heer [persoon 1] en mevrouw [persoon 2] .
2.3.
[naam 2] heeft op 13 september 2021 en op 28 februari 2022 met de kinderrechter gepraat en haar mening over het verzoek gegeven.

3.De feiten

3.1.
Uit het huwelijk van de ouders is geboren het minderjarige kind:
- [naam 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
3.2.
Op 17 maart 2008 is door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] ten behoeve van voornoemd minderjarig kind een geboorteakte opgemaakt met aktenummer 1G0712. Op de geboorteakte staat vermeld: ‘ [naam 1] ’. Bij geslacht is opgenomen: ‘M (mannelijk)’.
3.3.
De minderjarige is op dit moment 14 jaar oud.

4.Het verzoek

4.1.
De ouders hebben de rechtbank verzocht om:
- het op de geboorteakte van de minderjarige geregistreerde geslacht te wijzigen in die zin dat wordt vermeld dat de minderjarige van het vrouwelijk geslacht is;
- de voornaam van de minderjarige te wijzigen naar [naam 2] zodat zij voortaan ‘ [naam 2] ’ zal heten.
4.2.
De ouders hebben aan hun verzoek ten grondslag gelegd dat zij er duurzaam van overtuigd zijn dat [naam 2] niet tot het mannelijke, maar tot het vrouwelijke geslacht behoort. Zij willen daarom dat de geboorteakte wordt aangepast, waardoor op alle documenten de naam ‘ [naam 2] ’ en de vrouwelijke geslachtsaanduiding zijn vermeld. Het verzoek is ook gedaan om eventuele problemen bij de douane of andere instanties te voorkomen. [naam 2] ziet er qua uiterlijk uit als een meisje, maar wordt in alle officiële documenten, waaronder haar reisdocument, nog aangeduid als mannelijk en met de naam ‘ [naam 1] ’. Aangezien [naam 2] pas 14 jaar is, kan zij de ambtenaar niet zelf verzoeken de geslachtsaanduiding op de geboorteakte te wijzigen en haar naam in ‘ [naam 2] ’ te veranderen. De ouders kunnen dit, gelet op haar leeftijd, ook niet namens [naam 2] doen. Zij vragen daarom toestemming van de rechtbank.

5.De standpunten van de belanghebbende en de officier van justitie

5.1.
De ambtenaar heeft gewezen op het voorliggende wetsvoorstel (waar later in deze beschikking op zal worden ingegaan). Daarnaast is er namens de ambtenaar meegedeeld dat hij geen belemmeringen ziet wanneer de rechtbank zou beslissen dat het in het belang van een minderjarige jonger dan 16 jaar is dat van de leeftijd van 16 jaar wordt afgeweken en dat de ambtenaar in dat geval conform de uitspraak van de rechtbank de geboorteakte van [naam 2] zal aanpassen. De ambtenaar heeft daarbij verwezen naar de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 27 november 2019 (ECLI:NL:RBNHO:2019:9705), waarin een verzoek tot geslachtswijziging betreffende een kind jonger dan 16 jaar, is toegewezen.
5.2.
De officier van justitie heeft schriftelijk te kennen gegeven dat er van de zijde van het Openbaar Ministerie geen bezwaar bestaat tegen toewijzing van het verzoek.

6.De beoordeling

Geslachtswijziging
6.1.
Artikel 1:28 eerste lid van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) bepaalt, voor zover hier van belang, dat iedere Nederlander van zestien jaar of ouder die de overtuiging heeft tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in de akte van geboorte, van die overtuiging aangifte kan doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand onder wie de desbetreffende akte berust. In het vierde lid van dit artikel is bepaald dat de minderjarige van zestien jaar of ouder bekwaam is tot het doen van de in het eerste lid bedoelde aangifte ten behoeve van zichzelf, alsmede om ter zake in en buiten rechte op te treden.
6.2.
Artikel 1:28a eerste lid BW bepaalt dat bij de aangifte wordt overgelegd een verklaring van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen deskundige, afgegeven ten hoogste zes maanden voor de datum van de aangifte. In het tweede lid van dit artikel is bepaald dat de deskundigenverklaring vermeldt dat degene op wie de aangifte betrekking heeft jegens de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben tot het andere geslacht te behoren dan is vermeld in zijn akte van geboorte en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen. De deskundige geeft de verklaring niet af indien hij gegronde reden heeft om aan de gegrondheid van bedoelde overtuiging te twijfelen.
6.3.
De huidige wettelijke bepalingen voorzien niet in de mogelijkheid om het verzoek toe te wijzen in het geval de minderjarige jonger is dan zestien jaar. Bij de Tweede Kamer is echter wel een wetsvoorstel in behandeling, strekkende tot wijziging van Boek 1 BW in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte (Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 825) waarin deze mogelijkheid gecreëerd wordt. Het wetsvoorstel strekt ertoe de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte te versoepelen en de procedure te vereenvoudigen. Onder meer wordt voorgesteld de leeftijdsgrens van zestien jaar te laten vervallen, waardoor het ook bij kinderen jonger dan zestien jaar mogelijk wordt gemaakt hun geslacht in de geboorteakte te wijzigen.
6.4.
Op basis van de stukken die zijn overgelegd, dat wat [naam 2] heeft verteld tijdens de gesprekken met de kinderrechter en wat de ouders op de mondelinge behandeling naar voren hebben gebracht, is naar het oordeel van de rechtbank voldoende komen vast te staan dat [naam 2] al enkele jaren als meisje door het leven gaat en ook de wens heeft om als zodanig officieel geregistreerd te worden. [naam 2] is door de huisarts naar het RadboudUMC Amalia kinderziekenhuis verwezen waar ten aanzien van [naam 2] de diagnose genderdysforie is gegeven. [naam 2] is, blijkens het overgelegde voortgangsverslag van 6 oktober 2020 en de brieven van 12 november 2020 en 3 februari 2021, in behandeling bij psycholoog dhr. [persoon 3] en kinderendocrinoloog dhr. [persoon 4] . Uit deze stukken blijkt dat [naam 2] sinds november 2020 hormoonremmers krijgt toegediend om de mannelijke ontwikkeling te stoppen. Ook heeft zij reeds een operatie gehad om de groei van de voeten te stoppen. Echter, zoals ook tijdens de mondelinge behandeling is aangegeven, acht de rechtbank zich op dit moment onvoldoende voorgelicht om het verzoek van de ouders inhoudelijk te beoordelen. Immers, op dit moment geldt nog de voorwaarde dat een kind voor een geslachtswijziging minimaal zestien jaar oud moet zijn en dat is [naam 2] niet. Wel is de rechtbank van oordeel dat er, gelet op de huidige ontwikkelingen op wetgevingsgebied en binnen de rechtspraak, heel specifiek naar [naam 2] en haar belang gekeken moet worden. Daarvoor beschikt de rechtbank echter over onvoldoende actuele informatie. Om die reden worden de ouders in de gelegenheid gesteld om nadere stukken over te leggen, bestaande uit een verklaring van dhr. [persoon 3] (psycholoog) en dhr. [persoon 4] (kinderarts).
6.5.
De rechtbank ziet in de verklaring van dhr. [persoon 3] graag de volgende vragen beantwoord:
- In hoeverre is de genderbeleving van [naam 2] in uw visie fluïde? Kunt u dit nader toelichten?
- Welk effect heeft het op het psychisch welzijn van [naam 2] dat zij nu officieel als mannelijk geregistreerd staat en waarom is het van belang dat die registratie juist nu c.q. nu al wordt aangepast?
6.6.
In de verklaring van dhr. [persoon 4] ziet de rechtbank graag een antwoord op de volgende vragen:
- Wat is de huidige stand van zaken in de behandeling van [naam 2] en hoe ziet de verdere behandeling eruit?
- Wanneer wordt er gestart met de cross-sekse hormonen, en waarom is juist voor dat specifieke moment gekozen?
6.7.
De rechtbank zal het verzoek met betrekking tot de geslachtsnaamwijziging in afwachting van de nadere stukken aanhouden tot
18 mei 2022 pro forma. Uiterlijk op deze datum dienen de verklaringen van dhr. [persoon 3] en dhr. [persoon 4] de rechtbank en de ambtenaar te hebben bereikt. De rechtbank zal zich vervolgens beraden over de verdere voortgang van de procedure en partijen informeren of zij – na partijen de mogelijkheid te geven zich schriftelijk uit te laten – een eindbeschikking zal geven, of dat zij een nieuwe mondelinge behandeling noodzakelijk acht, waarbij de mogelijkheid bestaat dat ook dhr. [persoon 3] en dhr. [persoon 4] als informant zullen worden opgeroepen.
Voornaamswijziging
6.8.
De rechtbank zal – zoals tijdens de mondelinge behandeling is overlegd met partijen – ook het verzoek met betrekking tot de voornaamswijziging aanhouden, zoals hierboven uiteengezet.

7.Beslissing

De rechtbank:
7.1.
houdt de beslissing op de verzoeken aan tot
18 mei 2022 pro forma;
7.2.
verzoekt de ouders de verklaringen van dhr. [persoon 3] en dhr. [persoon 4] uiterlijk op voormelde pro forma datum aan de rechtbank en de ambtenaar beschikbaar (te doen) stellen.
Deze beschikking is gegeven door mr. L.F. Bögemann, voorzitter, tevens rechter, mr. A.A. Roodenburg en mr. C.M. Koopman, rechters, in tegenwoordigheid van S. Benbouazza als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2022.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.