ECLI:NL:RBGEL:2022:282

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 januari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
05.720055.19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in oplichtingszaak tegen KPN en PostNL wegens gebrek aan bewijs

Op 13 januari 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 56-jarige man uit Apeldoorn, die werd verdacht van betrokkenheid bij oplichting van KPN en PostNL. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om zijn betrokkenheid bij de oplichting vast te stellen. De officier van justitie had vrijspraak bepleit voor het primair ten laste gelegde feit, maar vorderde wel een taakstraf voor de verdachte wegens opzetheling van VVV-bonnen en pakketzegels. De verdediging pleitte voor vrijspraak en stelde dat de verdachte geen rol had gespeeld in de oplichting.

De rechtbank oordeelde dat het procesdossier onvoldoende aanknopingspunten bood om de betrokkenheid van de verdachte bij enig strafbaar feit vast te stellen. Er was geen bewijs dat de verdachte op de hoogte was van de oplichting of dat hij VVV-bonnen of pakketzegels had ontvangen. Wel was gebleken dat er pallets met goederen op zijn adres waren afgeleverd, maar deze betroffen geen VVV-bonnen of pakketzegels. Daarom werden zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.

Daarnaast had de benadeelde partij, Koninklijke KPN B.V., een vordering tot schadevergoeding ingediend. Aangezien de verdachte werd vrijgesproken, kon de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen, en werd deze niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, onder leiding van voorzitter M.G.E. ter Hart, en de uitspraak vond plaats tijdens een openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/720055-19
Datum uitspraak : 13 januari 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. M.G. Pekkeriet-Bischop, advocaat in Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
medeverdachte [medeverdachte 1] en/of en/of medeverdachte [medeverdachte 2] en/of
medeverdachte [medeverdachte 3] op een of meer tijdstip(pen)
- in of omstreeks de periode van 27 juni 2017 tot en met 1 december 2017 en/of
- in of omstreeks de periode van 13 maart 2018 tot en met 15 maart 2018 te Apeldoorn en/of te Amersfoort, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door
listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
PostNL N.V. en/of KPN B.V. heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het
verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan
van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten (in totaal):
- 60 VVV-bonnen ter waarde van 10,00 euro en/of
- 110 VVV-bonnen ter waarde van 12,50 euro en/of
- 300 VVV-bonnen ter waarde van 15,00 euro en/of
- 310 VVV-bonnen ter waarde van 20,00 euro en/of
- 350 VVV-bonnen ter waarde van 25,00 euro en/of
- 1950 VVV-bonnen er waarde van 50,00 euro en/of
- een groot aantal pakketzegels,
door
- via de webshop/website van PostNL bovenstaande goederen te bestellen en bij
deze bestellingen (telkens) een valse/fictieve (klant)namen te gebruiken, te
weten (onder andere) Albert KPN Zwolle en/of KPN Postkamer en/of Jeroen
Hekkink en/of KPN Postkamer Zwolle en/of KPN Postkamer - Henk Mulder en/of
Jeroen Ekkerink en/of Leroy KPN Postkamer Zwolle en/of Daan P. en/of
- bij deze bestellingen (telkens) gebruik te maken van een of meer
valse/fictieve e-mailadressen, te weten oasrnoadmie@kpn.com en/of
postnlkpnzwolle@gmail.com en/of
- bij deze bestellingen (telkens) een (aflever)adres op te geven van een of
meer medeverdachten en/of katvangers,
waardoor de aldus gedane bestellingen (telkens) ten laste van KPN B.V. zijn
gekomen, althans waarbij telkens de naam van KPN B.V. is misbruikt
tot en/of bij het plegen van welk feit verdachte in of omstreeks de periode
van 13 maart 2018 tot en met 15 maart 2018 te Apeldoorn, althans in Nederland,
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen
en/of inlichtingen heeft verschaft door toe te staan dat een of meer
bestellingen op zijn, verdachtes, adres werden afgeleverd en/of (vervolgens)
een of meer bestellingen aan te nemen en/of deze pakketten (vervolgens) (in
zijn woning) te bewaren / op te slaan;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 maart 2018
tot en met 15 maart 2018 te Apeldoorn, althans in Nederland,
een of meer goederen, te weten een of meer pakketten met daarin VVV-bonnen en/of pakketzegels,
heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen, wist, althans
redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen goederen
betrof.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, omdat volgens hem niet bewezen kan worden dat verdachte weet heeft gehad van de oplichting. Volgens de officier van justitie is er wel voldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor een bewezenverklaring van de opzetheling van de VVV-bonnen en/of pakketzegels. De officier van justitie vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 100 uur, te vervangen door 50 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het primair ten laste gelegde feit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daartoe heeft de verdediging aangevoerd dat niet is gebleken dat verdachte een rol heeft gespeeld bij de oplichting. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat de verdenking ziet op strafbare feiten die verdachte zou hebben begaan met betrekking tot VVV-bonnen en/of pakketzegels.
Naar het oordeel van de rechtbank biedt het procesdossier onvoldoende aanknopingspunten om de betrokkenheid van verdachte, op welke manier dan ook, bij enig strafbaar feit met betrekking tot VVV-bonnen en/of pakketzegels vast te stellen. Uit het procesdossier is niet gebleken dat verdachte wist van de oplichting met betrekking tot de VVV-bonnen en/of pakketzegels of dat verdachte wist dat er VVV-bonnen bij hem zouden worden afgeleverd. Ook is niet gebleken dat verdachte daadwerkelijk zelf VVV-bonnen en/ of pakketzegels in ontvangst heeft genomen. Wel is gebleken dat op het adres van verdachte pallets met goederen zijn afgeleverd, maar dit betreft geen VVV-bonnen of pakketzegels. De rechtbank acht daarom de primair en subsidiair aan verdachte ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen, zodat verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

3.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij Koninklijke KPN B.V. heeft in verband met het tenlastegelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. Nu verdachte zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde, kan de benadeelde partij niet in haar vordering worden ontvangen. De benadeelde partij zal daarom niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.

4.De beslissing

De rechtbank:

spreekt verdachte vrijvan het primair en subsidiair ten laste gelegde feit;

verklaartde benadeelde partij Koninklijke KPN B.V.
niet-ontvankelijkin de vordering.
Dit vonnis is gewezen door M.G.E. ter Hart (voorzitter), mr. Y.M.J.I. Baauw en
mr. E.H.T. Rademaker, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.R. van Damme en
mr. A.A.M. Disberg, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 januari 2022.

mr. van Damme is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen