ECLI:NL:RBGEL:2022:2803

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
3 juni 2022
Publicatiedatum
3 juni 2022
Zaaknummer
C/05/401708 / KG ZA 22-86
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot erf voor werkzaamheden op grond van ladderrecht in burenzaak

In deze zaak, die zich afspeelt in Arnhem, vorderden eisers, buren van gedaagde, toegang tot het erf van gedaagde om werkzaamheden aan hun woning te kunnen verrichten op basis van het ladderrecht. De voorzieningenrechter heeft op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een kort geding, waarbij de vordering van eisers deels werd toegewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen gewichtige redenen waren voor gedaagde om de toegang te weigeren. De procedure begon met een dagvaarding en een mondelinge behandeling op 4 mei 2022, waarbij beide partijen hun standpunten naar voren brachten. Eisers stelden dat zij spoedeisend belang hadden bij de toegang tot het erf, omdat zij werkzaamheden aan hun woning wilden uitvoeren, terwijl gedaagde betwistte dat er sprake was van spoedeisend belang en dat de vorderingen ongeschikt waren voor behandeling in kort geding. De rechtbank oordeelde dat de feiten voldoende waren vastgesteld en dat de vorderingen van eisers geschikt waren voor kort geding. Uiteindelijk werd gedaagde veroordeeld om eisers toegang te verlenen tot zijn erf voor de uitvoering van de werkzaamheden, met inachtneming van bepaalde voorwaarden. De vorderingen in reconventie van gedaagde werden afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/401708 / KG ZA 22-86
Vonnis in kort geding van 25 mei 2022
in de zaak van

1.[eiser in conventie/verweerder in reconventie sub 1] ,

2.
[eiser in conventie/verweerder in reconventie sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. B. van Treijen te Lent,
tegen
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. R.C.H. Burgers en R.M.M. Dijkstra te Nijmegen.
Partijen zullen hierna [eisers in conventie/verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de akte wijziging van eis en overlegging van producties van [eisers in conventie/verweerders in reconventie]
  • de eis in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie]
  • de mondelinge behandeling op 4 mei 2022
  • de pleitnota van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
1.2.
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] bezwaar gemaakt tegen de eis in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Volgens [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ten onrechte verzuimd om de eis in reconventie uiterlijk 24 uur voorafgaand aan de mondelinge behandeling in te dienen. Ter mondelinge behandeling heeft de voorzieningenrechter beslist dat de eis in reconventie in behandeling zal worden genomen. De eis in reconventie is slechts 22 uur voorafgaand aan de mondelinge behandeling ingediend, zodat het maar om een geringe termijnoverschrijding gaat. Bovendien heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voorafgaand aan de mondelinge behandeling per brief aan de advocaat van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aangekondigd dat er een eis in reconventie zou worden ingediend. De eis in reconventie heeft bovendien betrekking op het verweer in conventie, zodat het niet aannemelijk is dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] op onaanvaardbare wijze in zijn processuele belangen is geschaad.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers in conventie/verweerders in reconventie] en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zijn sinds april 2018 buren. De woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aan het adres [adres] te [woonplaats] is een hoekwoning. De woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aan het adres [adres] is aan de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] geschakeld, in die zin dat de oostgevel van de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] grenst aan de westgevel van de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie]
2.2.
In februari en maart 2022 hebben partijen met elkaar gesproken en gecorrespondeerd via WhatsApp en e-mail over werkzaamheden die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aan zijn woning beoogde te verrichten. Deze werkzaamheden zagen onder meer op het aanbrengen van stucwerk op de buitengevels van de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] Op 14 maart 2022 heeft de zoon van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] per WhatsApp aan [eisers in conventie/verweerders in reconventie] laten weten dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen toestemming geeft voor werkzaamheden aan de muur op de erfgrens van partijen. Het WhatsApp-bericht van de zoon van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] luidt, voor zover relevant:
“(…) Voor De werkzaamheden heden aan de muur op de erfgrens hebben wij gewichtige redenen om dit niet zo toe te staan hiervoor zal onze advocaat contact met u opnemen (…)”
2.3.
De gemachtigde van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] per e-mail van 18 maart 2022 gesommeerd om [eisers in conventie/verweerders in reconventie] toegang te verlenen tot het perceel van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de door hem beoogde werkzaamheden kon uitvoeren. Naar aanleiding van deze e-mail heeft de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] laten weten dat hij de kwestie eerst met [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zou bespreken en daarna zou reageren, maar tot dat laatste is het niet gekomen.
2.4.
De advocaat van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft per e-mail van 23 maart 2022 aan de advocaat van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] laten weten dat hij een kort geding zou starten, waarin [eisers in conventie/verweerders in reconventie] medewerking aan de werkzaamheden van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zal vorderen.
2.5.
Voorafgaand aan dit kort geding heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aan de achterzijde van de zijgevel van zijn woning chemische ankers en een antracieten betonnen rand aangebracht. Daarnaast heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] voorafgaand aan dit kort geding drie muren van zijn woning afgewerkt met stucwerk. De muur grenzend aan het perceel van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] (de westelijke zijgevel) heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] nog niet afgewerkt met stucwerk. De situatie ziet er thans als volgt uit, waarbij de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zichtbaar is aan de rechterzijde van de foto.
foto woning met oprit

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eisers in conventie/verweerders in reconventie] vordert na wijziging van eis dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
A. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om, al dan niet tegen in goede justitie vast te stellen compensatie door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] wegens gestelde inbreuk op rechten van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , voor het aanbrengen van stucwerk op de gevels van het huis van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] , met uitzondering van het gedeelte van de gevel onder de carport van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot aan het punt waar het dak de gevel raakt of, indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dat wenst, tot aan de regenpijp, en alle daarbij behorende werkzaamheden in het kader van herstel en onderhoud, ongehinderde toegang te verlenen op en over het erf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] of hun hulppersonen, en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om daartoe de zijgevel op de erfgrens vrij te houden en niet de werkzaamheden te verhinderen of te bemoeilijken, dan wel te laten verhinderen of bemoeilijken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per aangevangen dag van overtreding, alles mits [eisers in conventie/verweerders in reconventie] minimaal zeven dagen vooraf aankondigen op welke dag er gewerkt zal gaan worden middels e-mail [e-mailadres] , dan wel een ander e-mailadres naar keuze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om voor het aanbrengen van stucwerk op de gevel van de schuur van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] , en alle werkzaamheden in het kader van herstel en onderhoud van die schuur, de ongehinderde toegang te verlenen op en over het erf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] of hun hulppersonen, en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te veroordelen daartoe de zijgevel op de erfgrens vrij te houden voor een steiger en niet de werkzaamheden te verhinderen of te bemoeilijken, dan wel te laten verhinderen of bemoeilijken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per aangevangen dag van overtreding, alles mits [eisers in conventie/verweerders in reconventie] minimaal zeven dagen vooraf aankondigen op welke dag er gewerkt zal gaan worden middels e-mail [e-mailadres] dan wel een ander e-mailadres naar keuze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
subsidiair:
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om voor het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van herstel en onderhoud, zoals het herstellen van voegen en stenen en het vochtwerend maken met impregneermiddel en afwerken met verf en reiniging en alle daarbij horende werkzaamheden, ongehinderde toegang op en over het erf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] te verlenen voor werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] of hun hulppersonen, en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om daartoe de zijgevel op de erfgrens vrij te houden en niet de werkzaamheden te verhinderen of te bemoeilijken, dan wel te laten verhinderen of bemoeilijken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per aangevangen dag van overtreding, alles mits [eisers in conventie/verweerders in reconventie] minimaal zeven dagen vooraf aankondigen op welke dag er gewerkt zal gaan worden middels e-mail [e-mailadres] dan wel een ander e-mailadres naar keuze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt om voor het aanbrengen van stucwerk op de gevel van schuur van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] , en alle werkzaamheden in het kader van herstel en onderhoud van die schuur, ongehinderde toegang te verlenen op en over het erf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] of hun hulppersonen, en [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt daartoe de zijgevel op de erfgrens vrij te houden voor een steiger en niet de werkzaamheden te verhinderen of te bemoeilijken, dan wel te laten verhinderen of te bemoeilijken, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 5.000,- per aangevangen dag van overtreding, alles mits [eisers in conventie/verweerders in reconventie] minimaal zeven dagen vooraf aankondigen op welke dag er gewerkt zal gaan worden middels e-mail [e-mailadres] dan wel een ander e-mailadres naar keuze van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
zowel primair als subsidiair:
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2.
Ter onderbouwing van zijn vorderingen stelt [eisers in conventie/verweerders in reconventie] het volgende. Op grond van de wet is [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gehouden om [eisers in conventie/verweerders in reconventie] toegang tot zijn perceel te verlenen zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de door hem beoogde werkzaamheden kan verrichten. Ondanks herhaald verzoek weigert [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dit. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft er spoedeisend belang bij dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] wordt veroordeeld om toegang tot zijn perceel te verlenen, op straffe van een dwangsom.
3.3.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voert als volgt verweer. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft geen spoedeisend belang bij zijn vorderingen. De zaak is ongeschikt voor behandeling in kort geding. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is niet gehouden om [eisers in conventie/verweerders in reconventie] toegang tot zijn perceel te verlenen. De muur, althans een deel van de muur die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] van stucwerk wenst te voorzien is mandelig zodat partijen alleen gezamenlijk bevoegd zijn tot het gebruik en beheer van het desbetreffende gedeelte van de muur. Daarnaast maakt [eisers in conventie/verweerders in reconventie] inbreuk op het eigendomsrecht van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] door het stucwerk aan te brengen. Indien de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] geheel of gedeeltelijk worden toegewezen, dan bestaat er voor toewijzing van een dwangsom geen noodzaak. Indien en voor zover er een dwangsom wordt toegewezen, dan dient deze te worden gematigd en gemaximeerd. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] , althans tot afwijzing van zijn vorderingen, met veroordeling van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] in de proceskosten.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vordert dat de voorzieningenrechter, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] verbiedt om aan de gemeenschappelijke en mandelige onderdelen van de woningen aan de [adres] en de [adres] te [woonplaats] – waaronder in ieder geval wordt verstaan de westelijke zijgevel van de woning aan de [adres] te [woonplaats] , die tevens de oostelijke zijgevel is van de woning van de [adres] te [woonplaats] – onderhoudswerkzaamheden, esthetische werkzaamheden en/of overige werkzaamheden te verrichten totdat partijen na behoorlijk overleg daartoe gezamenlijk hebben besloten, dan wel totdat bij in kracht van gewijsde gegaan of uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in een bodemprocedure is beslist dat deze onderdelen niet gemeenschappelijk en mandelig zijn, althans dat bij in kracht van gewijsde gegaan of uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis in een bodemprocedure is beslist dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] gerechtigd is om werkzaamheden aan deze onderdelen uit te voeren;
II. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] veroordeelt tot betaling van een dwangsom van € 20.000,- indien hij na betekening van dit vonnis het verbod onder I. overtreedt;
III. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] gebiedt om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de reeds uitgevoerde werkzaamheden aan de gemeenschappelijke en mandelige onderdelen van de woningen aan de [adres] en de [adres] te [woonplaats] – waaronder in ieder geval wordt verstaan de aangebrachte chemische ankers en de antracieten betonnen rand aan de achterzijde van de zijgevel (zie de foto’s die namens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] als productie 9 zijn overgelegd) – ongedaan te maken, op een zodanige wijze dat de zijgevel van de woningen aan de [adres] en de [adres] te [woonplaats] in afwachting van de uitkomst van een bodemprocedure in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht, een en ander op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, met een maximum van
€ 20.000,-;
IV. een zodanige beslissing neemt als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren en die in het belang is van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ;
V. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf veertien dagen na dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de nakosten.
4.2.
Ter onderbouwing van zijn vorderingen stelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het volgende. Een deel van de muren waaraan [eisers in conventie/verweerders in reconventie] werkzaamheden heeft verricht of nog wenst te verrichten is mandelig. Partijen zijn alleen gezamenlijk bevoegd tot het gebruik en beheer van de mandelige gedeelten van de muren. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft geen toestemming verleend voor de werkzaamheden die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] daaraan heeft verricht en nog wenst te verrichten. [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft er spoedeisend belang bij dat het [eisers in conventie/verweerders in reconventie] wordt verboden om werkzaamheden te verrichten aan de mandelige delen van muren, op straffe van een dwangsom. Ook heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] er spoedeisend belang bij dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] wordt veroordeeld tot het ongedaan maken van de werkzaamheden die hij tot dusver aan de mandelige delen van de muren heeft verricht, op straffe van een dwangsom.
4.3.
[eisers in conventie/verweerders in reconventie] voert als volgt verweer. Van mandeligheid is geen sprake. Indien er al sprake is van mandeligheid, dan geldt dit slechts voor een bepaald gedeelte van de muur, daar waar de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] grenst aan die van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] De werkzaamheden die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] al heeft verricht waren noodzakelijk en zijn niet meer terug te draaien. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van de vorderingen van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , althans tot afwijzing van zijn vorderingen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in conventie

5.1.
Ter beoordeling ligt voor of [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toegang moet verlenen tot zijn perceel zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de door hem beoogde werkzaamheden kan verrichten.
5.2.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft een aantal formele verweren aangevoerd tegen de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] Deze verweren zullen als eerste worden beoordeeld.
spoedeisend belang
5.3.
[eisers in conventie/verweerders in reconventie] stelt dat hij er spoedeisend belang bij heeft dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toegang tot zijn perceel verleent omdat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] werkzaamheden aan zijn woning wenst te verrichten. Daarbij heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] erop gewezen dat hij thans een stukadoor heeft gecontracteerd die vanwege recente prijsstijgingen in de bouw enkel bereid is om de werkzaamheden tegen de overeengekomen prijs uit te voeren indien het werk voor de zomer gereed is. Daarnaast zijn volgens [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de weersomstandigheden nu gunstig voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Indien er te lang wordt gewacht met de werkzaamheden, kan er door de zon scheurvorming ontstaan in het drogende stucwerk, aldus [eisers in conventie/verweerders in reconventie] Verder heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aangevoerd dat hij nu met een half afgewerkt huis zit en dat van hem niet gevergd kan worden om voor het afwerken van het resterende deel eerst een bodemprocedure af te wachten.
5.4.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft daarentegen aangevoerd dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] spoedeisend belang ontbeert. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn stellingen met betrekking tot de stukadoor onvoldoende onderbouwd. Bovendien is [eisers in conventie/verweerders in reconventie] er volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zelf debet aan dat hij thans met een half afgewerkt huis zit. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft er immers zelf voor gekozen om een deel van zijn woning af te laten werken en een ander deel niet, aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] .
5.5.
Bij de beoordeling van het voorgaande geldt als wettelijk uitgangspunt dat de voorzieningenrechter bevoegd is om een voorziening bij voorraad te geven in alle spoedeisende zaken waarin dat vereist is gelet op de belangen van partijen. Een spoedeisend belang bij een voorziening heeft de eiser van wie men niet kan vergen dat hij eerst een bodemprocedure afwacht. Of men van de eiser kan vergen dat hij een bodemprocedure afwacht, hangt af van (onder meer) het voorlopig karakter van het rechterlijk oordeel. Ook hangt dit af van de vraag hoe ingrijpend de gevolgen zijn van het uitblijven of verlenen van de voorziening.
5.6.
Geoordeeld wordt dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn spoedeisend belang voldoende aannemelijk heeft gemaakt. Van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] kan in redelijkheid niet worden gevergd dat hij voor het afwerken met stucwerk van de resterende zijgevel en de schuur eerst de uitkomst van een bodemprocedure afwacht. Daarbij wordt voorbijgegaan aan de stelling van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] het aan zichzelf te danken heeft dat hij thans met een gedeeltelijk afgewerkt huis zit. Partijen hebben immers geruime tijd gesproken en gecorrespondeerd over de door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] beoogde werkzaamheden. Daarbij leek het er aanvankelijk op dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet onwelwillend stond tegenover de werkzaamheden. Zo heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] per brief van
27 februari 2022 aan [eisers in conventie/verweerders in reconventie] laten weten:
“(…) Uiteraard verlenen wij u de mogelijkheid om arbeid te verrichten aan de gevel ongeacht of dit wettelijk voorgeschreven staat. (…)”Daarnaast heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] onweersproken aangevoerd dat de verhoudingen tussen partijen aanvankelijk goed waren. Tegen die achtergrond mag het geen verbazing wekken dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] op enig moment een stukadoor heeft benaderd en is aangevangen met de werkzaamheden. Anders dan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] stelt, hoeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn stellingen met betrekking tot de stukadoor niet aan te tonen door middel van bewijs. In kort geding gelden de regels van het bewijsrecht immers niet. Voldoende is dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn stellingen aannemelijk maakt en dat heeft hij op dit punt gedaan.
geschiktheid voor kort geding
5.7.
Verder heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] ongeschikt zijn om in kort geding te worden behandeld. Ter onderbouwing heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] niet het karakter van een ordemaatregel hebben. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] zou toewijzing van de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] onomkeerbare gevolgen hebben omdat het stucwerk niet meer verwijderd kan worden, bijvoorbeeld nadat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] in een bodemprocedure in het ongelijk wordt gesteld.
5.8.
Bij de beoordeling van dit verweer geldt het volgende als uitgangspunt. Op grond van de wet kan een voorziening worden geweigerd indien een zaak niet geschikt is om in kort geding te worden beslist. Volgens de Hoge Raad moet de kortgedingrechter naar hedendaagse rechtsopvattingen met terughoudend van deze bevoegdheid gebruik maken (HR 24 februari 2006,
NJ2007, 37). Volgens de Hoge Raad kan in twee gevallen sprake zijn van ongeschiktheid voor behandeling in kort geding (HR 4 juni 1993,
NJ1993, 659). Ten eerste kan een zaak ongeschikt zijn indien de feiten binnen het beperkte kader van het kort geding niet voldoende tot klaarheid zijn gebracht. Ten tweede kan een zaak ongeschikt zijn indien de voorzieningenrechter de gevolgen van een door hem te geven beslissing niet voldoende kan overzien.
5.9.
Geoordeeld wordt dat het verweer van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op dit punt faalt. Dat het stucwerk nooit meer kan worden verwijderd is niet gebleken. De feiten zijn in deze zaak voldoende tot klaarheid gebracht en de gevolgen van de beslissing zijn te overzien, namelijk dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn woning en schuur afwerkt met stucwerk. Daarmee zijn de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] geschikt om in kort geding te worden beoordeeld.
ladderrecht
5.10.
Nu de formele verweren van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] falen, kan worden toegekomen aan een beoordeling van de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft kort gezegd gevorderd dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ongehinderd toegang tot zijn erf verleent zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de door hem beoogde werkzaamheden aan zijn woning kan verrichten. Volgens [eisers in conventie/verweerders in reconventie] is [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daartoe gehouden op grond van de wet.
5.11.
De wet bepaalt daarover in artikel 5:56 BW dat de eigenaar van een onroerende zaak gehouden is om na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan dat een ander tijdelijk van zijn onroerende zaak gebruik maakt wanneer dat voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is, tenzij er gewichtige redenen zijn om dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.
5.12.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft onder meer aangevoerd dat de gevel die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] nog van stucwerk wenst te voorzien mandelig is. Dat maakt dat beide partijen alleen gezamenlijk bevoegd zijn tot het gebruik en beheer van dat deel van de gevel, aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , zodat hij een gewichtige reden heeft om het gebruik van zijn erf te weigeren.
5.13.
Op grond van artikel 5:62 lid 2 BW is een scheidsmuur gemeenschappelijk eigendom en mandelig indien twee gebouwen of werken, die aan verschillende eigenaars toebehoren, die scheidsmuur gemeen hebben. Uit de jurisprudentie volgt dat een muur die slechts aan één kant onderdeel is van een gebouw of werk en aan de andere kant grenst aan onbebouwde grond niet mandelig is en dat in het geval twee gebouwen slechts een deel van een muur gemeen hebben, alleen dat deel als scheidsmuur en dus als mandelig is aan te merken [1] . Dat leidt ertoe, wanneer de foto onder punt 2.5 van dit vonnis nader wordt bekeken, dat slechts mandelig kan zijn de muur van de garage van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] en het gedeelte van de muur onder de carport van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot aan het punt waar de voorgevel van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aanvangt. Dat punt valt ongeveer samen met de regenpijp (eveneens zichtbaar op de foto onder punt 2.5). Het gedeelte van de gevel vanaf de regenpijp richting de voorzijde van de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] is niet mandelig omdat dit aan onbebouwde grond grenst. Het gedeelte van de gevel dat uitkomt boven het dak van de woning (de garage) van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is evenmin mandelig omdat de woningen van partijen die muur niet gemeen hebben.
5.14.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft subsidiair aangevoerd dat de zijgevel van de woningen op grond van het oude recht mandelig is en op grond van het overgangsrecht daarom ook nu nog mandelig is. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is in artikel 681 lid 2 BW (oud) een regeling getroffen voor gevallen waarin een mandelige muur twee gebouwen van elkaar scheidt die niet even hoog zijn. Volgens dit artikel wordt een muur vermoed mandelig te zijn tot de hoogte van het laagste gebouw, aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Dat brengt met zich dat op grond van het oude recht de zijmuur mandelig is tot aan de top van het dak van de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangezien het dak van de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] vermoedelijk iets lager is dan het dak van de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] , nog steeds aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Daarin wordt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] echter niet gevolgd. Een bestudering van de situatie ter plaatse, zoals weergegeven op de foto onder punt 2.5, leert immers dat het laagste gebouw in dit geval de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] is op het punt waar de voorgevel van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aanvangt (daar waar het dak van zijn garage grenst en aansluit aan de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] ). Het gedeelte daaronder is mandelig, ook onder het oude recht, en de rest van de muur niet.
5.15.
Ter mondelinge behandeling heeft [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn eis gewijzigd in die zin dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] toegang tot zijn perceel moet verlenen zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] de gevel van stucwerk kan voorzien met uitzondering van het mandelige gedeelte zoals omschreven in r.o. 5.13. [eisers in conventie/verweerders in reconventie] heeft aangeboden om, indien [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] daar de voorkeur aan geeft, het gedeelte bij de carport van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot aan de regenpijp van stucwerk te voorzien, zodat daar de overgang van stucwerk naar metselwerk minder opvalt. Dat maakt dat niet meer kan worden gesproken van een gewichtige reden tot weigering van het ladderrecht aan de zijde van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] , zodat het verweer van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] op dit punt faalt.
5.16.
[gedaagde in conventie/eiser in reconventie] heeft ook aangevoerd dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] met de door hem beoogde werkzaamheden een inbreuk pleegt op zijn eigendomsrecht. Ter onderbouwing heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat het gebruik van stucstoppers en hoekprofielen nadelige gevolgen zal hebben voor de uitstraling van zijn woning. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] leidt dit tot een onafgewerkte en rommelige indruk van de voorgevel. Door het gebruik van stucstoppers en hoekprofielen zullen onder meer de tegels op de oprit, het boeibord, de dakgoot, de aansluiting van de dakgoot en de aansluiting rondom de voorgevel van de woning van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] bij de voordeur en de garagedeur gedeeltelijk onder de stucstoppers en de hoekprofielen verdwijnen, aldus [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] . Daarnaast heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat door het stucwerk de gevel circa 1,5 à 2 centimeter dikker wordt, zodat er ten dele op zijn erf gebouwd gaat worden. Volgens [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] mag hij als eigenaar verlangen dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] deze overbouw verwijdert.
5.17.
Geoordeeld wordt dat dit verweer evenmin een gewichtige reden oplevert zoals bedoeld in de wet op grond waarvan [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het ladderrecht kan weigeren. Of [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] het resultaat van de werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] mooi vindt, doet in feite niet ter zake. Dat zou pas anders zijn indien [eisers in conventie/verweerders in reconventie] met de door hem beoogde werkzaamheden onrechtmatig handelt – bijvoorbeeld doordat hij in strijd handelt met welstandeisen en bouwvoorschriften – maar gesteld noch gebleken is dat daarvan sprake is. Evenmin is voldoende aannemelijk geworden dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] overbouw realiseert door het stucwerk aan te brengen. Het gaat immers slechts om een dunne laag stucwerk van hooguit 20 millimeter, die bovendien niet volledig doorloopt tot aan de bestrating van de oprit. Indien dat een overbouw zou opleveren, dan kan hetzelfde mogelijk gezegd worden van bijvoorbeeld schilderwerk inclusief grondverf. Of dat de bedoeling van de wetgever is geweest, valt te bezien.
5.18.
Tot slot heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] aangevoerd dat de werkzaamheden die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] beoogt uit te voeren – namelijk het aanbrengen van stucwerk – niet noodzakelijk zouden zijn. De wet stelt voor gebruikmaking van het ladderrecht echter niet de voorwaarde dat werkzaamheden noodzakelijk zijn, zodat ook aan dit verweer voorbij zal worden gegaan.
5.19.
Het voorgaande leidt ertoe dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] gehouden is om toegang tot zijn erf te verlenen zoals hierna in het dictum omschreven. Voor toewijzing van een dwangsom wordt vooralsnog geen aanleiding gezien omdat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ter mondelinge behandeling heeft toegezegd mee te zullen werken aan een eventuele toewijzing van de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] en toegang te verschaffen tot zijn erf als hij daartoe wordt veroordeeld.
5.20.
Ook heeft [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] ter mondelinge behandeling toegezegd dat hij zal toestaan dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] toegang krijgt tot zijn perceel aan de achterzijde en dat daar tijdelijk een steiger wordt geplaatst zodat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] zijn schuur van stucwerk kan voorzien. Dat maakt dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] geen rechtens te respecteren belang meer heeft bij toewijzing van zijn daarop gerichte vorderingen, zodat dat deel van zijn vorderingen zal worden afgewezen.

6.De beoordeling in reconventie

6.1.
Ter beoordeling ligt voor of het [eisers in conventie/verweerders in reconventie] verboden moet worden om werkzaamheden te verrichten aan de mandelige onderdelen van de woningen van partijen, op straffe van een dwangsom. In het verlengde daarvan is aan de orde of [eisers in conventie/verweerders in reconventie] moet worden veroordeeld tot het ongedaan maken van de werkzaamheden die hij tot dusver heeft verricht aan de mandelige onderdelen van de woningen van partijen.
6.2.
Gelet op het hiervoor gegeven oordeel in conventie en mede gelet op de eiswijziging van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] ter mondelinge behandeling, bestaat geen aanleiding meer voor het uitspreken van een verbod op het uitvoeren van werkzaamheden aan de mandelige onderdelen van de woningen van partijen. In conventie is immers gebleken dat alleen de muur van de garage van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] grenzend aan de woning van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] inclusief het gedeelte van de muur onder de carport van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] mandelig is en aan dat gedeelte zal [eisers in conventie/verweerders in reconventie] geen werkzaamheden verrichten. Dat maakt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen rechtens te respecteren belang meer heeft bij het door hem gevorderde verbod, zodat dit zal worden afgewezen.
6.3.
Ook zal worden afgewezen de vordering van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot het ongedaan maken van de werkzaamheden die [eisers in conventie/verweerders in reconventie] reeds heeft verricht. Weliswaar staat vast dat [eisers in conventie/verweerders in reconventie] aan de achterzijde van de zijgevel van zijn woning chemische ankers en een antracieten betonnen rand heeft aangebracht, maar los van de vraag of dit een mandelig stuk muur betreft, is door [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] niet betwist dat het om een slecht stuk muur gaat dat onderhoud nodig had ter voorkoming van afbrokkeling en/of het ontstaan van lekkage. Dat maakt dat [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] geen rechtens te respecteren belang, laat staan een spoedeisend belang heeft bij verwijdering van de betonstenen en chemische ankers, nog daargelaten dat die, naar [eisers in conventie/verweerders in reconventie] ter zitting onweersproken heeft aangevoerd, ook niet kunnen worden verwijderd zonder schade te veroorzaken.

7.Voorts in conventie en in reconventie

7.1.
Aangezien elk van partijen als op enig punt in het ongelijk gesteld is te beschouwen, mede gelet op het feit dat de vorderingen in reconventie van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] rechtstreeks verband houden met de vorderingen van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] in conventie, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten zowel in conventie als in reconventie te compenseren op de hierna te vermelden wijze.

8.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
8.1.
veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] tot het verlenen van ongehinderde toegang op en over het erf van [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] voor het aanbrengen van stucwerk op westelijke zijgevel van het huis van [eisers in conventie/verweerders in reconventie] en alle daarbij behorende werkzaamheden door [eisers in conventie/verweerders in reconventie] of zijn hulppersonen, met inachtneming van hetgeen hierover in r.o. 5.13 is overwogen, en veroordeelt [gedaagde in conventie/eiser in reconventie] om daartoe de zijgevel op de erfgrens vrij te houden en de werkzaamheden niet te verhinderen of te bemoeilijken, dan wel te laten verhinderen of bemoeilijken, alles mits [eisers in conventie/verweerders in reconventie] minimaal zeven dagen vooraf aankondigt op welke dag er gewerkt zal gaan worden middels e-mail [e-mailadres] ,
8.2.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
8.3.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
8.4.
wijst de vorderingen af,
voorts in conventie en in reconventie
8.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en in het openbaar uitgesproken op 25 mei 2022.

Voetnoten

1.Zie o.m. gerechtshof ’s-Gravenhage 29 maart 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BP9844, en gerechtshof Leeuwarden 30 oktober 2012, ECLI:NL:GHLEE:2012:BY1558