Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van
[eiseres], te [woonplaats], eiseres,
[derde-partij], te [woonplaats]
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 2 juni 2022, staat de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering centraal. Eiseres, werkzaam als bestuurlijk juridisch adviseur, had zich op 25 januari 2016 ziekgemeld met psychische klachten. De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen had haar met ingang van 22 januari 2018 een WGA-uitkering toegekend. Eiseres ging in beroep tegen het besluit van 5 december 2018, waarin haar bezwaar ongegrond werd verklaard. Tijdens de zitting op 12 april 2022 was eiseres niet aanwezig, maar haar gemachtigde en een derde-partij waren wel vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de toekenning van de WGA-uitkering is gebaseerd op een medisch en arbeidskundig onderzoek. De verzekeringsarts concludeerde dat eiseres op de datum in geding volledig maar niet duurzaam arbeidsongeschikt was. De rechtbank oordeelde dat de medische rapporten overtuigend waren en dat eiseres niet had onderbouwd waarom deze onjuist zouden zijn. De arbeidsdeskundige bevestigde dat eiseres, gezien haar beperkte belastbaarheid, ongeschikt was voor haar eigen functie en dat er geen theoretische verdiencapaciteit kon worden vastgesteld.
De rechtbank kwam tot de conclusie dat de toekenning van de WGA-uitkering terecht was en verklaarde het beroep ongegrond. Eiseres had geen aanleiding gegeven voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.