Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks hij op of omstreeks23 oktober 2019 te Amsterdam,
althans in Nederland,
/ofhaar mond en
/of
(tong
)zoenen en
/ofzich door haar te laten aftrekken.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van de straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
- beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde] van € 1.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 1.500,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 oktober 2019 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 25 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.