Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding van de vrouw,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie van de man,
- het tussenvonnis van 24 november 2021.
2.De feiten
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 3], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] .
3.Het geschil
althans een zodanige handeling te verrichten als volgens het Soennitische religieuze recht noodzakelijk is om het religieus huwelijk tussen partijen te ontbinden.
- De man te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 500, althans een in goede justitie te bepalen dwangsom, voor iedere dag dat hij verzuimt aan het hiervoor gevorderde te voldoen, met een maximum van € 50.000,
- De man te veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder begrepen de nakosten, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis, met bepaling dat indien de man het bedrag aan proceskosten niet heeft voldaan binnen veertien dagen na dagtekening, althans betekening van het vonnis, vanaf de vijftiende dag over het bedrag aan proces- en nakosten de wettelijke rente is verschuldigd tot aan de dag der algehele voldoening.