ECLI:NL:RBGEL:2022:2506

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
05/302927-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik van kleindochter door grootvader

Op 17 mei 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een grootvader, die beschuldigd werd van seksueel misbruik van zijn kleindochter. De verdachte, geboren in 1942, werd beschuldigd van meerdere seksuele handelingen met zijn kleindochter, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat de tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen waren, gebaseerd op de verklaringen van het slachtoffer en de verdachte zelf. Het misbruik vond plaats in de periode van 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2020, waarbij de verdachte zijn kleindochter meerdere keren heeft misbruikt tijdens logeerpartijen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte handelingen heeft gepleegd die bestonden uit seksueel binnendringen en ontuchtige handelingen, waarbij het slachtoffer aan zijn zorg was toevertrouwd. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als gedetailleerd en geloofwaardig beoordeeld. De verdachte heeft tijdens de zittingen erkend dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden, maar betwistte dat er sprake was van seksueel binnendringen.

De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twee jaar, terwijl de verdediging pleitte voor een lichtere straf, rekening houdend met de leeftijd van de verdachte en zijn vrijwillige behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de ernst van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar, waarbij de rechtbank ook rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de impact van zijn daden op het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/302927-21
Datum uitspraak : 17 mei 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [1942] in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsman: mr. Ph.J.N. Aarnoudse, advocaat in Deventer.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 mei 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2018 te Putten, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,te weten
- het brengen van zijn tong en/of vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het wrijven en/of strelen en/of aanraken en/of likken en/of betasten over en/of van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en/of
- het likken van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het zuigen aan de tepels van die [slachtoffer]
terwijl die [slachtoffer] (telkens) aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 februari 2018 tot en met 10 februari 2020 te Putten, althans in Nederland, met [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn tong en/of vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] en/of
- het wrijven en/of strelen en/of likken en/of betasten over en/of van de vagina van die [slachtoffer] en/of
- het laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] en/of
- het betasten en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en/of
- het likken van de borsten van die [slachtoffer] en/of
- het zuigen aan de tepels van die [slachtoffer]
terwijl die [slachtoffer] (telkens) aan zijn zorg en/of waakzaamheid was toevertrouwd;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2020 te Putten, althans in Nederland (telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [2006] , door meermalen, althans eenmaal,
- zijn tong en/of vingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en/of
- (over) de vagina van die [slachtoffer] te wrijven en/of strelen en/of likken en/of betasten en/of
- zijn penis te laten betasten door die [slachtoffer] en/of
- de borsten en/of billen van die [slachtoffer] te betasten en/of strelen en/of
- de borsten van die [slachtoffer] te likken en/of
- aan de tepels van die [slachtoffer] te zuigen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de periode op het standpunt gesteld dat een veroordeling kan volgen voor de periode 11 februari 2016 tot 10 februari 2018, nu verdachte heeft verklaard dat de handelingen hebben plaatsgevonden vanaf het tiende tot het twaalfde levensjaar van [slachtoffer] . Daarnaast heeft de verdediging bepleit dat geen sprake is geweest van seksueel binnendringen. Voor het overige heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De beoordeling door de rechtbank
Namens [slachtoffer] is aangifte van seksueel misbruik gedaan tegen verdachte, haar grootvader.
De rechtbank is van oordeel dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn en baseert haar oordeel op het volgende.
[slachtoffer] , geboren op [2006] , heeft verklaard dat de handelingen plaatsvonden toen zij bij verdachte in Putten ging logeren; dit deed zij meermaals per jaar. Het is begonnen toen [slachtoffer] tussen de 8 en 10 jaar was. Op momenten dat [slachtoffer] in bad ging, hielp verdachte haar met afspoelen. Tijdens het afspoelen zat verdachte met zijn handen aan [slachtoffer] ’s geslachtsdeel; hij wreef over haar geslachtsdeel, over en tussen de schaamlippen. Dit heeft meermaals plaatsgevonden. Ook heeft verdachte meermaals de hand van [slachtoffer] gepakt en die op zijn geslachtsdeel gelegd. Op momenten dat [slachtoffer] met verdachte op de bank zat, zat verdachte aan de borsten van [slachtoffer] ; hij ging met zijn vinger rond haar tepel. Ook heeft verdachte aan de borsten van [slachtoffer] gelikt en aan haar tepels gezogen. Verdachte had tijdens de handelingen soms zijn broek naar beneden. Toen [slachtoffer] 11 jaar was, heeft verdachte haar geslachtsdeel, langs het gat, gelikt. De handelingen zijn gestopt toen [slachtoffer] in de eerste klas van de middelbare school zat. Zij was toen 12 of 13 jaar. [2]
Verdachte heeft verklaard dat de handelingen plaatsvonden als [slachtoffer] kwam logeren en dat de handelingen begonnen met het strelen van het lichaam van [slachtoffer] . Verdachte heeft meermaals de vagina, de borsten en billen van [slachtoffer] gestreeld. Ook hebben verdachte en [slachtoffer] meermaals op elkaar gelegen en daarbij met hun onderlichamen tegen elkaar bewogen. Dit is zowel met als zonder kleding aan gebeurd. Als zij geen kleding aan hadden, kwam verdachtes penis tegen de vagina van [slachtoffer] aan.
Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij meermaals de vagina van [slachtoffer] heeft gelikt; hij likte tussen de schaamlippen. Dit is gebeurd toen [slachtoffer] op de middelbare school zat en ongeveer 12 jaar was. Ook heeft verdachte de borsten van [slachtoffer] gestreeld, gelikt en aan haar tepels gezogen en heeft [slachtoffer] de penis van verdachte aangeraakt. De handelingen zijn gestopt toen [slachtoffer] 13 jaar was. [3]
De tenlastelegging gaat uit van een periode gelegen tussen 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2020. [slachtoffer] heeft verklaard dat het misbruik is begonnen toen zij 8 of 9 jaar was. Verdachte heeft verklaard dat hij denkt dat het misbruik een jaar later is begonnen. De rechtbank kan op basis van deze verklaringen niet vaststellen wanneer het misbruik exact is begonnen. Wel staat vast dat het misbruik in de ten laste gelegde periode heeft plaatsgevonden, en dat het is begonnen voor [slachtoffer] 12 jaar oud was en door is gegaan nadat zij op de middelbare school zat en dus ouder was dan 12 jaar. De rechtbank zal aldus niet uitgaan van een kortere periode, zoals verzocht is door de verdediging.
Ten aanzien van de feiten 1 en 2 is door de verdediging bepleit dat geen sprake is geweest van binnendringen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte over en tussen haar schaamlippen heeft gewreven en dat dit voor haar 12e levensjaar is gebeurd. De rechtbank twijfelt niet aan de verklaring van [slachtoffer] , nu zij gedetailleerd heeft verklaard en daarbij verwezen heeft naar specifieke momenten, namelijk de momenten dat zij in bad ging. De rechtbank zal dan ook uitgaan van de verklaring van [slachtoffer] .
Uit de verklaringen van zowel [slachtoffer] als verdachte blijkt verder dat verdachte [slachtoffer] meermaals tussen de schaamlippen heeft gelikt en dat dit is gebeurd toen [slachtoffer] al 12 jaar oud was.
Volgens vaste rechtspraak levert het brengen van de vingers en de tong tussen de schaamlippen, seksueel binnendringen op. De onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten kunnen daarmee naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van die handelen wettig en overtuigend bewezen worden geacht.
De overige in de tenlastelegging opgenomen handelingen leveren op zichzelf geen seksueel binnendringen van het lichaam op en hebben ook op andere momenten in de ten laste gelegde periode plaatsgevonden. Om die reden maken deze handelingen naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen deel uit van handelingen die (mede) zijn gericht op het seksueel binnendringen van het lichaam zoals onder feit 1 en 2 ten laste is gelegd. Verdachte zal in zoverre van de tenlastelegging worden vrijgesproken. Deze overige handelingen zijn naar het oordeel van de rechtbank echter zonder meer als ontuchtig aan te merken. Het onder 3 ten laste gelegde kan daarmee wettig en overtuigend bewezen worden geacht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2018 te Putten,
althans in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] ,te weten
- het brengen van zijn
tong en/ofvingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
en/of- het wrijven en/of strelen en/of aanraken en/of likken en/of betasten over en/of van de vagina van die [slachtoffer] en/of- het laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] en/of- het betasten en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en/of- het likken van de borsten van die [slachtoffer] en/of- het zuigen aan de tepels van die [slachtoffer]terwijl die [slachtoffer] (telkens) aan zijn zorg
en/of waakzaamheidwas toevertrouwd;
2.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 11 februari 2018 tot en met 10 februari 2020 te Putten,
althans in Nederland,met [slachtoffer] , geboren op [2006] , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn tong
en/of vingerstussen de schaamlippen van die [slachtoffer]
en/of- het wrijven en/of strelen en/of likken en/of betasten over en/of van de vagina van die [slachtoffer] en/of- het laten betasten van zijn penis door die [slachtoffer] en/of- het betasten en/of strelen van de borsten en/of billen van die [slachtoffer] en/of- het likken van de borsten van die [slachtoffer] en/of- het zuigen aan de tepels van die [slachtoffer]terwijl die [slachtoffer] (telkens) aan zijn zorg
en/of waakzaamheidwas toevertrouwd;
3.
hij op
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 11 februari 2015 tot en met 10 februari 2020 te Putten,
althans in Nederland(telkens) ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg
, opleiding en/of waakzaamheidtoevertrouwde minderjarige [slachtoffer] , geboren op [2006] , door meermalen,
althans eenmaal,- zijn tong en
/ofvingers tussen de schaamlippen van die [slachtoffer] te brengen en
/of- (over) de vagina van die [slachtoffer] te wrijven en/of strelen en
/oflikken en
/ofbetasten en
/of- zijn penis te laten betasten door die [slachtoffer] en
/of- de borsten en
/ofbillen van die [slachtoffer] te betasten en
/ofstrelen en
/of- de borsten van die [slachtoffer] te likken en
/of- aan de tepels van die [slachtoffer] te zuigen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
‘met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige’;
feit 2:
‘met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige’;
feit 3:
‘ontucht plegen met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige, meermalen gepleegd’.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder zijn leeftijd en het feit dat hij vrijwillig in behandeling is gegaan, en om, gelet daarop, een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf en een onvoorwaardelijke taakstraf op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft gedurende een aantal jaar met regelmaat seksuele handelingen bij zijn kleindochter verricht die mede bestonden uit seksueel binnendringen. De rechtbank rekent dit verdachte zeer zwaar aan. Juist bij haar opa had het slachtoffer zich veilig moeten voelen. Ook heeft hij het vertrouwen van haar ouders, die zijn dochter aan hem toevertrouwden, in ernstige mate geschaad. Verdachte heeft met zijn handelen een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. In de door de ouders van het slachtoffer ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaringen is op indrukwekkende wijze verwoord wat het misbruik door verdachte tot gevolg heeft gehad. Verdachte heeft hier geen oog voor gehad, maar is enkel gericht geweest op het bevredigen van zijn eigen gevoelens.
Ten aanzien van een op te leggen straf is de rechtbank van oordeel dat gelet op de ernst van de bewezen verklaarde feiten niet kan worden volstaan met een andere of lichtere strafmodaliteit dan een gevangenisstraf. Daarbij heeft de rechtbank onder ogen gezien dat verdachte, zoals in het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 12 april 2022 wordt opgemerkt, inmiddels 79 jaar oud is en een gevangenisstraf hem vanwege deze hoge leeftijd vermoedelijk zwaar zal vallen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting ook gelet op een uittreksel uit het justitiële documentatieregister van 23 maart 2022, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld. In het strafblad van verdachte ziet de rechtbank daarom geen aanleiding om aan verdachte een hogere straf op te leggen dat in soortgelijke gevallen wordt opgelegd.
Alles afwegend en kijkend naar min of meer soortgelijke zaken, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie passend en geboden. De rechtbank zal dan ook een gevangenisstraf van 2 jaren opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 57, 244, 245, 248 en 249 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H.M. Pastoors, voorzitter, mr. M.F. Gielissen en
mr. T. Bertens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Waizy, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 mei 2022.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door de politie Oost-Nederland, Team Zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer ONRBC21466, gesloten op 4 november 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van verhoor getuige, p. 15-20.
3.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 6, 7, 13-15.