ECLI:NL:RBGEL:2022:248

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
24 januari 2022
Zaaknummer
05/258674-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor afpersing, mishandeling en diefstal met valse sleutel

Op 21 januari 2022 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een 23-jarige man, die werd beschuldigd van afpersing, mishandeling en diefstal met een valse sleutel. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 232 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. De zaak kwam voort uit een incident dat plaatsvond in de nacht van 1 op 2 september 2021, waarbij de verdachte zijn ex-vriendin mishandelde en afperste. De verdachte had de vrouw gedwongen haar telefoon en inloggegevens van haar bankrekening te geven, onder bedreiging van geweld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de feiten 1, 2 en 4, maar sprak hem vrij van de feiten 3 en 5 wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer mee, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en verslavingsgevoeligheid. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder een meldplicht en een contactverbod met het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/258674-21
Datum uitspraak : 21 januari 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1998 in [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
op dit moment gedetineerd in de P.I. Arnhem.
Raadsman: mr. A.D. Kloosterman, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 11 januari 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 september 2021, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd te Apeldoorn, op/aan een parkeerplaats in Apeldoorn Zuid, althans op of aan de openbare weg, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon en/of inloggegevens van een (online) bankaccount, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan voornoemde [slachtoffer] , in elk geval aan een derde
toebehoorde(n), door:
- zijn, verdachtes, hand(en) tegen de mond en/of de neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of
- de mond en/of neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] dicht te knijpen en/of dicht te houden en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Dit is je eigen schuld, geef mij je gegevens, niet schreeuwen"
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 september te Apeldoorn [slachtoffer] heeft mishandeld door:
- zijn, verdachtes, hand(en) tegen de mond en/of de neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of
- de mond en/of neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] dicht te knijpen en/of dicht te houden en/of
- voornoemde [slachtoffer] een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen;
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 september 2021 te Apeldoorn
[slachtoffer] heeft bedreigd met verkrachting, en/of enig misdrijf tegen het leven gericht en/of zware mishandeling, door die [slachtoffer] dreigend de woorden toe te voegen: "Dit is het minste wat ik jou aan kan doen" en/of "Ik kan jou ook verkrachten zonder dat iemand het ziet of merkt" en/of "breng me thuis anders sla ik je dood", althans woorden van gelijke
dreigende aard of strekking;
4.
hij op of omstreeks 1 september 2021 te Apeldoorn een geldbedrag ter waarde van 20,00 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat
weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door:
- via de [naam 1] (internet)bankrekening(en) van voornoemde [slachtoffer] geld over
te maken naar, zijn, verdachtes, (internet)bankrekening, in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
5.
hij, op een of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 4 september 2021 te Apeldoorn, een ander, te weten [slachtoffer] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten [slachtoffer] wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten met hem, verdachte, af te spreken en/of hem, verdachte te ontmoeten en/of contact te hebben met hem, verdachte, en/of hem, verdachte, te vervoeren door:
- voornoemde [slachtoffer] filmpje(s) en/of foto(‘s), althans screenshot(s), waarop te zien is dat voornoemde [slachtoffer] seks heeft met verdachte, althans met een of meerdere personen, althans naakt is te sturen en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] (app/messenger/snapchat)-berichten te sturen inhoudende, zakelijk weergegeven: "Ik ga jou moeder cc" en/of "Ik laat haar al die foto's zien" en/of " [slachtoffer] vandaag of morgen haal je mij op om mij spullen op te halen. Laatste keer dat ik het zeg. Zo niet. Ga ik jou ruïneren als eerste vertel ik alles tegen je moeder. Ik ga deze en de rest aan je ma laten zien verder verwijder ik ze van me tel" en/of "Ik denk niet dat die vids alleen naar je ma gaan", althans door te dreigen filmpje(s) en/of foto(‘s), althans screenshot(s) waarop te zien is dat voornoemde [slachtoffer] seks heeft met verdachte, althans met een of meerdere personen, althans naakt is, openbaar te maken;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3 en 4. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en nader toegelicht. De officier van justitie vordert vrijspraak voor feit 5.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte wordt vrijgesproken voor feit 1, 3, 4 en 5 wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Voor de feiten 1 en 3 wordt de verklaring van aangeefster onvoldoende ondersteund door andere bewijsmiddelen. Ten aanzien van feit 2 verzoekt de verdediging verdachte partieel vrij te spreken. Verdachte heeft aangeefster niet gewurgd of met een vuist geslagen. Dit wordt ondersteund door het chatgesprek op pagina 33 van het procesdossier waarbij aangeefster ‘nee’ antwoordt op de vraag van verdachte of hij met een vuist heeft uitgehaald naar aangeefster. Bij feit 5 is er geen sprake van een voltooid delict.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak voor feit 3
Aangeefster heeft verklaard dat zij in de nacht van 1 september 2021 op 2 september 2021 door verdachte is bedreigd door onder andere de woorden te zeggen ‘ik kan jou ook verkrachten zonder dat iemand het ziet of merkt’ en door te zeggen dat aangeefster verdachte bij hem thuis moest afzetten omdat hij haar anders dood ging slaan. In het dossier bevinden zich geen andere verklaringen of bevindingen die de verklaring van aangeefster dat zij door verdachte is bedreigd ondersteunen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte het onder feit 3 tenlastegelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Vrijspraak voor feit 5
Verdachte is tenlastegelegd dat hij aangeefster onder andere heeft gedwongen om hem te vervoeren door te dreigen video’s waarop verdachte en aangeefster seks hebben te versturen naar de moeder van aangeefster. Verdachte heeft bekend deze berichten te hebben verstuurd. Uit het dossier blijkt niet dat aangeefster aan deze dreigementen gehoor heeft gegeven. Nu enkel het voltooide delict ten laste is gelegd, kan feit 5 niet worden bewezen en moet verdachte hiervan worden vrijgesproken.
Feit 1, 2 en 4
Aangeefster [slachtoffer] heeft verklaard dat zij in de nacht van 1 september 2021 op 2 september 2021 naar verdachte is gereden. Verdachte is in de auto gestapt en aangeefster moest haar telefoon aan verdachte geven. [2] Aangeefster is met verdachte naar een parkeerplaats in Apeldoorn Zuid gereden. Aangeefster zag dat verdachte naar haar [naam 1] -app ging. Aangeefster moest van verdachte inloggen op de [naam 1] -app, maar zij wilde dit niet en heeft haar telefoon teruggepakt. Verdachte heeft vervolgens zijn linkerhand tegen haar keel en zijn rechterhand op de neus en mond van aangeefster gedrukt. Op het moment dat aangeefster begon te gillen, drukte verdachte de neus en mond steeds harder dicht. Aangeefster hoorde verdachte roepen ‘dit is je eigen schuld, geef mij je gegevens, niet schreeuwen’. Aangeefster voelde een stekende pijn in haar keel en pijn in haar neus en aan haar lippen. De verstikking duurde ongeveer twee minuten. Aangeefster voelde dat ze stikte en gaf daarom haar telefoon terug aan verdachte. Op dat moment liet verdachte aangeefster los. Aangeefster heeft vervolgens met de gezichtsscan ingelogd op haar telefoon en zag dat verdachte € 20,- overmaakte van haar rekening naar de rekening van verdachte. Aangeefster hoorde verdachte zeggen dat zij zichzelf moest opnemen en in het filmpje moest zeggen dat ze een kankerhoer was. Aangeefster heeft het filmpje opgenomen en tijdens het opnemen sloeg verdachte haar twee keer met zijn rechterhand hard op haar linkerwang. Aangeefster voelde een scherpe pijn in haar wang en in haar linker kaak. Aangeefster voelde dat haar hoofd begon te tintelen. Aangeefster schreeuwde ‘stop’ en ‘au’. Na de tweede klap liet aangeefster de telefoon los en sloeg verdachte haar voor de derde keer met zijn rechterhand op haar linkerwang. Aangeefster voelde dat haar linkerwang verdoofd was. [3] Thuis zag aangeefster dat haar neus was opgezwollen. Ze voelde pijn in haar mond en zag dat er bloed uit haar mond kwam. Ze zag dat ze een tand door de lip had. Ze had schrammen op haar gezicht en de linkerkant van haar gezicht was rood. [4] Aangeefster heeft foto’s gemaakt van het letsel op haar gezicht. [5] Op het bankafschrift van aangeefster (rekeningnummer [rekeningnummer 1] ) is te zien dat er op 1 september 2021 om 03:56 uur € 20,- is overgemaakt naar [verdachte] (rekeningnummer [rekeningnummer 2] ). [6]
Verdachte heeft bij de politie en ter terechtzitting verklaard dat hij aangeefster twee ‘vlakke handen’ heeft gegeven in haar gezicht. Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij die desbetreffende nacht heel erg boos was. [7]
Getuige [getuige] heeft bij de politie verklaard dat zij de dag na het voorval naar aangeefster is gegaan. Zij zag dat één oog van aangeefster heel blauw was en dat zij een grote schram had op haar wang. Daarnaast had ze een snee op haar voorhoofd. Aangeefster vertelde de getuige [getuige] dat zij door verdachte naar achteren was gedrukt waarna hij zijn hand op haar mond en neus deed. [8]
Uit het proces-verbaal van bevindingen komt naar voren dat verdachte op 1 september 2021 omstreeks 12:05:13 uur een audiobericht heeft verstuurd. Hierin zegt verdachte:
‘Eh wha ... ik zie mijn broertje daar, ik kreeg error joh nog nooit zo'n error gehad. Ben meteen daar naartoe gegaan en alle 'doekoe' van haar rekening gepakt, overgeboekt naar mijn rekening. Haar twee platte handen gegeven en gezegd: 'je moet jezelf filmen dat je een kankerhoer bent’. [9]
De rechtbank is van oordeel dat feiten 1, 2 en 4 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen gelet op het voorgaande. Aangeefster heeft haar telefoon pas aan verdachte gegeven nadat hij haar neus, mond en keel had dichtgedrukt. Het geld is ook daadwerkelijk van haar rekeningnummer naar dat van verdachte overgemaakt, waarna verdachte haar nog heeft geslagen. De verklaring van verdachte dat aangeefster zelf € 20,- heeft overgemaakt naar de bankrekening van verdachte acht de rechtbank niet geloofwaardig. In het audiobericht zegt verdachte immers dat hij het geld van haar rekening heeft ‘gepakt’. De rechtbank heeft ook voor het overige geen reden om de te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] , met name nu haar verklaring wordt ondersteund door de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen.
De rechtbank acht niet bewezen dat aangeefster is gedwongen tot afgifte van de inloggegevens van een (online) bankaccount. In het arrest van de Hoge Raad van 13 juni 1995 (NJ 1995, 635) is bepaald dat het (onvrijwillig) noemen van een pincode niet kan worden aangemerkt als afgifte van enig goed in de zin van artikel 317 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). De wetgever heeft deze bepaling zodanig gewijzigd dat onder meer strafbaar is gesteld het door geweld of met bedreiging van geweld iemand dwingen tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde in het handelsverkeer. Het gaat hierbij om gegevens die in het economische verkeer verhandelbaar zijn. Bij deze verruiming van de strafbaarstelling kan aldus gedacht worden aan het ter beschikking stellen van een pincode.
Gelet hierop kan naar het oordeel van de rechtbank ook het verstrekken van gegevens waarmee kan worden ingelogd op een online bankaccount niet worden aangemerkt als afgifte van enig goed als bedoeld in artikel 317 Sr, maar valt dit onder het ter beschikking stellen van gegevens in de zin van deze bepaling. Nu de overtreding van dat deel van deze strafbepaling in deze zaak niet ten laste is gelegd, zal de rechtbank verdachte van dat deel van de tenlastelegging onder feit 1 vrijspreken.
De rechtbank merkt op dat op grond van voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat het bewezenverklaarde zich heeft voorgedaan in de nacht van 31 augustus 2021 op 1 september 2021. Naar het oordeel van de rechtbank valt dit onder het bereik van de tenlastelegging en maakt dit het oordeel niet anders.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij
in ofomstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 september 2021, gedurende voor de nachtrust bestemde tijd te Apeldoorn, op
/aaneen parkeerplaats in Apeldoorn Zuid, althans op of aan de openbare weg, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen door geweld
en/of bedreiging met geweld[slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van een mobiele telefoon e
n/of inloggegevens van een (online) bankaccount, in elk geval enig goed,
dat/diedie geheel
of ten deleaan voornoemde [slachtoffer] ,
in elk geval aan een derde
toebehoorde
(n), door:
- zijn, verdachtes, hand(en) tegen de mond en/of de neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of
- de mond en/of neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] dicht te knijpen en/of dicht te houden en/of
- ( daarbij) voornoemde [slachtoffer] de woorden toe te voegen: “Dit is je eigen schuld, geef mij je gegevens, niet schreeuwen”
2.
hij
in ofomstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 september te Apeldoorn [slachtoffer] heeft mishandeld door:
- zijn, verdachtes, hand(en) tegen de mond en/of de neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] te drukken en/of
- de mond en/of neus en/of de keel van voornoemde [slachtoffer] dicht te knijpen en/of dicht te houden en/of
- voornoemde [slachtoffer] een of meerdere malen in/
op/tegen het gezicht/hoofd,
althans op/tegen het lichaamte slaan
en/of te stompen;
4.
hij
op ofomstreeks 1 september 2021 te Apeldoorn een geldbedrag ter waarde van 20,00 euro,
in elk geval enig goed,dat
/diegeheel
of ten deleaan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte
zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/ofdat
weg te nemen geldbedrag onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door:
- via de [naam 1] (internet)bankrekening(en) van voornoemde [slachtoffer] geld over
te maken naar, zijn, verdachtes, (internet)bankrekening,
in elk geval (een) sleutel(s) tot het gebruik waarvan hij, verdachte, niet gerechtigd was;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
afpersing
feit 2:
mishandeling
feit 4:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 239 dagen waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering is geadviseerd, met aftrek van de tijd doorgebracht in voorlopige hechtenis. Hierbij vordert hij ook de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman verzoekt de rechtbank om geen vrijheidsstraf op te leggen waarbij het onvoorwaardelijke gedeelte de periode die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht overstijgt. De verdediging verzet zich niet tegen de geadviseerde bijzondere voorwaarden.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel justitiële documentatie, gedateerd 17 december 2021;
- een voorlichtingsrapportage van Iriszorg, gedateerd 24 december 2021;
- een aanvulling op het adviesrapport van Iriszorg, gedateerd 10 januari 2022;
- het trajectconsult van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en
Psychologie, gedateerd 13 oktober 2021.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan afpersing en mishandeling van zijn ex-vriendin en diefstal door middel van een valse sleutel. Dit zijn ernstige feiten. Het slachtoffer heeft zich in haar eigen auto, een plek waar zij zich veilig hoort te voelen, zeer bedreigd en angstig gevoeld. Het is bekend dat de gevolgen van dergelijke ervaringen de slachtoffers nog een tijd parten kunnen spelen. Daarnaast vergroten dergelijke feiten gevoelens van onveiligheid in de samenleving.
In het trajectconsult van het NIFP van 13 oktober 2021 is te lezen dat verdachte een bovengemiddeld intelligente man is, met een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Daarnaast is sprake van persoonlijkheidsproblematiek met antisociale en narcistische trekken. Hij is verslavingsgevoelig en heeft enkele psychopathische trekken.
Uit het advies van de reclassering van 24 december 2021 komt naar voren dat sprake is van persoonlijkheidsproblematiek en gokproblematiek. Daarnaast is sprake van onvermogen om richting te geven en te houden aan zijn leven. Daar staat tegenover dat hij inzicht heeft in zijn eigen problematiek. Hij lijkt stappen te maken in het vragen van ondersteuning bij zaken waar hij zelf niet uitkomt. In het reclasseringsrapport wordt geadviseerd om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang en een contact- en een locatieverbod. Voorts wordt een dadelijke uitvoerbaarheid van de voorwaarden en het toezicht geadviseerd.
Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 232 dagen waarvan 120 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren passend, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten. Het onvoorwaardelijk deel is gelijk aan het voorarrest. De rechtbank verbindt aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden van een meldplicht, een ambulante behandeling, begeleid wonen of maatschappelijke opvang, een contactverbod met [slachtoffer] en een locatieverbod voor de [adres 1] . De rechtbank zal daarbij de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren. Door het opleggen van deze bijzondere voorwaarden kan verdachte verblijven bij [naam 2] en een behandeling volgen. Daarbij heeft hij hiermee ook een stok achter de deur.
De rechtbank zal het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met feiten 1, 2, 3, 4 en 5 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 650,- aan materiële schade.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de € 20,- kan worden toegewezen. Voor het overige deel heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren, omdat dit onvoldoende is onderbouwd.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde € 150,- aan materiële schade niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat geen vernieling ten laste is gelegd. De gevorderde € 20,- aan materiële schade dient te worden afgewezen, vanwege de bepleite vrijspraak voor feit 4. De gevorderde schade van € 480,- voor psychologische hulp dient eveneens afgewezen te worden, omdat deze post onvoldoende is onderbouwd.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft het overgemaakte geld naar de bankrekening van verdachte (tot een hoogte van € 20,-) kan worden toegewezen. De rechtbank overweegt dat niet is komen vast te staan dat de bediening van de ventilatie in de auto is beschadigd als gevolg van het tenlastegelegde. De rechtbank zal om die reden dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
De rechtbank zal ten aanzien van de gevorderde schade voor psychologische hulp de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren, omdat deze niet is onderbouwd met bewijsstukken. De benadeelde partij kan de vordering aan de burgerlijke rechter voorleggen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 300, 311 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de onder 3 en 5 ten laste gelegde feiten;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 232 dagen en bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 120 dagen (onvoorwaardelijk deel is gelijk aan het voorarrest), niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden dat:
  • verdachte zich meldt op maandag 24 januari 2022 bij Reclassering IrisZorg op de [adres 2] in Arnhem. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en hij houdt zich aan aanwijzingen.
  • verdachte zich laat behandelen door [naam 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
  • verdachte verblijft bij [naam 2] of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
  • verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2002 te Apeldoorn, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
  • verdachte bevindt zich niet op of aan de [adres 1] te Apeldoorn, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
  • geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
  • beveelt dat de gestelde voorwaarden
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis;
Vordering benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 4 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 20,- aan materiële schade;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.J.M. van Apeldoorn (voorzitter), mr. M.F. Gielissen en mr. I.W.M. Olthof, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 21 januari 2022.
mr. Van Apeldoorn en mr. Olthof zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021416032, gesloten op 30 september 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 10.
3.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 11.
4.Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 12.
5.Foto’s letsel aangeefster [slachtoffer] , p. 14 t/m 16.
6.Bankafschrift van [slachtoffer] , p. 17.
7.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 59 en de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 11 januari 2022.
8.Het proces-verbaal van getuige [getuige] , p. 41.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 38.