Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 maart 2021
- het deskundigenrapport van 23 juni 2021
- de brief van mr. Hofman van 9 november 2021 met producties
- het pleidooi van 23 november 2021
- de brief van mr. J.R. Vermeulen van 29 november 2021 met een kostenopgave van de door de rechtbank benoemde deskundigen
- het e-mailbericht van de rechtbank van 3 december 2021 waarbij partijen in de gelegenheid zijn gesteld op de kostenopgave van de deskundigen te reageren
- het e-mailbericht van mr. Aaldering van 6 december 2021 met een reactie op de kostenopgave van de deskundigen
- het e-mailbericht van mr. Hofman van 6 december 2021 met een reactie op de kostenopgave van de deskundigen.
2.De verdere beoordeling
Schadecomponenten kunnen zijn de waarde van het onteigende, de waardevermindering van het overblijvende en bijkomende schade.
Deze vraag is door de deskundigen ontkennend beantwoord. Daarbij is overwogen dat er een functionele samenhang tussen de (verdergaande) ontwikkeling van het bedrijvenpark en de realisering van de nieuwe aansluiting bestaat, maar dat deze samenhang niet maakt dat sprake is van een complex in de zin van artikel 40d Ow. Van belang is geacht dat de aansluiting op de A28 niet alleen de ontsluiting van het bedrijvenpark verbetert, maar ook de bestaande en reeds thans zwaar belaste regionale/provinciale (bovenwijkse) verkeersstructuur. Gelet op de reeds thans bestaande verkeersdruk op de verkeersinfrastructuur zou ook zonder de ontwikkeling van bedrijvenpark H2O op termijn voldoende noodzaak voor het realiseren van een andere aansluiting op de A28 zijn ontstaan, maar het streven naar verdere ontwikkeling van het bedrijvenpark heeft de noodzaak voor het realiseren van die aansluiting versneld, aldus de deskundigen. Verder is relevant geacht dat de aansluiting niet is opgenomen in het exploitatieplan voor het bedrijvenpark en dat de aansluiting daarin wordt gezien als een voorziening buiten het plangebied waarvan de kosten op grond van een verkeersonderzoek voor circa 46% zijn toe te rekenen aan het bedrijvenpark. De kosten worden echter voor het merendeel door de overheid gedragen. Dit weerspiegelt volgens de deskundigen dat de aansluiting niet alleen en zelfs niet in overwegende mate het bedrijvenpark dient, maar tenminste evenzeer het publiek belang van een goede en veilige verkeersinfrastructuur in en rond de kern Wezep. Tevens is in aanmerking genomen dat bijkomende werken (parallelweg, landbouwontsluitingsweg) worden gerealiseerd, die in bredere zin het belang van een goede en veilige verkeersinfrastructuur dienen. Verder wijzen de deskundigen erop dat het ontbreken van een verbeterde aansluiting op de A28 kennelijk niet in de weg heeft gestaan aan de ontwikkeling van bedrijvenpark H2O, die reeds geruime tijd geleden is aangevangen.
verdereontwikkeling van H2O. Naarmate er meer bedrijven zijn gevestigd neemt de verkeersdruk toe en zal logischerwijs het ontbreken van een effectieve aansluiting wel degelijk een feitelijke belemmering voor verdere realisatie zijn, aldus [gedaagde 1] . De bijkomende werken die door de deskundigen zijn genoemd, zijn volgens [gedaagde 1] geen autonome werken en worden noodzakelijk bevonden juist vanwege de ter plaatse te realiseren aansluiting.
2.11. De gemeente is het eens met het standpunt van de deskundigen dat het onteigende perceelsgedeelte geen deel uitmaakt van het als complex aan te duiden bedrijvenpark H2O.
Het antwoord op de vraag of sprake is van één complex is afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het geval. Beantwoording van de vraag zal steeds plaats moeten vinden met het oog op de ratio van de bepaling: onteigenden dienen niet te worden beloond respectievelijk gedupeerd vanwege het feit dat binnen het complex het ene stuk grond toevallig een andere bestemming heeft dan het andere. Aanknopingspunten kunnen mede worden gevonden in de geografische, functionele en/of financiële samenhang van de in exploitatie te brengen onroerende zaken.
“2.1 Aanleiding, nut en noodzaakHuidige situatieDe gemeente Oldebroek werkt samen met de gemeenten Hattem en Heerde aan de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein, het zogeheten Bedrijvenpark H2O (hierna: H2O) (…). Voor een goede bereikbaarheid van het bedrijventerrein is het van belang een goede ontsluiting te realiseren. Daarnaast is er met name in de spits sprake van een hoge verkeersdruk op de bestaande op- en afrit van de A28 bij Wezep, waarvoor een oplossing gewenst is.(…)ProblematiekIn eerste instantie lijkt het dat H2O gunstig gelegen is ten opzichte van de A28 en A50 en dat dit park via de hiervoor genoemde ontsluitingen goede verbindingen met deze (hoofd)wegen heeft. Aan alle ontsluitingen kleven echter nadelen vanuit het oogpunt van veiligheid, filevorming en gezondheid/leefbaarheid.De aansluiting Wezep is vanwege de meest nabije ligging ten opzichte van H2O de meest logische route voor het verkeer van en naar dit park. De verkeersdruk op het onderliggende (provinciaal en gemeentelijk) wegennet is bij deze aansluiting echter in de huidige situatie al fors. Vooral tijdens de avondspits leidt dit tot filevorming en veroorzaakt dit overlast voor het verkeer en de omgeving. In het jaar 2030, waarbij het verkeer door autonome ontwikkelingen (exclusief ontwikkeling H2O) is toegenomen, is sprake van een verkeersknelpunt met hoog risico op structurele filevorming. Vanuit verkeerskundig oogpunt en het oogpunt van leefbaarheid (gezondheid en veiligheid) is deze situatie niet acceptabel. De verkeerstoename door de ontwikkeling van H2O vergroot dit knelpunt, zeker in relatie tot het feit dat H2O veel vrachtverkeer zal aantrekken. Dit verkeer moet zonder wijziging van de huidige situatie over de Rondweg rijden en een relatief lange afstand tussen de A28 en H2O afleggen. Ten opzichte van de huidige situatie wordt deze route dan zo druk bereden, dat niet alleen verslechtering van de doorstroming van het verkeer optreedt, maar ook de verkeersveiligheid in het gedrang komt. Dit geldt evenzeer voor de leefbaarheid in de woonwijk die zuidelijk van de Rondweg ligt. (…)Afgezien van de zojuist geschetste knelpunten is het vanuit het oogpunt van de ontwikkeling van H2O gewenst dat er een goede en snelle ontsluiting op het hoofdwegennet (in casu de A28) aanwezig is. De verwachting is dat het bedrijvenpark niet volledig kan worden ingevuld zolang de aansluiting op de A28 niet is verplaatst. In belangrijke mate wordt dat bepaald door de bestaande knelpunten in de verkeerssituatie. Tijdens de avondspits is de verkeerssituatie rondom de huidige aansluiting zorgelijk.
“VoorgeschiedenisDe gemeenten Hattem , Heerde en Oldebroek werken aan de ontwikkeling van een gezamenlijk bedrijventerrein nabij het dorp Hattemerbroek en in de oksel van de A28 en de A50: Bedrijvenpark H2O. (…) Voor een goede bereikbaarheid van het bedrijventerrein is het van belang een goede ontsluiting te realiseren. Daarnaast is met name in de spits sprake van een hoge verkeersdruk op de bestaande op- en afrit van de A28 bij Wezep waarvoor een oplossing gewenst is.(…)Voorafgaande besluitvormingOm de verkeersafwikkeling en leefbaarheid binnen de kernen Wezep en Hattemerbroek te borgen is in opdracht van de gemeente Oldebroek het onderzoeksrapport “Ontsluiting Wezep/bedrijventerrein H2O” opgesteld.(…)3.1. Nut en noodzaak verplaatsingHet Bedrijvenpark H2O is geprojecteerd in de zuidelijke oksels van de A28 en A50 en ligt daarom dicht bij het hoofdwegennet. In eerste instantie lijkt de locatie qua ligging dan ook ideaal, echter een directe aansluiting van het bedrijventerrein op de beide genoemde hoofdwegen ontbreekt (…). Aan alle bestaande ontsluitingen kleven echter nadelen voor veiligheid, filevorming en gezondheid, waardoor de bereikbaarheid van het bedrijventerrein op termijn te wensen over laat. Bovendien is de afstand tot deze aansluitingen een nadeel.De (…) aansluiting Wezep op de A28 is de meest logische gebleken. De verkeersdruk op het onderliggende wegennet ter hoogte van deze aansluiting is in de huidige situatie al fors. Vooral tijdens de avondspits leidt dit tot filevorming en veroorzaakt dit overlast. In het jaar 2030, waarbij het verkeer door autonome ontwikkelingen (dus exclusief de ontwikkeling van het Bedrijvenpark H2O) is toegenomen, is sprake van een verkeersknelpunt met hoog risico op structurele filevorming. Vanuit verkeerskundig oogpunt en het oogpunt van leefbaarheid (gezondheid en veiligheid) is deze situatie niet acceptabel.De verkeerstoename ten gevolge van het Bedrijvenpark H2O vergroot dit knelpunt, zeker in relatie tot het feit dat het bedrijvenpark relatief veel vrachtverkeer aantrekt. Het (vracht)verkeer vanuit het bedrijvenpark moet in de bestaande situatie over de Rondweg een relatief lange afstand tussen de A28 en het bedrijvenpark afleggen. (…)3.2. De nieuwe aansluiting(…)DoelVoor het Bedrijvenpark H2O is het gewenst om zo dicht mogelijk bij het bedrijvenpark een aansluiting te hebben op het hoofdwegennet (…). Dat heeft ook een positieve uitwerking op de verdere ontwikkeling van het bedrijvenpark (…).Het (toekomstig) afwikkelen via de Rondweg naar de dichtstbijzijnde aansluiting op de A28 legt een zeer forse (verkeers-)druk op de Rondweg. Daarnaast is bekend dat de huidige aansluiting op de A28 zwaar belast is, met name in de avondspits. In de nabije toekomst zal, met de toevoeging van het verkeer van het bedrijvenpark en zonder extra te nemen maatregelen, hier een serieus knelpunt ontstaan.”2.16. Er bestaat dus een functionele samenhang tussen de aanleg van de nieuwe aansluiting op de A28 en (de verdere ontwikkeling van) Bedrijvenpark H2O. Dit maakt echter niet zonder meer dat het onteigende perceelsgedeelte aangemerkt dient te worden als deel van het als complex aan te duiden bedrijvenpark. Bij de beantwoording van de vraag of sprake is van een complex moeten steeds de omstandigheden van het geval als geheel in aanmerking worden genomen. Van belang is dat met de nieuwe aansluiting op de A28 ook de knelpunten op de bestaande infrastructuur (met name bij de huidige aansluiting Wezep en binnen Wezep en Hattemerbroek) zullen worden aangepakt. Terecht overwegen de deskundigen in hun rapport dat ook in de autonome situatie (zonder ontwikkeling van het bedrijvenpark) sprake is van problemen bij de verkeersafwikkeling en dat reeds om die reden behoefte bestaat aan maatregelen vanuit de wegbeheerder. Daarbij verwijzen zij naar de milieueffectrapportage van 27 september 2016 (bijlage 5 van de gemeente in de verzoekschriftprocedure, door de rechtbank op 11 januari 2021 ontvangen), waarin over de verkeersontwikkeling op het wegennetwerk in de autonome situatie - voor zover van belang - te lezen is:
“Uit bovenstaand figuur blijkt dat de verkeersdruk op de wegen in de kern Wezep door autonome verkeersgroei toegenomen zijn. De verhoogde verkeersdruk die in de huidige situatie voordoet kunnen in de autonome situatie tot verkeersafwikkelingsknelpunten leiden. Op het hoofdwegennetwerk A28, A50 en N50 is sprake van een significante verkeerstoename. Op deze wegen is zowel in de ochtend- als avondspits sprake van een risico tot structurele verkeersafwikkelingsproblemen.(…)Conclusie verkeersafwikkelingGeconcludeerd wordt dat in de autonome situatie op diverse locaties verkeersafwikkelingsknelpunten ontstaan. Waar knelpunten in de huidige situatie nog acceptabel waren, is de verkeerssituatie in de autonome situatie onacceptabel. Om het verkeer in de autonome situatie af te kunnen wikkelen, zijn infrastructurele aanpassingen in het wegennetwerk op diverse locaties noodzakelijk. (…).”
“(…) kan worden geconcludeerd dat de bestaande aansluiting van Wezep op de A28, in combinatie met de rotonde Zuiderzeestraatweg - Rondweg, in haar huidige vorm het verkeer niet kan afwikkelen. In de spitsuren is er nu al sprake van stagnatie op deze locatie. Maatregelen zijn dan ook noodzakelijk om de bereikbaarheid van Wezep nu, maar zeker in de toekomst te kunnen garanderen. De realisatie van bedrijventerrein H2O draagt bij aan de wens in te grijpen in de infrastructuur, maar is niet de oorzaak van het probleem. (…)”
“(…) OVERWEGENDE DAT:(…)2. voor een adequate ontsluiting van Bedrijvenpark H2O een goede, rechtstreekse ontsluiting op de A28 gewenst is;3. ter plaatse van de bestaande aansluiting Wezep op de A28 afwikkelings- en leefbaarheidsknelpunten bestaan, welke in de toekomst met de autonome groei van het verkeer verder zullen toenemen;(…)”2.19. Van belang is voorts dat de ontwikkeling van het bedrijvenpark reeds geruime tijd geleden is aangevangen (de plannen dateren vanaf 2005 en de verkoop van bouwrijke kavels is volgens de gemeente in 2010 is gestart) en verdere ontwikkeling mogelijk is gebleken, ofschoon er geen concreet zicht was op een verbeterde aansluiting op de A28.
In het door de gemeente Oldebroek en Hattem vastgestelde Exploitatieplan Bedrijvenpark H2O (bijlage 8 van de gemeente in de verzoekschriftprocedure, pagina 27, door de rechtbank op 11 januari 2021 ontvangen) zijn de kosten van de nieuwe aansluiting aangemerkt als kosten buiten het plangebied, die (deels) zijn toe te rekenen aan het exploitatieplan voor Bedrijvenpark H2O. Op grond van een door verkeersadviesbureau BVA verrichte analyse van verkeersbewegingen dient 46,1% van de kosten van de nieuwe aansluiting aan Bedrijvenpark H2O toegerekend te worden. Dit komt neer op een bedrag van circa € 5 miljoen (46,1% van het ten laste van de gemeenten komende bedrag van € 11 miljoen). Het grootste deel van de kosten van de nieuwe aansluiting wordt dus gedragen door de overheid. Nu het bovendien de provincie is die de uitvoering van de aanleg van de aansluiting op zich heeft genomen, moet worden aangenomen dat die aansluiting de meeste betekenis heeft voor het algemene belang van een goede plaatselijke en regionale infrastructuur.
2.22. Het betoog van [gedaagde 1] - onder verwijzing naar de Statenbrief van 10 juli 2018 (bijlage 8 bij de nota van [gedaagde 1] ) - dat het financieringsvoorstel primair werd gemotiveerd vanuit het belang van de verdere ontwikkeling van Bedrijventerrein H2O en de verbetering van de leefbaarheid van de kernen van Wezep en Hattemerbroek slechts een bijkomend argument was, kan hem niet baten. In bedoelde Statenbrief is -voor zover van belang - te lezen:
“Deze aansluiting op de A28 versterkt naar verwachting niet alleen de positie als regionaal bedrijventerrein aanzienlijk, maar draagt ook bij aan het verbeteren van de leefbaarheid van onder andere de kernen Wezep en Hattemerbroek waar nu nog geen bestemmingsverkeer doorheen rijdt. Dit alles levert een toegevoegde waarde voor Gelderland.Het gaat hier om het verplaatsen van de huidige afrit Wezep en daarmee wordt ook een knelpunt opgelost in de afwikkeling van het verkeer rond de huidige toe- en afritten in Wezep.”Uit deze bewoordingen blijkt niet dat de nieuwe aansluiting alleen, althans in de eerste plaats is voorzien ten behoeve van de ontwikkeling van het bedrijvenpark.
2.24. Terecht gaan partijen er met de deskundigen van uit dat bij de waardering van het onteigende perceelsgedeelte de thans geldende verkeersbestemming moet worden geëlimineerd (artikel 40c Ow). Daarom dient gewaardeerd te worden met inachtneming van de voorheen geldende agrarische bestemming, die aansluit bij het feitelijk gebruik.
In reactie op de opmerking van de gemeente dat zij met dezelfde referentietransacties tot een waarde van € 6,00 komt, hebben de deskundigen in hun eindrapport overwogen dat zij de grond vanwege de goede agrarische kwaliteit en de grote oppervlakte van het perceel (ruim 11 hectare) hebben gewaardeerd aan de bovenkant van de bandbreedte van de in aanmerking genomen transacties (van € 5,10 tot € 7,05 per m²) en daarom zijn gekomen tot een waarde van € 7,00 per m².
De waardevermindering van het overblijvende
2.42. De opgevoerde kosten voor juridische bijstand komen voor vergoeding in aanmerking. Het inroepen van juridische bijstand was redelijk en de kosten voldoen aan de redelijkheidstoets. De gemeente heeft erop gewezen dat mr. Hofman in totaal 0,8 uur heeft gedeclareerd vanwege telefonisch contact met MB Boekhouders, terwijl dat op de urenspecificatie van MB Boekhouders niet is terug te zien. Aan dit betoog wordt voorbijgegaan, nu [gedaagde 1] onbetwist heeft aangevoerd dat MB Boekhouders coulant is geweest en niet alle uren heeft gedeclareerd.