ECLI:NL:RBGEL:2022:2330

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
C/05/382706 / HA ZA 21-51
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vorderingen uit subrogatie en rekeningcourantverhouding met bewijsopdrachten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, zijn vorderingen aan de orde die voortvloeien uit subrogatie en een rekeningcourantverhouding. De eiseres, die haar woning heeft verkocht en een hypotheek heeft afgelost bij de Rabobank, stelt dat zij is gesubrogeerd in de vorderingen van de Rabobank op de gedaagden. De gedaagden, die gezamenlijk een vakantiepark exploiteren, betwisten de vorderingen en voeren aan dat de vordering van eiseres al is verrekend en kwijtgescholden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs moet worden geleverd door beide partijen over de gestelde verrekeningen en afspraken. De eiseres vordert onder andere betaling van een bedrag van € 201.191,10, dat zij aan de Rabobank heeft voldaan, en andere bedragen die zij heeft voorgeschoten voor de gedaagden. De gedaagden hebben op hun beurt een reconventionele vordering ingesteld voor onbetaalde stageld en verbruikskosten. De rechtbank heeft de partijen opgedragen bewijs te leveren van hun stellingen en heeft de zaak aangehouden voor getuigenverhoren.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/382706 / HA ZA 21-51
Vonnis van 11 mei 2022
in de zaak van
[eis.conv./verw.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C.J. van Dijk te Ede,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.conv./eis.reconv. 1] .,
gevestigd te [plaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.conv./eis.reconv. 2],
gevestigd te [plaats] ,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[ged.conv./eis.reconv. 3],
gevestigd te [plaats] ,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. P.J. van Goor te Wijchen.
Eiseres zal hierna [eis.conv./verw.reconv.] worden genoemd. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk [gedn.conv./eis.reconv.] . worden genoemd en afzonderlijk [ged.conv./eis.reconv. 1] , [ged.conv./eis.reconv. 2] en [ged.conv./eis.reconv. 3] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 7 april 2021
  • de akte vermeerdering van eis in conventie met producties 21 en 22 van [eis.conv./verw.reconv.]
  • de akte uitlaten en overlegging producties 16 en 17 van [gedn.conv./eis.reconv.] .
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte overlegging vervangende productie in conventie met producties 23 t/m 25.
  • het verkort proces-verbaal van mondelinge behandeling van 12 oktober 2021,
  • het rolbericht van [eis.conv./verw.reconv.] van 6 december 2021, waaruit volgt dat de mediation tussen partijen is beëindigd zonder resultaat.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./verw.reconv.] is gehuwd met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] (hierna: [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] .) Zij hebben twee zonen, [betrokkene 1] en [betrokkene 2] .
2.2.
[gedn.conv./eis.reconv.] . exploiteert een vakantiepark “ [naam vakantiepark] ”, bestaande uit een camping en koopchalets.
2.3.
[ged.conv./eis.reconv. 1] is in 1995 opgericht en is enig aandeelhouder van [ged.conv./eis.reconv. 2] en [ged.conv./eis.reconv. 3] . Tot medio 2015 waren [betrokkene 1] en [betrokkene 2] ieder voor 50% aandeelhouder van [ged.conv./eis.reconv. 1] . Sinds 4 mei 2015 is [betrokkene 1] enig aandeelhouder van [ged.conv./eis.reconv. 1] . [betrokkene 1] is thans (indirect) bestuurder van [gedn.conv./eis.reconv.] .
2.4.
Bij de processtukken bevindt zich een ongedateerde ‘Intentieverklaring aandelenoverdracht’. Daarin is vermeldt dat [betrokkene 2] zijn aandelen in [ged.conv./eis.reconv. 1] per streefdatum 1 januari 2015 zal overdragen aan [betrokkene 1] tegen een waarde van € 0,00 en dat [ged.conv./eis.reconv. 1] per transactiedatum de volledige vordering in rekening courant op [betrokkene 2] zal laten vervallen.
2.5.
Bij akte van 25 september 2015 heeft [eis.conv./verw.reconv.] aan de Rabobank een recht van hypotheek verleend op haar woning tot zekerheid voor vorderingen van de Rabobank op [gedn.conv./eis.reconv.] . tot een bedrag van in totaal € 270.000,00 (€ 200.000,00 + € 70.000,00 rente en kosten).
2.6.
Op 30 juni 2017 heeft [eis.conv./verw.reconv.] haar woning verkocht aan een derde en is de hypotheek bij de Rabobank van € 201.191,10 uit de verkoopopbrengst afgelost.
2.7.
Bij e-mailbericht van 22 maart 2018 heeft [betrokkene 3] van [bedrijf betrokkene 3] aan [betrokkene 1] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . onder meer het volgende geschreven:
Zoals gisteren besproken met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] [Sotthewes sr, toevoeging rechtbank] heb ik nog gekeken naar alternatieven voor de agiostorting.
Uitgangspunten:
 [ged.conv./eis.reconv. 1] [ [ged.conv./eis.reconv. 1] , toevoeging rechtbank] heeft een vordering van ongeveer € 100k op [betrokkene 2]
 [ged.conv./eis.reconv. 1] heeft een schuld van ongeveer € 200k aan [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.]
(…)
Oplossingsrichting 1
 De vordering op [betrokkene 2] gaat over naar [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] en wordt verrekend met de schuld van € 200k
 [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] heeft hierna een vordering van € 100k op [ged.conv./eis.reconv. 1]
 Deze vordering wordt kwijtgescholden door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.]
(…)
Mijn voorstel zou zijn om te gaan voor oplossing 1. Dat is het minst zichtbaar en het best verdedigbaar. Ik hoor graag jullie mening.
2.8.
Bij brief van 29 oktober 2019 heeft de adviseur van [eis.conv./verw.reconv.] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] ., mr. M.L.A. van der Dungen, aan [betrokkene 1] bericht dat hij (in privé) en zijn vennootschappen in totaal € 1.134.178,60 hebben geleend van [eis.conv./verw.reconv.] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . In die brief wordt verzocht nadere afspraken te maken over de terugbetaling van dat bedrag.
2.9.
Bij e-mailbericht van 12 november 2019 heeft [betrokkene 4] , de accountant van [betrokkene 1] , namens [betrokkene 1] daarop gereageerd. Daarin wordt de vordering van ruim € 1.100.000,00 betwist en is verder vermeld:
Wel is [betrokkene 1] bereid afspraken gestand te doen inzake de € 200.000,- die betaald is vanuit de verkoop van de eigen woning. Hierover zijn afspraken gemaakt in een gesprek waarbij ook de notaris aanwezig was.
2.10.
In de periode van februari tot mei 2020 heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . per e-mail gecorrespondeerd over onder meer afspraken die zouden zijn gemaakt bij de notaris over een lening van € 200.000,00.
2.11.
Op 24 juni 2020 heeft een gesprek tussen partijen plaatsgevonden op het kantoor van notaris [betrokkene 5] , in het bijzijn van de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] .
2.12.
Bij e-mailbericht van 26 juni 2020 aan [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . verslag gedaan van het gesprek bij de notaris, waarbij hij vermeldt dat is gesproken over een geldlening van € 200.000,00 van [eis.conv./verw.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv. 1] en over de daarover verschuldigde rente en mogelijkheden voor aflossing.
2.13.
Bij e-mailbericht van 16 juli 2020 aan [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . een voorstel gedaan met betrekking tot voormelde geldlening.
2.14.
Bij brief van 6 augustus 2020 heeft Van der Dungen namens [eis.conv./verw.reconv.] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . het voorstel van [gedn.conv./eis.reconv.] . afgewezen.
2.15.
Bij brief van 21 september 2020 heeft de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] [gedn.conv./eis.reconv.] . gesommeerd € 223.096,41 te betalen. Dat bedrag bestaat uit een regresvordering van € 200.000,00, voorgeschoten kosten voor de aanschaf een VW Golf van € 14.740,01 en voorgeschoten bedragen van in totaal € 8.356,40. Daarbij is meegedeeld dat daarmee geen afstand werd gedaan van de overige bedragen, zoals vermeld in de brief van 29 oktober 2019 van Van der Dungen, en dat het recht op nakoming daarvan wordt gestuit.
2.16.
Bij brief van 2 oktober 2020 heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . aan de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] meegedeeld dat uit de verslaglegging van de accountant van [ged.conv./eis.reconv. 1] blijkt dat de lening van € 200.000,00 in maart 2018 reeds is afgewikkeld door verrekening met een vordering van [betrokkene 2] op [ged.conv./eis.reconv. 1] van € 96.342,00 en voor het overige is kwijtgescholden door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . De overige vorderingen worden in die brief betwist. Tevens wordt in die brief gesommeerd tot betaling van € 14.862,95 ter zake van zes onbetaalde facturen van [ged.conv./eis.reconv. 2] .
2.17.
Bij e-mailbericht van 2 oktober 2020 heeft [betrokkene 6] van [bedrijf betrokkene 3] het volgende aan [betrokkene 1] geschreven:
Zoals besproken bijgaand de verwerkingswijze van de kwijtscheldingswinst ad € 102K in de geconsolideerde jaarrekening 2017 van [ged.conv./eis.reconv. 1] BV:
 Op 13 maart hebben we de cijfers doorgesproken met jou, [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] en Alie. Besproken is o.a. de leningen o/g. Een (deel van de) lening aan de Rabobank ad € 200K is afgelost door storting [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . Afgesproken om de lening van [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] te verrekenen met vordering op [betrokkene 2] en het restant als agiostorting door [betrokkene 1] . In aangifte IB van [betrokkene 1] zou dit dan naar voren komen.
 Op 16 maart 2018 zijn de concept jaarrekeningen 2017 per mail verstuurd naar jou en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . In deze mail hebben we het volgende opgenomen:
Wij hebben de lening van je vader als volgt verwerkt.
In de jaarrekening hebben we de vordering op je broer van € 96.342 verrekend met de schuld aan je vader. Het restant van de schuld aan je vader (€ 102.917) hebben wij verwerkt als een kapitaalstorting (agio) in de vennootschap. Dit betekent dat je vader een vordering op jou in privé heeft verkregen van € 102.917. Deze vordering/schuld dient te worden opgenomen in Box 3 in de aangiften inkomstenbelasting. Bij de waardering van de vordering/schuld dient wel rekening te worden gehouden met de inbaarheid. De vordering kan jaarlijks met een bedrag worden kwijtgescholden (in 2018 kan € 5.363 worden kwijtgescholden zonder schenkbelasting).
 [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] heeft naar aanleiding van bovenstaande aangegeven dat hij geen vordering op jou wilde hebben en heeft vervolgens op 21 maart 2018 een gesprek gehad met mijn collega [betrokkene 3] . Op 22 maart heeft [betrokkene 3] hierover een mail naar jullie gestuurd met alternatieven.
 In een telefoongesprek met [betrokkene 3] is door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] vervolgens voor optie 1 gekozen.
 Op 26 maart 2018 heb jij de gecorrigeerde concept jaarrekeningen ontvangen waarin wij de gekozen optie 1 hebben verwerkt.
2.18.
Bij brief van 20 november 2020 heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . aan de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] zes facturen van [ged.conv./eis.reconv. 2] met betrekking tot stageld en verbruik kosten elektra toegezonden en onder meer meegedeeld dat indien betaling daarvan op 15 december 2020 uitblijft, het chalet van [eis.conv./verw.reconv.] na 1 januari 2021 zal worden verwijderd.
2.19.
Daarna is tussen de advocaten van partijen nog gecorrespondeerd, maar dat heeft geen oplossing gebracht.
2.20.
Op 5 januari 2021 is op verzoek van [eis.conv./verw.reconv.] conservatoir beslag gelegd op de onroerende zaken van [ged.conv./eis.reconv. 1] , waarop het vakantiepark wordt geëxploiteerd.

3.De vordering in conventie

3.1.
[eis.conv./verw.reconv.] vordert na vermeerdering van eis dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[gedn.conv./eis.reconv.] . hoofdelijk zal veroordelen om aan haar te betalen € 201.191,10, te vermeerderen met de rente die de Rabobank vanaf 1 juli 2017 aan [gedn.conv./eis.reconv.] . in rekening heeft gebracht, en haar opgave te verschaffen van de door Rabobank vanaf 1 juli 2017 op de leningen van [gedn.conv./eis.reconv.] . gehanteerde rentetarieven, deze opgaveverplichting op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [gedn.conv./eis.reconv.] . in gebreke blijft daaraan te voldoen,
[ged.conv./eis.reconv. 2] zal veroordelen om aan haar te betalen € 24.928,41, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 23.093,41 vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening,
[gedn.conv./eis.reconv.] . hoofdelijk zal veroordelen om aan haar te betalen € 2.905,61 aan buitengerechtelijke incassokosten,
[ged.conv./eis.reconv. 1] zal veroordelen aan haar te betalen € 246.524,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 september 2021 tot aan de dag van algehele voldoening,
[gedn.conv./eis.reconv.] . hoofdelijk zal veroordelen in de proceskosten, waaronder de beslagkosten.
3.2.
[eis.conv./verw.reconv.] legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag. Op 25 september 2015 heeft zij een hypotheek verleend op haar woning ter zekerheid van de verplichtingen van [gedn.conv./eis.reconv.] . tegenover de Rabobank. Bij de verkoop van haar woning in 2017 heeft zij € 201.191,10 aan de Rabobank voldaan, zodat zij daardoor op grond van artikel 6:150 BW is gesubrogeerd in de vorderingsrechten met nevenrechten van de Rabobank op [gedn.conv./eis.reconv.] . Zij stelt verder dat zij in mei 2018 € 14.740,01 heeft betaald aan [naam autobedrijf] in verband met een door [betrokkene 1] beoogde aanschaf van een VW Golf. [eis.conv./verw.reconv.] stelt tevens dat de Rabobank in de periode van juni tot en met augustus 2018 de bankrekeningen van [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft geblokkeerd en dat zij daarom op verzoek van [betrokkene 1] betalingen voor [ged.conv./eis.reconv. 2] aan derden heeft gedaan. Van het door haar voorgeschoten bedrag van € 15.856,40 is € 7.500,00 reeds terugbetaald, maar staat nog een bedrag van € 8.356,40 open, dat door [ged.conv./eis.reconv. 2] aan haar moet worden terugbetaald. Daarnaast maakt [eis.conv./verw.reconv.] aanspraak op een bedrag van € 1.835,00 omdat [betrokkene 1] namens [ged.conv./eis.reconv. 2] in april 2018 een aan haar toebehorende zitmaaier heeft ingeruild en zij dat geld niet heeft terugontvangen. De vordering van € 246.542,80, waarmee zij haar eis heeft vermeerderd, ziet op het eindsaldo per 31 december 2017 van de rekeningcourantverhouding tussen haar en [ged.conv./eis.reconv. 1] .
3.3.
[gedn.conv./eis.reconv.] . voert gemotiveerd verweer. Volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . was [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de onderneming, was hij daar de ‘financiële man’ en regelde hij tot medio 2018 de financiën en de boekhouding van [gedn.conv./eis.reconv.] . In 2019 heeft [betrokkene 1] aan [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . meegedeeld dat hij het voortaan op zijn eigen manier wenst te doen en is de betrokkenheid van [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . gestopt. Sindsdien is de verhouding tussen [betrokkene 1] en zijn ouders verslechterd.
[gedn.conv./eis.reconv.] . voert primair aan dat de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] van € 200.000,00 ter zake van de betaling aan de Rabobank al in 2018 is afgewikkeld door middel van verrekening van de vordering van [ged.conv./eis.reconv. 1] op [betrokkene 2] en kwijtschelding van het restant door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . Voor zover die vordering nog niet zou zijn afgewikkeld, is die vordering volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . nog niet opeisbaar omdat partijen bij de notaris op 18 juli 2019 zijn overeengekomen dat deze in termijnen zou worden afgelost na het overlijden van [eis.conv./verw.reconv.] of [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . aan de alsdan langstlevende. Voorts voert [gedn.conv./eis.reconv.] . aan dat het beroep op subrogatie van [eis.conv./verw.reconv.] niet betekent dat sprake is van een direct opeisbare vordering. Daarvoor is van belang onder welke voorwaarden [eis.conv./verw.reconv.] in de rechten van de lening bij de Rabobank is gesubrogeerd. [eis.conv./verw.reconv.] zal hiertoe de leningsovereenkomst met de Rabobank in het geding moeten brengen, aldus [gedn.conv./eis.reconv.] .. Zij betwist verder dat de VW Golf door, namens of voor [ged.conv./eis.reconv. 2] is gekocht. Dit betreft een privékwestie tussen enerzijds [eis.conv./verw.reconv.] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . en anderzijds [betrokkene 1] en zijn echtgenote [partner betrokkene 1] . [gedn.conv./eis.reconv.] . erkent dat [eis.conv./verw.reconv.] tijdens de blokkade van de bankrekeningen een aantal betalingen ten behoeve van [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft verricht, maar stelt dat die betalingen al volledig contant aan [eis.conv./verw.reconv.] zijn terugbetaald. [gedn.conv./eis.reconv.] . erkent tevens dat de zitmaaier van [eis.conv./verw.reconv.] door [ged.conv./eis.reconv. 2] is ingeruild. [eis.conv./verw.reconv.] had de zitmaaier niet meer nodig en vond het goed dat deze werd ingeruild. [betrokkene 1] heeft dat destijds beschouwd als een gift, aldus [gedn.conv./eis.reconv.] .

4.De vordering in reconventie

4.1.
[gedn.conv./eis.reconv.] . vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [eis.conv./verw.reconv.] zal veroordelen tot betaling van € 14.862,95, te vermeerderen met de wettelijke rente, en € 923,63 aan buitengerechtelijke incassokosten, met veroordeling van [eis.conv./verw.reconv.] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.2.
[gedn.conv./eis.reconv.] . stelt dat [eis.conv./verw.reconv.] een chalet heeft op een standplaats van het vakantiepark en dat zij daarvoor jaarlijks stageld is verschuldigd en dat verbruik kosten aan haar worden doorbelast. Zes facturen van in totaal € 14.862,95 met betrekking tot het stageld 2020 en 2021, het overwinteren 2020 en 2021 en het elektraverbruik zijn niet voldaan en dient [eis.conv./verw.reconv.] nog te betalen.
4.3.
[eis.conv./verw.reconv.] voert gemotiveerd verweer. Zij voert aan dat zij geen stageld of verbruikskosten is verschuldigd. Daarover zijn nooit afspraken gemaakt vanwege de familierelatie. Ook de schoonmoeder van [betrokkene 1] heeft een stacaravan op het vakantiepark en bij haar wordt ook geen stageld in rekening gebracht. [eis.conv./verw.reconv.] heeft nooit facturen ontvangen, ook niet over de jaren vóór 2019. Pas bij brief van 20 november 2020 van de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft zij de facturen ontvangen.

5.De beoordeling

in conventie
Subrogatie geldlening Rabobank
5.1.
Niet in geschil is dat [eis.conv./verw.reconv.] is gesubrogeerd in de rechten van de Rabobank uit hoofde van de lening van de Rabobank aan [gedn.conv./eis.reconv.] ., aangezien [eis.conv./verw.reconv.] die lening met de verkoopopbrengst van haar woning voor [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft afgelost.
5.2.
[gedn.conv./eis.reconv.] . stelt echter primair dat de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] is verrekend met de rekeningcourantschuld van [betrokkene 2] in [ged.conv./eis.reconv. 1] en voor het overige door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . is kwijtgescholden. [gedn.conv./eis.reconv.] . verwijst daarbij naar de verklaring van [betrokkene 6] van [bedrijf betrokkene 3] in het e-mailbericht van 2 oktober 2020 (weergegeven in 2.17). Ter mondelinge behandeling heeft [gedn.conv./eis.reconv.] . het accountantsverslag van 27 maart 2018 met de jaarrekening van [ged.conv./eis.reconv. 1] over 2017 overgelegd, waarin is vermeld dat de vordering op [betrokkene 2] van € 96.342,00 in 2017 geheel is afgelost, de lening van de Rabobank van € 200.000,00 niet meer is opgenomen en een kwijtscheldingswinst van € 102.917 is vermeld.
[eis.conv./verw.reconv.] betwist dat de vordering is verrekend en kwijtgescholden. Zij wijst op de ‘Intentieverklaring aandelenoverdracht’ (weergegeven in 2.4), waarin is vermeld dat de vordering van [betrokkene 2] in rekeningcourant is vervallen en ter mondelinge behandeling heeft [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . verklaard dat het e-mailbericht van 22 maart 2018 van [betrokkene 3] (weergegeven in 2.7) ziet op een andere schuld van [gedn.conv./eis.reconv.] . van € 200.000,00. Verder stelt [eis.conv./verw.reconv.] dat [gedn.conv./eis.reconv.] . de vordering heeft erkend in de correspondentie tussen partijen tot 2 oktober 2020. Voorts voert [eis.conv./verw.reconv.] aan dat ook al zou [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . kwijting hebben verleend, dat geen invloed heeft op de subrogatievordering van [eis.conv./verw.reconv.] , nu die vordering tot haar vermogen behoort aangezien zij buiten gemeenschap van goederen is gehuwd met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] .
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat [gedn.conv./eis.reconv.] . voldoende heeft aangetoond dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . tot medio 2018 nauw betrokken was bij het financiële reilen en zeilen van de onderneming van [gedn.conv./eis.reconv.] . en dat alle transacties met [eis.conv./verw.reconv.] steeds in overleg met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . tot stand zijn gekomen. [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . heeft immers ter mondelinge behandeling erkend dat hij de ‘financiële man’ was in het bedrijf van [gedn.conv./eis.reconv.] . en dat hij tot april 2015 de directe werkzaamheden voor de boekhouding van [gedn.conv./eis.reconv.] . verrichtte. Ook uit het e-mailbericht 22 maart 2018 van [betrokkene 3] volgt dat er direct overleg was met [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . over financiële zaken met betrekking tot [gedn.conv./eis.reconv.] .. Ook daarna in 2019 en 2020 was [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . daarvoor steeds het aanspreekpunt, zoals volgt uit de overgelegde correspondentie. Verder heeft ook [eis.conv./verw.reconv.] ter mondelinge behandeling erkend dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . alles op financieel gebied regelde in samenspraak met haar. Voor zover komt vast te staan dat tussen [gedn.conv./eis.reconv.] . en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . afspraken zijn gemaakt over verrekening en/of kwijtschelding van de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] uit hoofde van subrogatie, gaat de rechtbank ervan uit dat die dan zijn gemaakt met medeweten en instemming van [eis.conv./verw.reconv.] .
5.4.
Nu [gedn.conv./eis.reconv.] . zich beroept op het rechtsgevolg van haar door [eis.conv./verw.reconv.] betwiste stelling dat de vordering is verrekend en kwijtgescholden, rust op haar de bewijslast daarvan. De rechtbank zal haar daartoe in de gelegenheid stellen.
5.5.
Indien [gedn.conv./eis.reconv.] . niet in die bewijslevering slaagt, zal aan de orde komen of de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] geheel opeisbaar is. Daarvoor is van belang wat de voorwaarden waren van de lening van de Rabobank aan [gedn.conv./eis.reconv.] ., in welke rechten [eis.conv./verw.reconv.] is gesubrogeerd. [eis.conv./verw.reconv.] dient zich daarover dan nog uit te laten. Indien komt vast te staan dat de vordering op grond van de leningsvoorwaarden van de Rabobank inmiddels geheel opeisbaar is, dient nog het subsidiaire verweer van [gedn.conv./eis.reconv.] . beoordeeld te worden, dat de vordering nog niet opeisbaar is omdat partijen op 18 juli 2019 bij de notaris hebben afgesproken dat de vordering in termijnen zou worden afgelost aan de langstlevende na overlijden van [eis.conv./verw.reconv.] of [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . Van die door [eis.conv./verw.reconv.] betwiste afspraak, draagt [gedn.conv./eis.reconv.] . eveneens de bewijslast.
Voorgeschoten bedragen
5.6.
[eis.conv./verw.reconv.] stelt dat in de periode van begin juni tot en met augustus 2018 de bankrekening van [gedn.conv./eis.reconv.] . was geblokkeerd en dat zij op verzoek van [betrokkene 1] in die periode betalingen heeft verricht aan crediteuren van [ged.conv./eis.reconv. 2] van in totaal € 15.856,40, waarvan € 7.500,00 is terugbetaald en het restant van € 8.356,40 nog door [ged.conv./eis.reconv. 2] dient te worden terugbetaald. [gedn.conv./eis.reconv.] . erkent dat [eis.conv./verw.reconv.] betalingen voor [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft gedaan, maar stelt dat zij die betalingen reeds volledig heeft terugbetaald. Zij verwijst naar een grootboekoverzicht (productie 3 bij conclusie van antwoord) uit haar administratie.
5.7.
De rechtbank is van oordeel dat uit dat grootboekoverzicht genoegzaam blijkt dat [eis.conv./verw.reconv.] betalingen voor [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft gedaan in juni en juli 2018 tot een totaalbedrag van ruim € 16.000,00. [gedn.conv./eis.reconv.] . heeft met dat grootboekoverzicht onvoldoende inzichtelijk gemaakt en/of aangetoond op welke wijze dat bedrag is terugbetaald. Aangezien [gedn.conv./eis.reconv.] . zich beroept op het rechtsgevolg van haar door [eis.conv./verw.reconv.] betwiste stelling dat [ged.conv./eis.reconv. 2] het volledige bedrag heeft terugbetaald, rust op haar de bewijslast daarvan. De rechtbank zal haar daartoe in de gelegenheid stellen.
VW Golf
5.8.
Niet in geschil is dat [eis.conv./verw.reconv.] een bedrag van € 14.740,01 heeft betaald in verband met een door [betrokkene 1] beoogde aanschaf van een VW Golf. [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist echter dat de auto door of namens [ged.conv./eis.reconv. 2] is aangeschaft en stelt dat de auto door [betrokkene 1] in privé is aangeschaft en dat [ged.conv./eis.reconv. 2] daarvan nooit eigenaar is geweest.
5.9.
De factuur van de garage van 23 mei 2018 staat op naam van [partner betrokkene 1] , de partner van [betrokkene 1] . Uit het enkele feit dat die factuur kennelijk per e-mail door [betrokkene 1] aan [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . is gezonden en [betrokkene 1] daarbij gebruik heeft gemaakt van het e-mailadres [mailadres] , volgt niet dat [eis.conv./verw.reconv.] het aankoopbedrag heeft voorgeschoten voor [ged.conv./eis.reconv. 2] . Volgens haar eigen stellingen heeft zij dat aankoopbedrag betaald ten behoeve van [betrokkene 1] . Ter mondelinge behandeling heeft [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . verklaard dat [betrokkene 1] privé reed in een BMW en dat uit de verkoop van de BMW het door [eis.conv./verw.reconv.] betaalde bedrag voor de VW Golf zou worden betaald. [betrokkene 1] heeft dat betwist en aangevoerd dat het geen lening was maar een gift.
5.10.
Gelet op het voorgaande heeft [eis.conv./verw.reconv.] , gelet op het gemotiveerde verweer van [gedn.conv./eis.reconv.] ., onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld, waaruit volgt dat zij het aankoopbedrag voor de VW Golf heeft voorgeschoten aan [ged.conv./eis.reconv. 2] , zodat [ged.conv./eis.reconv. 2] dat bedrag aan haar dient terug te betalen. Voor zover het een lening betreft, is dit kennelijk een lening geweest aan [betrokkene 1] en/of zijn partner in privé. Zij zijn echter geen partij in deze procedure. Nu niet gebleken is dat het aankoopbedrag ten goede is gekomen aan [ged.conv./eis.reconv. 2] , zal de vordering dan ook worden afgewezen.
Zitmaaier
5.11.
[eis.conv./verw.reconv.] stelt dat [betrokkene 1] haar toestemming had om de aan haar in eigendom toebehorende zitmaaier namens [ged.conv./eis.reconv. 2] in te ruilen, mits hij de inruilwaarde aan haar zou vergoeden. [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft de zitmaaier kennelijk ingeruild bij de aanschaf van een eigen zitmaaier en heeft de inruilwaarde niet aan [eis.conv./verw.reconv.] vergoed. Volgens [eis.conv./verw.reconv.] kwalificeert dat als diefstal of verduistering en is dat onrechtmatig.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat [ged.conv./eis.reconv. 2] zich goederen wederrechtelijk of op onrechtmatige wijze heeft toegeëigend en ingeruild. Ter mondelinge behandeling heeft [betrokkene 1] verklaard dat zijn ouders toen zij verhuisden naar een appartement de zitmaaier aan hem in gebruik hebben gegeven, dat hij de zitmaaier niet nodig had omdat hij een eigen grasmaaier had en dat hij later gevraagd heeft of zij er bezwaar tegen hadden dat hij de zitmaaier zou inruilen en dat dat akkoord was, zodat hij dat heeft beschouwd als privé gift. [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . heeft daarop verklaard dat hij het goed vond dat de zitmaaier werd ingeruild, maar dat hij wel het inruilbedrag wilde hebben.
5.12.
Uit de door [eis.conv./verw.reconv.] overgelegde factuur volgt dat de zitmaaier is ingeruild namens [ged.conv./eis.reconv. 2] , nu de factuur op naam van [ged.conv./eis.reconv. 2] is gesteld. De rechtbank houdt het er daarom voor dat [betrokkene 1] de zitmaaier van [eis.conv./verw.reconv.] mocht inruilen als bestuurder van [ged.conv./eis.reconv. 2] . In zoverre is geen sprake van het zich wederrechtelijk of op onrechtmatige wijze toeëigenen van de zitmaaier door [ged.conv./eis.reconv. 2] . Wel staat vast dat de inruilwaarde van de zitmaaier ten goede is gekomen aan [ged.conv./eis.reconv. 2] . Indien komt vast te staan dat de afspraak is gemaakt dat de inruilwaarde zou worden terugbetaald aan [eis.conv./verw.reconv.] , zoals zij stelt en [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist, dient [ged.conv./eis.reconv. 2] dan ook die inruilwaarde aan [eis.conv./verw.reconv.] te vergoeden. Nu [eis.conv./verw.reconv.] zich beroept op het rechtgevolg van die door [gedn.conv./eis.reconv.] . betwiste afspraak, rust op haar de bewijslast daarvan. De rechtbank zal haar daartoe in de gelegenheid stellen.
Eindsaldo rekeningcourantverhouding [eis.conv./verw.reconv.] / [ged.conv./eis.reconv. 1]
5.13.
[eis.conv./verw.reconv.] stelt dat het correcte eindsaldo van de rekeningcourantverhouding per 31 december 2017 € 246.524,80 behoort te zijn en zij vordert dit bedrag bij vermeerdering van eis. Volgens [eis.conv./verw.reconv.] is de boeking van € 700,00 op 20 januari 2015 niet correct en dient dit € 7.000,00 te zijn. Verder is volgens haar op 19 december 2015 een boeking van € 100.000,00 ten laste van het rekeningcourantsaldo niet juist en mogelijk frauduleus en hoort die boeking niet op de rekeningcourant thuis. Laatstgenoemd bedrag is afgeboekt van de rekeningcourantvordering van [eis.conv./verw.reconv.] ten gunste van de rekeningcourantverhouding met [betrokkene 1] , zonder dat daarvoor een geldige reden bestond. Zij stelt voorts dat de rekeningcourant in 2018 is geëindigd, zodat er van verjaring van haar vordering geen sprake kan zijn. De afsluiting van het jaar 2015 en de opgave van het saldo van de rekeningcourant is nooit conform artikel 6:140 lid 2 BW gedaan, aldus [eis.conv./verw.reconv.] . De frauduleuze boeking van € 100.000,00 van 19 december 2015 heeft zij pas medio 2019 ontdekt, zodat ook ten aanzien daarvan volgens haar geen sprake is van verjaring.
5.14.
[gedn.conv./eis.reconv.] . betwist de vordering en stelt dat de door [eis.conv./verw.reconv.] gegeven toelichting niet is te volgen. Zij betoogt voorts dat de jaarrekeningen van [gedn.conv./eis.reconv.] . in de periode 2014-2018 elk jaar zijn samengesteld door een registeraccountant en dat de concept jaarcijfers altijd werden besproken met [betrokkene 1] en [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . Uit het feit dat over de jaren 2014-2018 steeds samenstelverklaringen zijn afgegeven kan worden afgeleid dat er indertijd geen signalen van fraude zijn geconstateerd. [gedn.conv./eis.reconv.] . betwist dat [eis.conv./verw.reconv.] zich kan beroepen op artikel 6:140 lid 2 en 4 BW en voert aan dat [eis.conv./verw.reconv.] na 2019 niet binnen redelijke tijd heeft geprotesteerd tegen het vastgestelde saldo van de rekeningcourant over de jaren 2014-2018. Verder voert zij aan dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . gedurende de periode 2013-2018 intensief betrokken was bij het reilen en zeilen van [gedn.conv./eis.reconv.] . en dat hij het contact onderhield met de accountant over de controle van de boeken en het opstellen van de jaarrekening. [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . was degene die tussen 2014 en 2018 de rekeningcourantverhouding feitelijke beheerde en bijhield en [eis.conv./verw.reconv.] was daarmee bekend, aldus [gedn.conv./eis.reconv.] . Voor zover [eis.conv./verw.reconv.] een vordering zou hebben, is deze vordering volgens [gedn.conv./eis.reconv.] . verjaard.
5.15.
Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, kan uit de overgelegde grootboekrekeningen van de rekeningcourant van [eis.conv./verw.reconv.] en [betrokkene 1] niet worden opgemaakt dat [eis.conv./verw.reconv.] een bedrag van € 246.524,80 te vorderen heeft van [ged.conv./eis.reconv. 1] . Wanneer het op 19 december 2015 aan de debetzijde geboekte bedrag van € 100.000,00 bij de rekeningcourant van [eis.conv./verw.reconv.] zou worden weggedacht, leidt dit niet tot een eindsaldo in 2015 van € 246.066,00 zoals [eis.conv./verw.reconv.] kennelijk stelt, maar tot een eindsaldo in 2015 van € 135.716,00 (in plaats van € 35.716,00), nog daargelaten dat niet duidelijk is op welke wijze [eis.conv./verw.reconv.] het bedrag van € 7.000,00 in plaats van € 700,00 bij haar berekening heeft betrokken. Dat betekent dat ook het door [eis.conv./verw.reconv.] gestelde eindsaldo per 31 december 2017 niet valt te herleiden tot het door haar gevorderde bedrag van € 246.524,80. Evenmin heeft [eis.conv./verw.reconv.] toegelicht hoe haar berekening zich verhoudt met de rekeningcourant van [betrokkene 1] . Voorts is niet nader toegelicht waarom de boeking van € 700,00 niet juist is en € 7.000,00 moet zijn en evenmin waarom de boeking van € 100.000,00 mogelijk frauduleus is. Verder heeft [eis.conv./verw.reconv.] onvoldoende weersproken dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . in de periode 2014-2018 intensief betrokken was bij het reilen en zeilen van [gedn.conv./eis.reconv.] . en dat hij degene was die in die periode de rekeningcourantverhouding feitelijk beheerde en bijhield. In ieder geval blijkt uit de door [gedn.conv./eis.reconv.] . overgelegde e-mailcorrespondentie dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . in de periode van 2013 tot september 2018 betrokken was bij de financiële zaken van [gedn.conv./eis.reconv.] . Zoals hiervoor onder 5.3 is overwogen, gaat de rechtbank ervan uit dat [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . financieel alles regelde in samenspraak met [eis.conv./verw.reconv.] , zodat zij geacht wordt ook op de hoogte te zijn geweest van de stand van zaken met betrekking tot de rekeningcourantverhouding. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat [eis.conv./verw.reconv.] , tegenover het gemotiveerde verweer van [gedn.conv./eis.reconv.] ., haar stellingen met betrekking tot de vordering uit hoofde van de rekeningcourantverhouding onvoldoende heeft onderbouwd, zodat deze zal worden afgewezen.
in reconventie
stageld en verbruik kosten
5.16.
Niet in geschil is dat [eis.conv./verw.reconv.] vanaf 2017 een chalet op het vakantiepark van [gedn.conv./eis.reconv.] . had staan. Tussen partijen is in geschil of [eis.conv./verw.reconv.] voor dat chalet stageld en verbruik kosten was verschuldigd.
5.17.
Bij brief van 2 oktober 2020 heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . een overzicht van openstaande facturen aan de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] gezonden en gesommeerd tot betaling daarvan. Daarop zijn de volgende facturen vermeld:
  • 21-08-2019 stageld 2020 € 2.193,00
  • 18-10-2019 elektra verbruik € 1.918,80
  • 31-12-2019 overwinteren 2019-2020 € 1.800,00
  • 29-06-2020 gasflessen 9-2017 t/m 6-2020 € 4.777,50
  • 10-09-2020 stageld 2021 € 2.337,00
  • 25-09-2020 overwinteren 2020-2021
totaal € 14.862,95.
Bij brief van 20 november 2020 heeft de advocaat van [gedn.conv./eis.reconv.] . een afschrift van zes facturen aan de advocaat van [eis.conv./verw.reconv.] gezonden. Dat zijn voormelde facturen, behalve de factuur van 29 juni 2020 van € 4.777,50 met betrekking tot de gasflessen, en een factuur van 14 oktober 2020 van € 250,00 ter zake van elektra verbruik, die niet is vermeld op voormeld overzicht.
5.18.
[eis.conv./verw.reconv.] voert aan dat zij geen stageld en verbruik kosten voor het chalet was verschuldigd, gelet op de familieband tussen partijen. Ook de schoonmoeder van [betrokkene 1] heeft een stacaravan op het vakantiepark en hoeft geen stageld en verbruik kosten te betalen, aldus [eis.conv./verw.reconv.] . Zij voert aan dat zij in het verleden nooit is aangesproken op het betalen van stageld en verbruik kosten en betwist dat zij eerder facturen van [ged.conv./eis.reconv. 2] heeft ontvangen. Zij heeft de facturen pas ontvangen bij brief van 20 november 2020. [eis.conv./verw.reconv.] heeft uit de administratie van [ged.conv./eis.reconv. 2] de grootboekrekening caravanverhuur over 2016 tot en met 2019, de grootboekrekening belastingen en toeslagen 2016 en 2017 en een debiteurenlijst ‘openstaande posten/te vorderen’ van 8 augustus 2019 overgelegd, waarop haar naam niet voorkomt. Daaruit blijkt volgens haar dat er geen afspraak over betaling van stageld en verbruik kosten bestond. Voorts betwist zij dat er een afspraak over gasflessen bestond. Die zijn ook nooit bij haar in rekening gebracht. Verder beroept zij zich subsidiair op verrekening, indien zij nog iets aan [ged.conv./eis.reconv. 2] verschuldigd zou zijn.
5.19.
Ter mondelinge behandeling heeft [betrokkene 1] erkend dat zijn schoonmoeder ook een stacaravan heeft op de [ged.conv./eis.reconv. 2] en dat zij daarvoor geen stageld betaalt. Voorts heeft hij verklaard dat met betrekking tot het chalet van [eis.conv./verw.reconv.] vanaf 2017 altijd facturen zijn opgemaakt, die nooit door haar zijn betaald, en dat daarvoor aanmaningen zijn verstuurd aan [eis.conv./verw.reconv.] . Zijn advocaat heeft ter mondelinge behandeling een bewijsaanbod gedaan.
5.20.
Nu [gedn.conv./eis.reconv.] . zich beroept op het rechtsgevolg van haar door [eis.conv./verw.reconv.] betwiste stelling dat partijen hebben afgesproken dat [eis.conv./verw.reconv.] voor haar chalet stageld, verbruik kosten elektra en een vergoeding voor gasflessen aan [ged.conv./eis.reconv. 2] is verschuldigd, rust op [gedn.conv./eis.reconv.] . de bewijslast daarvan. De rechtbank zal haar daartoe in de gelegenheid stellen.
5.21.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
draagt [gedn.conv./eis.reconv.] . op te bewijzen dat:
de vordering van [eis.conv./verw.reconv.] , ter zake van de subrogatie in de geldlening tussen [gedn.conv./eis.reconv.] . en de Rabobank, gedeeltelijk is verrekend met de rekening-courantschuld van [betrokkene 2] in [ged.conv./eis.reconv. 1] en voor het overige door [naam echtgenoot eis.conv./ged.reconv.] . is kwijtgescholden, en
[ged.conv./eis.reconv. 2] het volledige door [eis.conv./verw.reconv.] voorgeschoten bedrag van € 15.856,40 al aan haar heeft terugbetaald,
6.2.
draagt [eis.conv./verw.reconv.] op te bewijzen dat zij met [betrokkene 1] de afspraak heeft gemaakt dat de inruilwaarde van de zitmaaier door [ged.conv./eis.reconv. 2] aan haar zou worden (terug)betaald,
6.3.
bepaalt dat, voor zover [gedn.conv./eis.reconv.] . en/of [eis.conv./verw.reconv.] dit bewijs door middel van getuigen wil(len) leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. S.J. Peerdeman in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
6.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
25 mei 2022voor het opgeven door [gedn.conv./eis.reconv.] . en/of [eis.conv./verw.reconv.] van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen dagen in de maanden juli tot en met november 2022, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
6.5.
verwijst voor het geval [gedn.conv./eis.reconv.] . en/of [eis.conv./verw.reconv.] op die roldatum heeft/hebben medegedeeld geen getuigenbewijs te willen leveren of geen getuigen of verhinderdata heeft/hebben opgegeven de zaak naar de achtste rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor vonnis of,
maar alleen indien [gedn.conv./eis.reconv.] . en/of [eis.conv./verw.reconv.] daarom op de onder 6.4 bedoelde roldatum heeft/hebben verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] . en/of [eis.conv./verw.reconv.] , waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan/kunnen leveren,
6.6.
bepaalt voorts dat de partijen bij de getuigenverhoren aanwezig zullen zijn en, indien daartoe naar het oordeel van de rechter aanleiding bestaat, tijdens en/of na de getuigenverhoren voor de rechter zullen verschijnen om aan deze inlichtingen over de zaak te geven en deze te laten onderzoeken of de partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden,
6.7.
bepaalt dat de partijen alle schriftelijke (bewijs)stukken die zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toegezonden moeten hebben,
6.8.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
6.9.
draagt [gedn.conv./eis.reconv.] . op te bewijzen dat partijen hebben afgesproken dat [eis.conv./verw.reconv.] voor haar chalet stageld, verbruik kosten elektra en een vergoeding voor gasflessen aan [ged.conv./eis.reconv. 2] is verschuldigd,
6.10.
bepaalt dat, voor zover [gedn.conv./eis.reconv.] . dit bewijs door middel van getuigen wil leveren, het getuigenverhoor zal plaatsvinden op de terechtzitting van mr. S.J. Peerdeman in het Paleis van Justitie aan de Walburgstraat 2-4 te Arnhem op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
6.11.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
25 mei 2022voor het opgeven door [gedn.conv./eis.reconv.] . van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen dagen in de maanden juli tot en met november 2022, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
6.12.
verwijst voor het geval [gedn.conv./eis.reconv.] . op die roldatum heeft medegedeeld geen getuigenbewijs te willen leveren of geen getuigen of verhinderdata heeft opgegeven de zaak naar de achtste rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor vonnis of,
maar alleen indien [gedn.conv./eis.reconv.] . daarom op de onder 6.11 bedoelde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van [gedn.conv./eis.reconv.] ., waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,
6.13.
bepaalt voorts dat de partijen bij de getuigenverhoren aanwezig zullen zijn en, indien daartoe naar het oordeel van de rechter aanleiding bestaat, tijdens en/of na de getuigenverhoren voor de rechter zullen verschijnen om aan deze inlichtingen over de zaak te geven en deze te laten onderzoeken of de partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden,
6.14.
bepaalt dat de partijen alle schriftelijke (bewijs)stukken die zij nog in het geding willen brengen uiterlijk twee weken voor het getuigenverhoor in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toegezonden moeten hebben,
6.15.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2022 .