ECLI:NL:RBGEL:2022:2315

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 mei 2022
Publicatiedatum
9 mei 2022
Zaaknummer
C/05/388920 / HA ZA 21-287
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
  • T.P.E.E. van Groeningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake verzoek om inzage in rapport van deskundige in brandzaak

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een incident in een civiele procedure tussen Achmea Schadeverzekeringen N.V. (handelend onder de naam Interpolis) en Securitas Beveiliging B.V. De procedure betreft een verzoek van Securitas om inzage in een rapport van een deskundige dat is opgesteld naar aanleiding van een brand die op 6 september 2018 heeft plaatsgevonden in een pand dat door Interpolis wordt verzekerd. Interpolis heeft de schade aan haar verzekerden vergoed en houdt Securitas verantwoordelijk voor deze schade. Securitas heeft verzocht om inzage in het rapport van de deskundige, omdat zij van mening is dat zij een gerechtvaardigd belang heeft bij deze informatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is voldaan, en heeft Interpolis veroordeeld om Securitas een afschrift van het rapport te verstrekken. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van Securitas begroot op € 563,00. De rechtbank heeft ook een mondelinge behandeling bevolen om verdere inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. De zaak zal verder worden behandeld in een nog te bepalen zitting.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/388920 / HA ZA 21-287 / 103 / 1690
Vonnis in incident van 4 mei 2022
in de zaak van
de naamloze vennootschap
ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,handelend onder de naam Interpolis,
gevestigd te Tilburg,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. B.M. Stroetinga te Eindhoven,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SECURITAS BEVEILIGING B.V.,
gevestigd te Badhoevedorp, gemeente Haarlemmermeer,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. L.J.P.E. Donckers-Corten te Breda.
Partijen zullen hierna Interpolis en Securitas genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis van 19 januari 2022 in het vrijwaringsincident,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende incidentele vordering tot afgifte van bescheiden ex artikel 843a Rv,
  • de akte tot referte van 6 april 2022 van Interpolis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald in het 843a-incident.

2.De beoordeling in het incident

2.1.
Interpolis is verzekeraar van Coöperatief Koninklijk Tuinbouwcentrum Horticoop U.A. (hierna: CKT Horticoop) en Lentse Potgrond B.V. CKT Horticoop is eigenaar van een pand aan de [adres] en Lentse Potgrond B.V. exploiteert daar een onderneming. Securitas verricht beveiligingsdiensten ten behoeve van dit pand.
2.2.
Op 6 september 2018 is er in het pand brand uitgebroken. Interpolis heeft de daardoor ontstane schade aan haar verzekerden vergoed. Interpolis houdt Securitas in de hoofdzaak verantwoordelijk voor deze schade.
2.3.
Interpolis heeft onderzoek gedaan naar de toedracht van de brand. Dit heeft geresulteerd in een “rapport technisch toedrachtonderzoek” van 11 januari 2019 en een “rapport toedracht onderzoek” van 21 januari 2019.
2.4.
Securitas stelt dat uit het eerstgenoemde rapport van Interpolis volgt dat Interpolis ook [naam deskundige] (hierna: [naam deskundige] ) heeft ingeschakeld om onderzoek te doen naar de brand. Securitas vordert dat Interpolis veroordeeld wordt tot het bij akte in het geding brengen van het door [naam deskundige] opgestelde rapport en/of de andere op schrift gestelde weergave van de bevindingen van [naam deskundige] , althans om “Interpolis” [kennelijk is echter bedoeld: Securitas] op andere wijze te voorzien van een afschrift of kopie hiervan althans haar hierin inzage te geven.
2.5.
Securitas legt aan haar vordering ten grondslag dat zij er een gerechtvaardigd belang bij heeft om kennis te kunnen nemen van de bevindingen van [naam deskundige] . Securitas beschikt enkel over de rapporten die zijn opgesteld door experts en onderzoekers die in dienst zijn bij Interpolis of een andere vennootschap van het Achmea-concern. Omdat deze rapporten feitelijk door Interpolis zelf zijn opgesteld, acht Securitas het van belang in te kunnen zien wat [naam deskundige] als niet aan Achmea/Interpolis verbonden onderzoeker aan Interpolis heeft gerapporteerd.
2.6.
Interpolis heeft bij akte van 6 april 2022 (opnieuw) laten weten zich te refereren “aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot het verzoek van Securitas om een partij in vrijwaring op te roepen”. Ten aanzien van dit incident is echter al op 19 januari 2022 vonnis gewezen. Interpolis heeft geen verweer gevoerd in het 843a-incident.
2.7.
De incidentele vordering wordt beoordeeld aan de hand van artikel 843a Rv. Dit artikel bepaalt dat hij die daarbij rechtmatig belang heeft, op zijn kosten inzage, afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin hij of zijn rechtsvoorgangers partij zijn, van degene die deze bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft. Securitas heeft verzocht om inzage in het door [naam deskundige] opgestelde rapport en/of de andere op schrift gestelde weergave van de bevindingen van [naam deskundige] uit het onderzoek naar de brand(schade). Niet betwist is dat Interpolis over een dergelijk rapport of andere schriftelijke weergave van de bevindingen van [naam deskundige] beschikt, noch dat Securitas een rechtmatig belang heeft bij inzage daarvan, nu dit gaat over de brand(schade) waarvoor Interpolis Securitas verantwoordelijk houdt en in de hoofdzaak aansprakelijk stelt.
2.8.
De rechtbank is aldus van oordeel dat aan de voorwaarden die artikel 843a Rv stelt, is voldaan. Interpolis heeft niet gesteld dat gewichtige redenen bestaan die aan toewijzing van het verzoek in de weg staan of dat er een andere weigeringsgrond bestaat. De rechtbank zal Interpolis dan ook veroordelen tot het aan Securitas geven van een afschrift van het door [naam deskundige] opgestelde rapport en/of andere op schrift gestelde bevindingen van [naam deskundige] . Het is vervolgens aan partijen om te beslissen of zij dit in de hoofdzaak nog in het geding willen brengen.
2.9.
Interpolis zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Securitas worden begroot op € 563,00 aan salaris advocaat (1 punt x tarief II € 563,00).

3.De beoordeling in de hoofdzaak

3.1.
De rechtbank zal een mondelinge behandeling bevelen om inlichtingen over de zaak te vragen, partijen gelegenheid te geven hun stellingen nader te onderbouwen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden.
3.2.
De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die zij geraden zal achten.
3.3.
In beginsel wordt ter mondelinge behandeling aan de raadslieden van partijen de gelegenheid geboden de juridische standpunten van partijen nader toe te lichten. Zij hebben hiervoor ieder ten hoogste
15 minutende tijd en mogen daarbij gebruik maken van beknopte spreekaantekeningen. Uitgebreide mondelinge en schriftelijke uiteenzettingen zullen echter niet worden toegestaan.
3.4.
Op de mondelinge behandeling zal, eventueel aan de hand van een voorlopig oordeel over de zaak, worden nagegaan hoe de verdere gang van de procedure moet zijn. Daarbij kan ook de mogelijkheid van een schikking of inschakeling van een mediator aan de orde komen. Ter zitting kan aan de orde komen of een deskundigenonderzoek noodzakelijk is, welke vragen beantwoord moeten worden en wie partijen als deskundige benoemd willen zien. De zitting eindigt met een aantal formaliteiten.
3.5.
De zaak zal worden verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata.

4.De beslissing

De rechtbank
in het incident
4.1.
veroordeelt Interpolis tot het geven van een afschrift aan Securitas van het door [naam deskundige] opgestelde rapport en/of de andere op schrift gestelde bevindingen van [naam deskundige] ,
4.2.
veroordeelt Interpolis in de kosten van het incident, aan de zijde van Securitas tot op heden begroot op € 563,00,
4.3.
wijst het meer of anders gevorderde af.
in de hoofdzaak
4.4.
beveelt een verschijning van partijen, bijgestaan door hun advocaten, voor het geven van inlichtingen het nader onderbouwen van hun stellingen en ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het gerechtsgebouw te Arnhem aan Walburgstraat 2 - 4 op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd,
4.5.
bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
4.6.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
18 mei 2022voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met oktober 2022, waarna dag en uur van mondelinge behandeling zullen worden bepaald,
4.7.
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van mondelinge behandeling zelfstandig zal bepalen,
4.8.
is voornemens deze zaak gelijktijdig met de vrijwaringsprocedure te behandelen,
4.9.
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van mondelinge behandeling dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
4.10.
wijst partijen er op, dat voor de zitting twee en een half uur zal worden uitgetrokken.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen en in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2022.