Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 12 januari 2022
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 april 2022.
2.De vordering
primaireen verklaring voor recht dat [gedaagde] in de overeenkomst van opdracht strekkende tot het waarnemen van de belangen van [eiser] in het kader van de exploitatie van de horecaonderneming gedurende zijn periode van strafdetentie toerekenbaar tekort is geschoten door de horecaonderneming van [eiser] te verkopen aan een derde partij en [gedaagde] dientengevolge jegens [eiser] schadeplichtig is;
3.De beoordeling
4.De beslissing
25 mei 2022voor het opgeven door partijen van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden juni tot en met juli, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien een partij daarom op de onder 4.4. genoemde roldatum heeft verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van beide partijen, waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kan leveren,