Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 8 december 2021
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 28 januari 2022
- de B16-formulieren van zowel HMM als IP met het bericht dat partijen geen schikking hebben bereikt en het verzoek om vonnis te wijzen
- het B11-formulier van IP met het bezwaar tegen het (bewijs)aanbod dat HMM op de mondelinge behandeling heeft gedaan om het bestaan van de notariële splitsingsakte te bewijzen
- het B16-formulier van HMM waarin zij verzoekt geen acht te slaan op de inhoud van voornoemd B11-formulier van IP.
2.De feiten
(...)
de taak om alle inkomsten die met de exploitatie van de Film verband houden, uit te keren aan de Investeerders, conform het in dit Deal Memo bepaalde. (...)
nadere marktconforme overeenkomsten aan zal gaan met[IP]
omtrent de distributie van de Film in Nederland, België, Luxemburg, Suriname, Burundi en de Nederlandse Antillen, tegen nader te bepalen voorwaarden. (...)
: 35,21%
: 14,44%. (...).”
(...)Artikel 4 Rechten
aan IP en vice versa worden voldaan.
.
Deze overeenkomst eindigt met onmiddellijke ingang en zonder dat voorafgaande opzegging of rechtelijke tussenkomst nodig is indien IP of DM (...) zijn rechtspersoonlijkheid doet opheffen of anderszins liquideert, anders dan binnen een herstructurering van de groep van rechtspersonen waartoe die partij behoort, dan wel ophoudt het bedrijf van filmdistributeur uit te oefenen.
Het is partijen niet toegestaan haar rechten en verplichtingen uit deze overeenkomst over te dragen aan een derde, zonder schriftelijke toestemming van de andere partij.
(...) Hierbij laat ik u weten dat per 30 december 2011 een juridische splitsing is geëffectueerd van de vennootschap[DMP]
. Deze is gesplitst in twee vennootschappen, te weten:
, waarvan (indirect) alle aandelen worden gehouden door NL Media Holding B.V..
, waarvan alleaandelen
worden gehouden door mevrouw [naam 1] .
. Wij verzoeken u vanaf heden alle correspondentie naar het kantoor van[HMM]
te sturen (...).”
1. Afgesproken is dat de activiteiten van Dutch Media Pictures door de twee aandeelhouders Dutch Media B.V. (“Dutch Media”) en [naam 1] (“ [naam 1] ”) worden verdeeld tussen twee door de aandeelhouders gecontroleerde vennootschappen, de aandeelhouders zijn partij in de hieronder gemaakte afspraken.
3. Partijen wensen hetgeen is overeengekomen in punt 6 van De Hoofdpunten nader uit te werken. Dit betekent dat de contracten waarin het geheel van de rechten zijn belichaamd aan de partijen van splitsing worden toegewezen, en wel als volgt.
Hierbij belasten wij uw rekening voor: Conform de concept dagvaarding van heden van Mr. Rademakers”.
(...) Na analyse van de inleidende dagvaarding, de bijbehorende producties en het verstekvonnis, lijkt u de bij verstek toegewezen vordering van uw cliënte te baseren op de – onterechte – aanname dat cliënte ermee zou hebben ingestemd dat uw cliënte “in plaats van[DMP]
partij is geworden bij de overeenkomst van cliënte van 5 juli 2010”, waarvoor ik verwijs naar de nummers 26 en 14 van uw dagvaarding.
3.Het geschil
4.De beoordeling
change of controlbepaling die volgens de door IP aangehaalde literatuur een overgang onder algemene titel belet.
statementsheeft ontvangen én (inmiddels) inactief is.
5.De beslissing
1 juni 2022voor
- het in het geding brengen van de notariële splitsingsakte conform het in 5.1 aan HMM opgedragen bewijs, alsmede voor
- het nemen van een akte door HMM over