Uitspraak
- 30 maart 2021 (pro forma-zitting)
- 22 juni 2021 (regiezitting)
- 23 juni 2021 (regiezitting)
- 8 september 2021 (regiezitting)
- 15 februari 2022 (inhoudelijke behandeling)
- 7 april 2022 (sluiting en uitspraak).
1.De inhoud van de tenlastelegging
- het tijdstip waarop de ontploffing teweeg is gebracht (in de nachtelijke uren);
- het feit dat de bewoners in de woning aanwezig waren (en sommigen vanwege het tijdstip al lagen te slapen);
- het kaliber van het gebruikte explosief (3 of 6 inch shell);
- de locatie waar de mortierbom tot ontploffing is gebracht (dicht bij of in de woning, ter hoogte van voordeur en/of een raam) en
- de kracht die af te leiden is uit de schade,
3.De bewezenverklaring
of omstreeksde nacht van 22 op 23 november 2020
een of meeranderen,
althans alleen,
in/bij
(de directe nabijheid
(een) zwa(a)r(e) explosieve stof(fen) aan een steen/voorwerp te bevestigen
/of
die/dateenzwa
(a
)r
(e)explosieve stof
(fen)aan te steken
, althans
/ofvervolgens
die steen/dat voorwerp met dat aangestoken/brandende lont en/of met dat/die aangestoken
/brandendeexplosieve stof
(fen)met kracht tegen een
)raam van die woning (perceel [adres 2] ) te gooien,
dat/die explosieve stof
(fen)nabij
/onderdat
(slaapkamer
)raam tot
(buitenste
) (thermopane
) (slaapkamer
)raam van die
/ofeen auto
iszijnvernield
/oflevensgevaar voor de aanwezige bewoners van
/of[slachtoffer 2] ,
in elk geval
/of
/ofdie
d[slachtoffer 2],
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
8.De beoordeling van de civiele vordering
- verdachte het oogmerk had het nadeel toe te brengen,
- de benadeelde partij lichamelijk letsel heeft opgelopen,
- de benadeelde partij in zijn eer of goede naam is geschaad, of
- de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte in verband met het onder 2 bewezen verklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] van € 15.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 15.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 november 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 110 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;