ECLI:NL:RBGEL:2022:1989
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding proceskosten na intrekking beroep tegen UWV
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. M. van Willigen, een beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV. Het UWV had op 9 juli 2020 aan eiseres meegedeeld dat zij in aanmerking kwam voor een loongerelateerde WIA-uitkering. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV, dat op 19 mei 2021 het bezwaar gegrond verklaarde. Echter, op 28 januari 2022 heeft het UWV deze beslissing herzien. Eiseres heeft vervolgens haar beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV aan eiseres is tegemoetgekomen, waardoor eiseres recht heeft op vergoeding van de proceskosten. De rechtbank heeft de kosten voor rechtsbijstand vastgesteld op € 759,- en het griffierecht van € 49,- moet ook door het UWV aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is gedaan op 15 april 2022 door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van mr. S.E. Berghout, griffier.