De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 3 november 2020 voor 49,80% arbeidsongeschikt is. De rechtbank zal dat uitleggen.
Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiseres om aannemelijk te maken dat de rapporten die over haar zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
De verzekeringsarts heeft het dossier en de daarin aanwezige medische informatie over eiseres bestudeerd. Hij heeft eiseres op het spreekuur gezien en onderzocht. Hij heeft geen aanvullende medische informatie opgevraagd omdat voldoende informatie beschikbaar is. Hij heeft onder andere de beschikking gehad over informatie van een internist-endocrinoloog van het [ziekenhuis C] en een reumatoloog van het [ziekenhuis C] .
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 18 mei 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd. Eiseres heeft afgezien van de mogelijkheid om het bezwaar tijdens een hoorzitting toe te lichten. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geen reden gezien voor een spreekuurbeoordeling omdat voldoende medische informatie in het dossier aanwezig was. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de verzekeringsarts. Hij heeft de FML op punten aangepast. Bij de items 4.13 en 4.14 is de aanvulling ‘incidenteel meer’ verwijderd en het item duurbelasting is aangepast.
De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiseres en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
Eiseres heeft aangevoerd dat het onderzoek onzorgvuldig is omdat zij niet beschikte over het medische rapport van 11 maart 2021. Het UWV heeft hierop gereageerd en gesteld dat het rapport van de verzekeringsarts van 11 maart 2021 voorafgaand aan het onderzoek door de arbeidsdeskundige aan eiseres is gestuurd. In de ontvangstbevestiging van het bezwaar staat aangegeven dat eiseres de stukken op kan vragen, daar heeft eiseres voor zover het UWV heeft kunnen nagaan, in de bezwaarfase niet om gevraagd. Wel daarna, en toen is het medisch onderzoeksrapport ook aan haar toegestuurd. De rechtbank is gelet hierop van mening dat de omstandigheid dat eiseres in de bezwaarfase niet beschikte over het medisch onderzoeksrapport, ook niet maakt dat het onderzoek onzorgvuldig is geweest.
De medische beoordeling
Eiseres meent dat het UWV niet voldoende beperkingen heeft aangenomen. De rechtbank vindt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende heeft uitgelegd waarom niet meer of andere beperkingen zijn aangenomen. Als iemand het niet eens is met een oordeel van een verzekeringsarts, dan moet hij of zij dat onderbouwen met (andere) medische stukken. Bij de rechtbank werken immers geen artsen en de rechtbank kan zelf dus niet zomaar zeggen dat een verzekeringsarts tot een onjuiste medische conclusie is gekomen. Dat betekent ook dat hoe iemand zich voelt zonder medische onderbouwing niet genoeg is om bij de rechtbank gelijk te krijgen. Gelet hierop ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen aanleiding te twijfelen aan de juistheid van de medische onderbouwing van het besluit.
De arbeidskundige beoordeling
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vastgesteld dat eiseres niet geschikt is voor de maatgevende arbeid. Eiseres werkt gemiddeld 18 uur per week in haar eigen aangepaste functie. Dit is volgens de arbeidskundige bezwaar en beroep conform haar belastbaarheid. Hij heeft vastgesteld dat de maatmanomvang 35,86 uur per week is. Dat betekent dat eiseres voor 49,80% arbeidsongeschikt is.
Eiseres heeft in haar beroepschrift aangegeven dat de maatmanomvang 36 uur moet zijn en dat zij nog gemiddeld 18 uur per week werkt. Zij stelt daarom dat zij 50% arbeidsongeschikt is.
Op de zitting heeft eiseres gezegd dat het klopt dat de maatmanomvang van 35,86 uur is. Dat is tussen partijen dus niet meer in geschil. Eiseres heeft – voor het eerst – op zitting gesteld dat zij gemiddeld niet 18 uur, maar 17,93 uur per week werkt, omdat zij 50% werkt. Daarom is eiseres van mening dat zij toch 50% arbeidsongeschikt is. Omdat eiseres voor het eerst op zitting met dit standpunt komt, dat in strijd is met wat zij tot dan toe heeft aangevoerd en dat zij ook niet nader heeft onderbouwd, ziet de rechtbank geen reden eiseres hierin te volgen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het arbeidsongeschiktheidspercentage van eiseres juist is vastgesteld op 49,80%.