Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 april 2021
- de het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 7 juli 2021 en het verkorte proces-verbaal van de voorzetting van de mondelinge behandeling van 2 februari 2022 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
- gerechtskosten in Duitsland: € 29.022,54,
- materiële schade, het loon statutair directeur: € 46.000,00,
- immateriële schade als gevolg van detentie: € 58.400,00,
- reputatieschade: € 50.000,00.
“een aantal verklaringen, bevattende tien (10) pagina’s, opgemaakt en gesloten te Amstelveen op een en dertig oktober tweeduizend veertien (31-10-2014) door mij, notaris en ter beschikking gesteld aan mij, notaris op drie en twintig oktober tweeduizend veertien (23-10-2014) door hem, comparant, voor zich in privé”en dat gemelde verklaringen aan de akte zullen worden gehecht. Op de tweede pagina staat dat
“comparant”ten overstaan van de notaris
“en de verschenen getuigen”onder ede heeft verklaard dat de inhoud en opgave
“in gemelde verklaring”de waarheid, de hele waarheid en niets dan de waarheid zijn.
“Beëdigde verklaring inzake Commerzbank Lingen”, genummerd 1e tot en met 10e, met in totaal 15 pagina’s, waarop staat dat deze naar waarheid opgemaakt en getekend zijn op 1 november 2014 door [betrokkene 1] . [betrokkene 1] was, zo verklaart [eisende partij] zijn ‘procuratiehouder’ in Duitsland. In de verklaringen staan diens getuigenissen waaruit, aldus [eisende partij] , blijkt dat de lezing van [eisende partij] klopt dat hij een bonafide bedrijf voerde, dat misbruikt werd door onder meer [gedaagde partij] en dat [eisende partij] geen schuld heeft aan de incassofraude. De bedoeling was, zo stelt [eisende partij] , dat deze verklaringen zouden worden ingebracht in de Duitse strafzaak, maar dat is door een fout van de notaris, die daarom ook uit zijn ambt is gezet, niet gebeurd.
3.736,50(1,5 punten × tarief € 2.491,00)