Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 augustus 2021,
- het verkort proces verbaal van mondelinge behandeling 15 november 2021.
2.De kern van de zaak
3.De feiten
Met de aanschaf van de Ecensy warmtepompinstallatie voor uw verwarming en warm tapwater bereiding heeft u hiermee een kwalitatief hoogwaardige en energiezuinige energieopwekking gerealiseerd waarmee u een optimaal comfort tegen lage kosten kunt realiseren.’ De garantieperiode van twee jaar is met drie jaar verlengd, omdat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] ook een onderhoudscontract heeft gesloten met Rebra. Het onderhoudscontract is ingegaan op 1 december 2018. [eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft de facturen voor het onderhoud gedurende de eerste twee jaar, en dus tot 30 november 2020, betaald.
- Het duurt enorm lang voordat de woning een gewenst temperatuur van 21 graden bereikt;
- De pomp welke nu continue in storing springt, draait niet meer sinds client het bij een installateur van uw bedrijf heeft gemeld;
- De leidingen van de warmteboilers liggen niet weggewerkt, deze lopen gewoon over het dak en de kapotte dakpannen zijn niet vervangen;
- De temperatuur van het warme water en de hoeveelheid warm water blijft slecht.
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling
in conventie
‘Ook zei je dat de leidingen nog beter ingepakt/geïsoleerd zouden worden toch?’. Daaruit volgt naar het oordeel van de rechtbank niet dat Rebra dit heeft toegezegd aangezien niet gesteld of gebleken is dat Rebra bevestigend op dit bericht heeft gereageerd. Ook kwalificeert dit bericht niet als een klacht maar is het veeleer een vraag. Over de isolatie is niet bij brief van 5 november 2019 geklaagd, maar pas na het rapport van [naam 1] van juni 2020. Dat is meer dan 1,5 jaar na oplevering en meer dan een jaar na genoemd WhatsApp-bericht, waaruit blijkt dat de isolatie door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] is bekeken. De rechtbank concludeert dat [eiser in conventie/verweerder in reconventie] daarmee niet binnen bekwame tijd over de isolatie heeft geklaagd. Gelet hierop behoeft niet te worden beoordeeld of op dit punt sprake is van non-conformiteit.
Reset van de storing is zinloos, i.v.m. bovengenoemde mogelijke structurele afwijking.’ Die afwijking was volgens [naam 1] dat tijdens de opstartcyclus in één van beide pompen een storing werd gegenereerd die waarschijnlijk wijst op een lagedrukstoring in het primaire circuit. Uit de via WhatApp gemelde storingen blijkt ook dat de reparaties op 7 december 2019 de problemen niet hebben opgelost. Zoals uit de e-mailwisseling van begin december 2020 volgt, werkten op dat moment zelfs beide pompen niet meer, en heeft Rebra geweigerd om dit te (proberen te) herstellen.
Waarschijnlijk zijn de elektrische elementen in de buffervaten voortdurend in bedrijf terwijl deze uitsluitend bedoeld zijn voor extremen.’ De rechtbank is van oordeel dat een consument van een nieuwe verwarmingsinstallatie niet behoeft te verwachten dat deze zo frequent in storing staat en daardoor niet naar behoren functioneert. Daar komt bij dat de installatie is aanbevolen als energiezuinig, hetgeen gelet op de door [naam 1] beschreven bevindingen over de elektrische elementen in de buffervaten alleen al door de storingen zal zijn belemmerd. Het gedurende langere tijd frequent optreden van storingen is dermate ernstig dat dit een normaal gebruik van de warmtepompinstallatie heeft belemmerd. De warmtepompinstallatie moet reeds hierom als non-conform worden aangemerkt. Nu deze afwijking zich binnen zes maanden na aflevering heeft geopenbaard, wordt ingevolge artikel 7:18 lid 2 BW vermoed dat de installatie bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord. Het verweer van Rebra dat er geen sprake is geweest van storingen die door de installatie zelf zijn gegenereerd heeft zij, behoudens voor zover het betreft de storingen die begin 2019 zijn opgetreden, niet onderbouwd. Daarmee is Rebra tekortgeschoten in haar verplichting tot levering van een warmtepompinstallatie die aan de overeenkomst beantwoordt en kan deze tekortkoming haar worden toegerekend.
‘Het toegepaste lage temperatuursysteem voor verwarming is indien hedendaagse comfort eisen worden gesteld, in de huidige situatie matig geschikt, om reden van de matige kier en naaddichting van de te openen kozijndelen en het ontbreken van isolatievoorziening boven de overloop. Het ontbreken van naad en kierdichting resulteert in tochtklachten en een aanzienlijk warmteverlies via de kozijnen.’en
‘Door de dakkap boven de overloop is op dit moment daglicht zichtbaar. Dit resulteert in een aanzienlijk warmteverlies via de kapconstructie.’
‘De wens is om monovalent te gaan, maar gezien de isolatiewaardes is rekening gehouden met een bivalent systeem. Er wordt bijgestookt met gashaarden.’[eiser in conventie/verweerder in reconventie] heeft geen of onvoldoende concrete feiten en omstandigheden naar voren gebracht waaruit kan blijken dat mondeling een ander uitgangspunt is overeengekomen dan in de offerte is opgenomen zodat voor bewijslevering geen aanleiding bestaat. Voor zover [eiser in conventie/verweerder in reconventie] , zoals hij heeft gesteld, over deze zin in de offerte heeft heengelezen, komt dit voor zijn rekening en risico aangezien van hem verwacht had mogen worden dat hij zou verifiëren of Rebra bij haar offerte van de juiste uitgangspunten is uitgegaan. De rechtbank gaat er derhalve vanuit dat het in de offerte beschreven uitgangspunt is overeengekomen.
- Het monitoren van de duurzame installatie op afstand.
- Het één keer per jaar controleren van de installatie op de druk van betreffende circuits.
- Het bijstellen van de regeling als dat nodig blijkt.
6.De beslissing
4 mei 2022voor het nemen van een akte door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] waarin hij zich uitsluitend kan uitlaten over de verwijzing naar de schadestaatprocedure en een deskundigenrapportage in deze procedure zoals beschreven in r.o. 5.59; na het nemen van de akte door [eiser in conventie/verweerder in reconventie] zal Rebra in de gelegenheid worden gesteld om binnen twee weken een antwoordakte te nemen,