Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[verzoeker 1] ,
[verzoeker 2],
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 tot en met 22
- het verweerschrift met producties 1 tot en met 4
- het e-mailbericht van het kantoor van mr. Bindels van 22 november 2021,
- het e-mailbericht van mr. Zandijk van 22 november 2021,
- het e-mailbericht van de griffier van deze rechtbank van 23 november 2021,
- de mondelinge behandeling van 24 november 2021, waar enerzijds [verzoeker 1] , [verzoeker 2] , de heer [betrokkene 1] , medisch adviseur, en mr. Zandijk voornoemd en anderzijds mevrouw drs. [betrokkene 2] , medisch adviseur verbonden aan Tolsma Consult (verder: [betrokkene 2] ) en mr. Bindels voornoemd verschenen zijn. Mr. Zandijk heeft de standpunten van [verzoekers] uiteengezet aan de hand van spreekaantekeningen
- de brief van mr. Zandijk van 23 december 2021 met een machtiging van de kantonrechter van deze rechtbank ten behoeve van [verzoekers] om namens hun zoon, [minderjarige] (verder ook: [minderjarige] ), in rechte op te treden.
Anamnese en dossier-onderzoek:
Speciële anamnese
School:conflicten met leraren, m.n. als hij in een bepaald tempo een opdracht moet afronden. Dan is hij licht geraakt en raakt overstuur.
Overwegingen
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Conclusie op basis van geleverde documentatie en delen van mijn overwegingen: op moment van trauma geen problemen mbt concentratie / werktempo / fijne motoriek / gedrag en schools functioneren iha.. In deze zijn toen ook geen andere werkdiagnoses gesteld dan dyslexie.”Op een in dat mailbericht door [betrokkene 2] gestelde aanvullende vraag waarbij zij stelt dat bij [minderjarige] al sprake was van een voorkeur voor praktisch bezig zijn boven leren heeft [betrokkene 5] geantwoord dat hij geen concrete aanwijzingen heeft gevonden voor die stelling, maar dat, ook daarvan uitgaand, thans sprake is van het niet kunnen uitvoeren van twee taken tegelijk, dat er continue begeleiding moet zijn en regelmatig periodes van een time-out, vermoeidheid in relatie tot werk/werkdruk en ander gedrag. De rechtbank overweegt dat voldoende blijkt dat [betrokkene 5] in zijn beoordeling heeft betrokken dat in eerdere informatie over [minderjarige] al melding wordt gemaakt van problemen en dat de conclusie voldoende is onderbouwd dat na het ongeval sprake is van andere en ernstigere beperkingen dan de beperkingen die uit de voorgeschiedenis blijken. Van een zwaarwegend of steekhoudend bezwaar op dit punt is naar het oordeel van de rechtbank dan ook geen sprake.