ECLI:NL:RBGEL:2022:1330

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 maart 2022
Publicatiedatum
15 maart 2022
Zaaknummer
05/148136-21
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair voor het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften met betrekking tot vuurwapens

Op 14 maart 2022 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 22-jarige militair, die werd beschuldigd van het niet opvolgen van een dienstvoorschrift met betrekking tot het gebruik van een pistool. De verdachte, soldaat der eerste klasse bij de Koninklijke Landmacht, was op missie in Irak en had op 26 april 2021, na onderhoud aan zijn dienstwapen, een ongecontroleerd schot gelost. Dit gebeurde terwijl hij zijn wapen half had geladen en niet de vereiste veiligheidsmaatregelen had genomen. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte weliswaar nalatig had gehandeld, maar niet opzettelijk het dienstvoorschrift had overtreden. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, maar de rechtbank legde uiteindelijk een taakstraf van 30 uren op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren werd verricht. De rechtbank benadrukte het belang van het naleven van veiligheidsvoorschriften binnen de krijgsmacht, vooral gezien de risico's die verbonden zijn aan het gebruik van vuurwapens. De verdachte werd vrijgesproken van het opzettelijk niet opvolgen van het dienstvoorschrift, maar werd wel schuldig bevonden aan ernstige nalatigheid, wat leidde tot gemeen gevaar voor personen en goederen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/148136-21
Datum uitspraak : 14 maart 2022
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. F. Tosun, advocaat in Zaandam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 februari 2022.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, als militair, op of omstreeks 26 april 2021, te of nabij Erbil, in elk geval in Irak, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, het dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB, waarin onder Veiligheidsregels Glock 17 onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’ (onder andere) is voorgeschreven dat:
  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
  • Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeerd, hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen
en onder ‘2.3 het ineenzetten van het wapen’ (na onderhoud) (onder andere) is voorgeschreven (pagina: I-2-5):
  • Controleer de werking (zie 2.4) na het ineenzetten en onder ‘2.4 Controle van de werking’ (onder andere) is voorgeschreven (pagina I-2-7 van het voornoemde dienstvoorschrift):
  • Plaats een leeg patroonmagazijn
  • Span het wapen
  • De slede moet in de achterste stand blijven staan met behulp van de sledepal
  • De sledepal naar beneden drukken en de slede onder geleide naar voren laten gaan
  • De slagpin ontspannen door de trekker over te halen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in het zitje aan de achterzijde van de LS-Tent-K, nummer 6, op Camp Bulldog, opzettelijk, althans in ernstige mate nalatig, nadat hij onderhoud aan zijn dienstwapen (pistool Glock 17) had gepleegd en nadat hij zijn dienstwapen (weer) ineen had gezet, (vervolgens) zijn dienstwapen half heeft geladen, zonder dat hij, verdachte, na het ineenzetten van zijn dienstwapen eerst de werking van zijn dienstwapen had gecontroleerd, waarna hij, verdachte, (vervolgens) zijn dienstwapen op de tafel voor hem heeft (terug) gelegd, waarna hij, verdachte, (vervolgens, althans enkele minuten later) (alsnog) ter uitvoering van de controle van de werking van zijn dienstwapen (na het ineenzetten van het dienstwapen) zijn dienstwapen (weer) ter
hand heeft genomen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van het dienstwapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn dienstwapen verkeerde en/of zonder dat hij, verdachte, voor het uitvoeren van de controle van de werking eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en/of zonder dat verdachte als gebruiker van het dienstwapen, het dienstwapen heeft behandeld alsof het geladen was, omdat uitwendig niet te zien was of het ontladen was, en/of zonder dat verdachte bij aanvang van de controle van de werking van het dienstwapen (eerst) het patroonmagazijn met scherpe munitie uit zijn dienstwapen had verwijderd, en/of zonder dat verdachte bij aanvang van de controle van de werking van het dienstwapen (eerst) een lege patroonmagazijn had geplaatst, waarbij/waarna er (vervolgens) door hem, verdachte, een schot werd gelost, althans uit dat dienstwapen een schot werd gelost, terwijl daarvan/daardoor levensgevaar voor anderen of een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, in de aangrenzende tenten (6, 7 en 8) bevindende [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, nog onbekend gebleven personen, althans gemeen gevaar voor die [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, nog onbekend gebleven personen en/of gemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte bevindende aangrenzende tenten en/of camouflagenetten en/of T-wall en/of koelkasten en/of banken en/of tafels en/of stoelen en/of prullenbakken en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen is ontstaan, althans te duchten is geweest.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Ten tijde van het tenlastegelegde feit was verdachte, soldaat der eerste klasse bij de Koninklijke Landmacht, op missie te Irak en gelegerd in Camp Bulldog in Erbil. Op 26 april 2021, omstreeks 08:00 uur kwam verdachte na een nachtdienst terug op Camp Bulldog. Zijn primaire wapen, een Colt C7, heeft verdachte ontladen bij het ontlaadpunt naast de hoofdpoort van het kamp. Vervolgens is verdachte naar zijn legeringstent LS-Tent-K, nummer 6 (hierna: tent 6) gegaan en is op het zitje achter tent 6 onderhoud gaan plegen aan de Colt C7 en zijn secundaire wapen, een Glock 17. Na het onderhoud aan de Colt C7 heeft verdachte de half geladen Glock ontladen en onderhoud gepleegd aan dit wapen. Na het onderhoud aan de Glock heeft verdachte deze half geladen en enkele minuten weggelegd en is met zijn telefoon bezig geweest. Vervolgens heeft verdachte het wapen opgepakt om de ‘controle werking’ te doen. Verdachte heeft het wapen doorgeladen en de trekker overgehaald, als gevolg waarvan een schot is gelost in een niet veilige richting [2] .
Dit ongecontroleerde schot werd gelost op het zitje achter tent 6. Uit een reconstructie van de kogelbaan volgt dat de kogelpunt vanaf het zitje achter tent 6 door het camouflagenet is gegaan en vervolgens in een T-wall is ingeslagen. Hierbij heeft de kogelpunt, het looppad tussen tent 6 en tent 7 gepasseerd op een hoogte van ongeveer 185 centimeter met een stijgende lijn, tot deze op de T-wall insloeg op de hoogte van 343 centimeter. Bij het afgaan van het ongecontroleerde schot waren er personen aanwezig in tent 6, 7 en tent 8 en uit onderzoek van de inslag volgt dat de kogelpunt niet in de T-wall zat, maar vermoedelijk door middel van een ricochet in onbekende richting is weggeslagen. [3]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift, met uitzondering van het te duchten levensgevaar nu dat niet evident uit het dossier blijkt.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat het in de tenlastelegging opgenomen bestanddeel opzettelijk niet bewezen kan worden, nu geen sprake is van het willens en wetens overtreden van het dienstvoorschrift. Ook voorwaardelijke opzet kan niet worden aangenomen nu verdachte de aanmerkelijke kans op het niet opvolgen van een dienstvoorschrift niet heeft aanvaard.
Van in ernstige mate nalatig handelen is evenmin sprake, nu verdachte een menselijke fout heeft gemaakt. Verdachte dient derhalve te worden vrijgesproken.
De raadsvrouw heeft bepleit dat uit de reconstructie van de kogelbaan en het feit dat andere militairen lagen te slapen volgt dat niet kan worden geconcludeerd dat levensgevaar of algemeen gevaar voor personen is ontstaan, zodat ter zake daarvan ook vrijspraak dient te volgen.
Beoordeling door de militaire kamer
Niet opvolgen van het dienstvoorschrift
In het dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB staan – voor zover relevant – de volgende veiligheidsregels beschreven:
“onder 3. Algemene veiligheidsregels
- Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, moet op de hoogte zijn van de veiligheidsregels en er op toezien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd.
- Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen, moet het wapen behandeld worden alsof het geladen is, omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is.

(…)

- Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen
verkeerd, moet hij de veiligheidsmaatregelen nemen.
en onder ‘2.3 het ineenzetten van het wapen’ (na onderhoud) – voor zover relevant – is voorgeschreven:
-
Controleer de werking (zie 2.4) na het ineenzetten

en onder ‘2.4 Controle van de werking’ is – voor zover relevant –voorgeschreven:

  • Plaats een leeg patroonmagazijn
  • Span het wapen
  • De slede moet in de achterste stand blijven staan met behulp van de sledepal
  • De sledepal naar beneden drukken en de slede onder geleide naar voren laten gaan
  • De slagpin ontspannen door de trekker over te halen.” [4]
Verdachte heeft verklaard bekend te zijn met voornoemd dienstvoorschrift en de daarin opgenomen veiligheidsregels en dat hij tijdens zijn basisopleiding, tijdens de missietraining en tijdens de missie in Irak instructie heeft gehad en de veiligheidsmaatregelen voor de Glock heeft behandeld en geoefend met zijn buddy. [5]
Pelotonscommandant [naam 6] heeft ten aanzien van het gebruik van de Glock op Camp Bulldog verklaard dat deze half geladen wordt gedragen. Dat wil zeggen dat de patroonhouder geplaatst is met munitie, maar dat het wapen niet gespannen is. Het laden en ontladen dient te allen tijde in de ontlaadbak bij de ingang van Camp Bulldog te gebeuren. Het voorgaande is iedereen op Camp Bulldog bekend. [6] Verdachte heeft verklaard dat hij de Glock half had moeten laden in het ontlaadpunt en niet achter zijn tent. [7] Ter zitting heeft verdachte verklaard dat het op Camp Bulldog de gewoonte was dat de Glock achter de tent werd ontladen en dat je bij wapenhandelingen elke keer als je de trekker overhaalt naar de grond richt [8] .
De militaire kamer concludeert dat verdachte de Glock op het zitje achter tent 6 heeft ontladen en na het uitvoeren van het wapenonderhoud half heeft geladen, zonder na het onderhoud eerst de werking van het wapen te controleren (hierna: controle werking). Vervolgens heeft verdachte het wapen enkele minuten weggelegd en weer opgepakt om alsnog de controle werking uit te voeren.
Hierbij heeft verdachte nagelaten zich te overtuigen van de toestand waarin het wapen verkeerde, nagelaten eerst veiligheidsmaatregelen te nemen en nagelaten het wapen te behandelen alsof het geladen is.
Verdachte heeft voorts nagelaten de controle werking deugdelijk uit te voeren, te weten een leeg patroonmagazijn te plaatsen, het wapen te spannen waarbij de slede in de achterste stand zou moet blijven staan en door de sledepal naar beneden te drukken de slede onder geleide naar voren te laten gaan, om vervolgens de slagpin te ontspannen door de trekker over te halen.
Verdachte heeft het half geladen wapen doorgeladen en de trekker overgehaald in een niet veilige richting, waardoor een ongecontroleerd schot in niet veilige richting is afgegaan. Verdachte heeft daarmee het betreffende dienstvoorschrift VS 7-511 pistool Glock 17 JB alsmede de instructies voor het gebruik van het wapen op Camp Bulldog op meerdere punten niet opgevolgd. De militaire kamer neemt hierbij in aanmerking dat het wapen technisch in orde was en er geen aanleiding is aan te nemen dat het wapen zonder de trekker aan te raken kon afgaan. [9]
Opzet of schuld
De militaire kamer is van oordeel dat er geen bewijs is voor het opzettelijk niet opvolgen van een dienstvoorschrift door verdachte. Hiertoe overweegt de militaire kamer allereerst dat bij verdachte niet van ‘opzet als bedoeling’ is gebleken. De militaire kamer is ook van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij een dienstvoorschrift zou overtreden. Er is naar het oordeel van de militaire kamer dus ook geen sprake van voorwaardelijke opzet.
Verdachte is na een nachtdienst onderhoud gaan plegen aan zijn wapens. Als in zijn ogen te doen gebruikelijk heeft hij de Glock achter tent 6 ontladen, heeft het wapen onderhouden en vervolgens half geladen zonder eerst de voorgeschreven controle werking uit te voeren. Toen verdachte het wapen na een onderbreking oppakte om de controle werking alsnog te doen, ging verdachte ervan uit dat het wapen ongeladen was. Verdachte heeft de slede naar achter getrokken – en daarmee het wapen onbewust doorgeladen – en de trekker in een niet veilige richting overgehaald.
De militaire kamer heeft uit het onderzoek ter terechtzitting geen reden gekregen aan de lezing van verdachte te twijfelen dat het voor hem, en zijn collega’s, gewoon was het wapen half te laden en te ontladen achter tent 6 en dat hij door vermoeidheid vergeten was dat hij zijn Glock na het onderhoud had geladen. De militaire kamer acht dit weliswaar verwijtbaar, maar van die lezing uitgaande kan niet gezegd worden dat verdachte bewust de kans heeft aanvaard dat hij een dienstvoorschrift zou overtreden. Aldus heeft de militaire kamer niet de overtuiging bekomen dat verdachte opzettelijk heeft gehandeld, zodat verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
De vraag die de militaire kamer vervolgens dient te beantwoorden is of het niet opvolgen van het dienstvoorschrift het gevolg is van (ernstige) nalatigheid. Om tot een bewezenverklaring van ‘schuld’ in de zin van artikel 137 Wetboek van Militair Strafrecht (hierna: WMSr) te komen, is vereist dat verdachte zich zeer, althans aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig of onachtzaam heeft gedragen. Hiervoor geldt dat in ieder geval sprake moet zijn van een aanmerkelijke mate van (verwijtbare) onvoorzichtigheid. Bij de beoordeling hiervan komt het aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Daarbij wordt opgemerkt dat niet enkel uit de ernst van de gevolgen van het incident kan worden afgeleid dat sprake is van schuld als bedoeld in artikel 137 WMSr.
Bij de beoordeling van de mate van schuld in deze strafzaak gaat de militaire kamer uit van het navolgende. Verdachte was op de hoogte van de voorschriften en instructies ten aanzien van het gebruik van de Glock. Hij dient als getraind militair ook op de hoogte te zijn van de grote risico’s voor personen en goederen die voortvloeien uit het onjuist gebruik van een vuurwapen. Hij wordt voorts geacht te weten dat de veiligheidsmaatregelen in het belang van de veiligheid altijd uitgevoerd dienen te worden, ook als hij in de (onjuiste) veronderstelling verkeerde dat het wapen ontladen is.
Verdachte heeft in strijd met de instructies het wapen ontladen op het zitje achter tent 6 in plaats van in het ontlaadpunt en heeft na het onderhoud het wapen half geladen zonder eerst de controle werking te doen. Na het wegleggen van het wapen heeft verdachte de controle werking niet deugdelijk uitgevoerd en de veiligheidsregels niet in acht genomen. Verdachte heeft immers nagelaten zich te overtuigen van de toestand waarin het wapen verkeerde, nagelaten het wapen te behandelen alsof het geladen is en nagelaten de trekker in veilige richting over te halen.
Verdachte heeft zich daarmee aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig en onachtzaam gedragen. Dit leidt tot de conclusie dat er sprake is van schuld in de zin van ernstige nalatigheid zoals dat is tenlastegelegd.
Levensgevaar
Met de officier van justitie en de verdediging is de militaire kamer van oordeel dat niet bewezen kan worden dat van het ongecontroleerde schot levensgevaar te duchten is geweest.
Gemeen gevaar voor personen of goederen
Ten aanzien van de vraag of het ongecontroleerde schot gemeen gevaar voor anderen en/of gemeen gevaar voor goederen oplevert overweegt de militaire kamer als volgt.
Het ongecontroleerde schot werd in niet veilige richting gelost. De kogelpunt is op ooghoogte door het camouflagenet achter tent 6 gegaan en heeft het voetpad tussen tent 6 en 7 op een hoogte van 185 centimeter gepasseerd. Vervolgens is de kogelpunt over de zitjes achter tent 7 en 8 gegaan en is ingeslagen in de T-wall naast tent 8 en daarvan gericocheerd in onbekende richting.
Getuigen [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] , [naam 5] en [naam 4] hebben verklaard dat zij in hun bed lagen in de aangrenzende tenten 6, 7 en 8. [10]
De militaire kamer is gelet op voornoemde feiten en omstandigheden van oordeel dat gemeen gevaar voor personen te duchten is geweest.
Voorts overweegt de militaire kamer dat verdachte met zijn schot het camouflagenet en de T-wall heeft geraakt en beschadigd, terwijl zich daaromheen diverse andere goederen bevonden, zoals elektronische apparatuur, meubilair en tenten. [11] Gelet op voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat er door het ongecontroleerde schot van verdachte ook gemeen gevaar voor goederen te duchten is geweest.
Op basis van het voorgaande is de militaire kamer van oordeel dat het in ernstige mate nalatig overtreden van het dienstvoorschrift door verdachte, met als gevolg gemeen gevaar voor personen en goederen, bewezen kan worden.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij, als militair, op
ofomstreeks 26 april 2021, te
of nabijErbil,
in elk geval inIrak,
opzettelijk, althansin ernstige mate nalatig, het dienstvoorschrift VS 7-511 Pistool Glock 17 JB, waarin onder Veiligheidsregels Glock 17 onder 3 ‘Algemene veiligheidsregels’ (onder andere) is voorgeschreven dat:
  • Personeel dat het pistool in gebruik of in beheer heeft, op de hoogte moet zijn van de veiligheidsregels en er op toe moet zien dat deze regels nauwkeurig worden nageleefd
  • Voordat de veiligheidsmaatregelen worden genomen het wapen behandeld dient te worden alsof het geladen is omdat uitwendig niet te zien is of het ontladen is
  • Wanneer de gebruiker niet overtuigd is van de toestand waarin het wapen verkeert, hij de veiligheidsmaatregelen moet nemen
en onder ‘2.3 het ineenzetten van het wapen’ (na onderhoud) (onder andere) is voorgeschreven (pagina: I-2-5):
  • Controleer de werking (zie 2.4) na het ineenzetten en onder ‘2.4 Controle van de werking’ (onder andere) is voorgeschreven (pagina I-2-7 van het voornoemde dienstvoorschrift):
  • Plaats een leeg patroonmagazijn
  • Span het wapen
  • De slede moet in de achterste stand blijven staan met behulp van de sledepal
  • De sledepal naar beneden drukken en de slede onder geleide naar voren laten gaan
  • De slagpin ontspannen door de trekker over te halen.
niet heeft opgevolgd, hierin bestaande dat hij, verdachte, toen aldaar, in het zitje aan de achterzijde van de LS-Tent-K, nummer 6, op Camp Bulldog,
opzettelijk, althansin ernstige mate nalatig, nadat hij onderhoud aan zijn dienstwapen (pistool Glock 17) had gepleegd en nadat hij zijn dienstwapen (weer) ineen had gezet, (vervolgens) zijn dienstwapen half heeft geladen, zonder dat hij, verdachte, na het ineenzetten van zijn dienstwapen eerst de werking van zijn dienstwapen had gecontroleerd, waarna hij, verdachte, (vervolgens) zijn dienstwapen op de tafel voor hem heeft (terug) gelegd, waarna hij, verdachte, (vervolgens, althans enkele minuten later) (alsnog) ter uitvoering van de controle van de werking van zijn dienstwapen (na het ineenzetten van het dienstwapen) zijn dienstwapen (weer) ter hand heeft genomen, zonder dat hij, verdachte, als gebruiker van het dienstwapen zich (voldoende) had overtuigd van de toestand waarin zijn dienstwapen verkeerde en
/ofzonder dat hij, verdachte, voor het uitvoeren van de controle van de werking eerst de veiligheidsmaatregelen had genomen en
/ofzonder dat verdachte als gebruiker van het dienstwapen, het dienstwapen heeft behandeld alsof het geladen was, omdat uitwendig niet te zien was of het ontladen was, en
/ofzonder dat verdachte bij aanvang van de controle van de werking van het dienstwapen (eerst) het patroonmagazijn met scherpe munitie uit zijn dienstwapen had verwijderd, en
/ofzonder dat verdachte bij aanvang van de controle van de werking van het dienstwapen (eerst) een lege patroonmagazijn had geplaatst, waarbij/waarna er (vervolgens) door hem, verdachte, een schot werd gelost, althans uit dat dienstwapen een schot werd gelost, terwijl daarvan/daardoor
levensgevaarvoor anderen
of een ander, te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte, in de aangrenzende tenten (6, 7 en 8) bevindende [naam 1] en
/of[naam 2] en
/of[naam 3] en
/of[naam 4] en
/of[naam 5] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, nog onbekend gebleven personen,
althansgemeen gevaar
voor die [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] en/of [naam 4] en/of [naam 5] en/of overige in de directe nabijheid van hem, verdachte, nog onbekend gebleven personenen
/ofgemeen gevaar voor goederen te weten de zich in de directe nabijheid van hem, verdachte bevindende aangrenzende tenten en
/ofcamouflagenetten en
/ofT-wall en
/ofkoelkasten en
/ofbanken en
/oftafels en
/ofstoelen en
/ofprullenbakken en
/ofoverige in de directe nabijheid van hem, verdachte, bevindende goederen is ontstaan, althans te duchten is geweest.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
als militair aan zijn schuld te wijten zijn dat hij een dienstvoorschrift niet opvolgt, terwijl daardoor gemeen gevaar voor personen of goederen ontstaat.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot het verrichten van 50 uren werkstraf, te vervangen door 25 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte een vrijwel blanco strafblad heeft, een gedisciplineerd militair is en niet eerder in een dergelijke situatie is beland. De raadsvrouw heeft de militaire kamer verzocht om rekening te houden met het beleid van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst ter zake van de verklaring van geen bezwaar. Daartoe heeft de raadsvrouw verzocht om bij een bewezenverklaring aan verdachte een geldboete van € 750,00 op te leggen, maar in ieder geval een geldboete onder € 1.000,00.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is een getraind militair en was op de hoogte van de voorgeschreven veiligheidsregels en instructies die gelden ten aanzien van de Glock. Verdachte heeft – ondanks zijn ervaring met de Glock – meerdere veiligheidsregels niet opgevolgd waardoor een ongecontroleerd schot in onveilige richting is gelost. Dit schot heeft slechts beperkt schade veroorzaakt, maar er was hierbij wel gemeen gevaar voor personen en goederen te duchten. Dit is een ernstig feit. Immers, de naleving van de veiligheidsvoorschriften is in het belang van andere militairen en zelfs van het functioneren van de krijgsmacht als geheel. Militairen mogen binnen Defensie een veilige werkomgeving verwachten en daar dient iedere individuele militair aan bij te dragen. Daartoe dient elke militair, dus ook verdachte destijds, de veiligheidsvoorschriften grondig na te leven. Van een militair als verdachte mag dan ook verlangd worden dat hij zich te allen tijde aan de veiligheidsregels en instructies houdt.
In het voordeel van verdachte weegt de militaire kamer mee dat verdachte geen relevante justitiële documentatie heeft. Verder neemt de militaire kamer in het voordeel van verdachte in aanmerking dat hij zich steeds bewust getoond heeft van de door hem gemaakte fouten en volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek ter zake.
Gelet op het voorgaande is de militaire kamer, met de officier van justitie, van oordeel dat een taakstraf hier op zijn plaats is. Wel zal de militaire kamer een taakstraf van kortere duur opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd, omdat zij opzet, ook niet in voorwaardelijke zin, niet bewezen acht. Anders dan de verdediging is de militaire kamer van oordeel dat, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit feit is gepleegd, niet kan worden volstaan met een geldboete.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 22 c en 22d van het Wetboek van Strafrecht;
- 137 van het Wetboek van Militair Strafrecht.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot een
taakstrafgedurende
30 (dertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 15 (vijftien) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W.R. Koch (voorzitter), mr. G.W.B. Heijmans, rechter, en Kapitein ter Zee mr. F.E. Venema, militair lid, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 maart 2022.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [naam 7] , eerste luitenant van de Koninklijke Marechaussee, Landelijk Tactisch Commando, Brigade Buitenland Missies, Detachement CBMI/JOCAT Erbil Airbase Irak, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL27QM/21-800004, gesloten op 30 april 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 17.
3.Proces-verbaal van bevindingen plaats delict, p. 49 en 50.
4.Schriftelijk bescheid in de vorm van dienstvoorschrift VS 7-511 druk 3 Pistool Glock 17 JB, p. 89-109.
5.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 18.
6.Proces-verbaal van getuigenverhoor, p. 39 en 40.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 19.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 28 februari 2022.
9.Proces-verbaal onderzoek wapen, p. 44 - 47.
10.Proces-verbaal van getuigenverhoor, p. 25, 29, 32, 34 en 36.
11.Proces-verbaal van bevindingen plaats delict, p. 68, 75 en 86.