Uitspraak
14 september 2021, 16 november 2021, 11 januari 2022 en 22 februari 2022.
1.De inhoud van de tenlastelegging
,heeft toegebracht door (terwijl voornoemde [slachtoffer] op de bank lag te slapen) met een (grote) vaas, althans enig hard en/of glazen voorwerp (met kracht) te slaan op het hoofd van voornoemde [slachtoffer] ;
Uit de omstandigheden dat verdachte op korte afstand van [slachtoffer] stond, de vaas bij het slaan kapot is gegaan en [slachtoffer] meerdere aangezichtsfracturen en een grote hoofdwond heeft opgelopen, leidt de rechtbank af dat verdachte met kracht moet hebben geslagen. Daarbij is op de foto’s te zien dat verdachte een dikke, glazen vaas heeft gebruikt. [slachtoffer] lag nietsvermoedend op de bank te slapen, zodat hij zich niet kon verweren tegen de klap. Naar het oordeel van de rechtbank was de kans op de dood in het onderhavige geval aanmerkelijk, gelet op het voorwerp en de kracht waarmee is geslagen en de plaats op het hoofd waar [slachtoffer] is geraakt (op het voorhoofd, dichtbij de slaap). De rechtbank is van oordeel dat voormelde gang van zaken in redelijkheid geen andere gevolgtrekking toelaat dan dat verdachte, handelend als hiervoor omschreven, welbewust de aanmerkelijke kans in het leven heeft geroepen dat [slachtoffer] daardoor zou komen te overlijden. Door [slachtoffer] vervolgens op deze wijze achter te laten en zelf weg te rennen, heeft verdachte de aanmerkelijke kans op de dood van [slachtoffer] ook bewust aanvaard. De rechtbank kwalificeert het handelen van verdachte dan ook als een poging tot doodslag.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks10 juni 2021 te Nijmegen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, (terwijl voornoemde [slachtoffer] op de bank lag te slapen) met een
(grote)vaas,
althans enig hard en/of glazen voorwerp (met kracht
)heeft geslagen op het hoofd van voornoemde [slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
Verdachte ontkent dat hij last heeft van traumatische gebeurtenissen, maar wil over een deel van deze traumatische gebeurtenissen niet spreken. Om deze reden kan een posttraumatische stressstoornis niet met volledige zekerheid worden uitgesloten.
De psychotische verschijnselen van verdachte werden versterkt door het middelengebruik. Verdachte heeft namelijk bij Van der Meer aangegeven dat hij voorafgaand aan het bewezenverklaarde incident alcohol en amfetamines heeft gebruikt en dat hij ten tijde van het incident onder invloed was. Van der Meer geeft aan dat het gebruik van deze middelen moet worden gezien als een gevolg van de psychotische stoornis van betrokkene. Daarbij zorgt de psychose ervoor dat patiënten met deze stoornis meer geneigd zijn om verdovende middelen te gebruiken. Daarnaast kan ook de medicatie die betrokkene vanwege de psychose moet gebruiken en de bijwerkingen die zij hebben (zoals een versterking van het initiatiefverlies) ervoor zorgen dat er een grotere neiging is om drugs te gaan gebruiken. De beslissing om alcohol en cannabis te gebruiken voorafgaand aan het incident kan daarom niet of in ieder geval niet geheel aan betrokkene worden toegerekend. Verdachte heeft volgens Van der Meer zelf aangegeven dat hij zijn vader heeft geslagen vanuit zijn achterdocht. Daarbij was er geen andere motivatie voor het gedrag dan een psychotische, aangezien er, ook volgens zijn stiefvader, geen conflict of aanleiding was voor de mishandeling.
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
5 december 2021;
16 december 2021;
Bekend is dat personen met een PTSS, en co morbiditeit in de vorm van een onderliggende psychotische stoornis impulsief en gewelddadig kunnen reageren. Door de begeleidende stoornis in het executieve domein (dysexecutief syndroom) in relatie tot middelengebruik wordt het impulsieve gedrag versterkt. Vanuit klinisch perspectief gezien moet het risico op herhaling hoog worden ingeschat, zeker wanneer betrokkene angstig, geïrriteerd en ontstemd is.’
Gedurende onderhavig onderzoek van de reclassering is er sprake van waarneembare gedragsverandering. Daar waar betrokkene in het begin van het onderzoek angstig, nog verward en timide overkomt en de gesprekken inhoudelijk weinig om het lijf hebben wordt hij langzamerhand meer open, oogt hij steviger en hebben de gesprekken meer inhoud. Betrokkene
Aan de voorwaarden voor oplegging van genoemde maatregel is naar het oordeel van de rechtbank voldaan. De reclassering adviseert het opleggen van de maatregel. Verdachte wordt ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 37a Sr. Verdachte lijdt aan een ernstige psychotische stoornis. Verdachte heeft eerder een klinische behandeling bij een Forensisch Psychiatrische Afdeling positief afgerond, maar na afloop bleek hulpverlening in een ambulant kader onvoldoende om het gevaar voor recidive af te wenden. Verdachte stelde zich wisselend coöperatief op en viel terug in middelengebruik. Langdurig toezicht op verdachte, ook na afloop van de tbs-maatregel met voorwaarden, is naar het oordeel van de rechtbank daarom noodzakelijk in het belang van de bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen. De rechtbank zal aan verdachte daarom een gedragsbeïnvloedende en/of vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen.
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De vordering tot tenuitvoerlegging onder parketnummer 05/840852-18
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
ter beschikking wordt gestelden stelt voor de duur van de terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende het gedrag van veroordeelde:
- veroordeelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit;
- veroordeelde werkt mee aan reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in dat verdachte:
- veroordeelde laat zich opnemen en zal verblijven in CTP [naam 1] aan de [adres 2] , of een soortgelijke forensische instelling, zulks te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt zo lang de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de geldende huisregels, afspraken en aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering en het behandelteam een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vinden, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- in het geval van een door de reclassering en behandelaren geïndiceerde crisissituatie, werkt veroordeelde mee aan een tijdelijke terugplaatsing (time-out) in de gesloten unit van een FPA, FPK of een soortgelijke instelling voor de duur van maximaal veertien weken per kalenderjaar;
- veroordeelde verblijft aansluitend aan zijn klinische opname in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. Het verblijf duurt zolang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt/vinden. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- veroordeelde laat zich aansluitend aan zijn klinische behandeling behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt zo lang de reclassering en/of de zorginstelling dat nodig vindt/vinden. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
- veroordeelde gebruikt geen drugs en alcohol en werkt mee aan controle op dit verbod. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn ademonderzoek (blaastest) en urineonderzoek;
- veroordeelde zet zich in voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding. Veroordeelde houdt zich daarbij aan de voorwaarden en regels die hem gesteld worden;
- veroordeelde geeft inzage in zijn financiën en werkt mee aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van betalingsregelingen. Desgewenst werkt veroordeelde mee aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen en/of beschermingsbewind;
- veroordeelde zal zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland begeven.
dadelijk uitvoerbaaris;
heft ophet geschorste bevel tot voorlopige hechtenis;
wijst afde vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige kamer van 24 mei 2019 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.