3.1.Abonnementenland vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. PostNL te veroordelen om de met Abonnementenland gesloten Vaststellingsovereenkomst van 29 mei 2020 - en in het bijzonder artikel 1.3 daarvan - na te komen;
II. PostNL te veroordelen en gebieden om binnen zeven dagen na wijzen van het vonnis
alle bedragen die naar PostNL meent onder de overeenkomst onbetaald zijn gebleven
volledig en deugdelijk te specificeren, waaronder wordt verstaan dat bij elke post
worden verstrekt de voor Abonnementenland noodzakelijke gegevens om deze post te
kunnen identificeren, zoals titelnaam, datum, type dienst, gewicht, aantal/oplage, en
waarbij de Huidige Periodieken zijn verwijderd en de met Abonnementenland
overeengekomen tarieven zijn opgenomen, en/of onder oplegging van één of meer
voorlopige voorzieningen die uw voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te
behoren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.500 voor elke dag dat
PostNL daarmee in gebreke blijft, met een maximum van EUR 250.000, althans een
door uw voorzieningen rechter in goede justitie te betalen bedrag;
III. PostNL te veroordelen en gebieden om binnen veertien dagen na wijzen van het vonnis
het overleg met Abonnementenland te hervatten, waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat afspraken worden gemaakt over de wijze van specificeren van facturen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.500 voor elke dag dat PostNL daarmee in gebreke blijft, met een maximum van EUR 250.000, althans een door uw voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag;
IV. PostNL te verbieden om de dienstverlening jegens Abonnementenland op te schorten uit
hoofde van door PostNL gestelde onbetaalde bedragen, tenzij de verschuldigdheid van
de betreffende onbetaalde bedragen in rechte definitief is komen vast te staan, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.500 voor elke dag dat PostNL daarmee in gebreke blijft, met een maximum van EUR 500.000, althans een door uw voorzieningen rechter in goede justitie te betalen bedrag;
Subsidiair
V. PostNL te veroordelen om aan het onder I, II, en III gevorderde te voldoen en PostNL
te verbieden om dienstverlening jegens Abonnementenland op te schorten uit hoofde
van door PostNL gestelde onbetaalde bedragen, tenzij PostNL aan het onder I, II en III
gevorderde voldoet, op straffe van verbeurte van een dwangsom van EUR 2.500 voor
elke dag dat PostNL daarmee in gebreke blijft, met een maximum van EUR 500.000,
althans een door uw voorzieningenrechter in goede justitie te betalen bedrag;
Zowel primair als subsidiair
VI. PostNL te veroordelen tot vergoeding van de bij Abonnementenland gevallen kosten
van deze procedure aan haar te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het
vonnis en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te
vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf meerbedoelde termijn voor
voldoening, alsmede wegens nakosten.