ECLI:NL:RBGEL:2022:1119
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoekschriftprocedure tot vaststellen loon van de vereffenaar in erfrechtelijke zaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, betreft het een verzoekschriftprocedure in het kader van het erfrecht. De zaak is geregistreerd onder nummer 9529614 EZ VERZ 21-490 mk en de uitspraak is gedaan op 28 februari 2022. De procedure is gestart door de vereffenaar, die optreedt in haar hoedanigheid als sectiehoofd van de Sectie Onbeheerde Nalatenschappen van het Rijksvastgoedbedrijf, met het verzoek om vaststelling van haar loon op basis van artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Tijdens de procedure is er een tussenbeschikking gegeven op 5 januari 2022, waarin de vereffenaar de gelegenheid kreeg om een gespecificeerde urenregistratie van de verrichte werkzaamheden over te leggen en de berekening van het verzochte loon toe te lichten. Echter, de vereffenaar heeft van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt en heeft geen onderbouwing gegeven van de verrichte werkzaamheden, de data waarop deze zijn uitgevoerd, de betrokken personen en de gehanteerde tarieven.
De kantonrechter heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat zonder deze noodzakelijke informatie het verzoek tot vaststelling van het loon niet kan worden beoordeeld. Gezien het ontbreken van de benodigde onderbouwing heeft de kantonrechter besloten het verzoek af te wijzen. De beschikking is openbaar uitgesproken door de kantonrechter M.J.H. Schuurman op de datum van de uitspraak.