Uitspraak
2.De feiten
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 3], geboren op [geboortedatum] in [geboorteplaats] ,
- [kind 4], geboren op 3 [geboortedatum] in [geboorteplaats] .
- drie maal het netto loon dat door degene met de vordering wordt ontvangen in het jaar voorafgaand aan het jaar dat het verzoek tot echtscheiding (…) is ingesteld, als ook;
- drie maal het netto resultaat van zijn of haar B.V. te verlagen met de aanmerkelijk belangclaim van 25% in het jaar voorafgaand aan het jaar dat het verzoek tot echtscheiding (…) is ingesteld. (…).
3.Het verzoek en het verweer
- de echtscheiding uit te spreken,
- het niet-ondertekende ouderschapsplan aan de beschikking te hechten en te bepalen dat de daarin opgenomen zorgregeling, kinderalimentatie en informatieregeling zal gelden,
- het huwelijksvermogensregime af te wikkelen conform haar voorstel.
- eveneens de echtscheiding uit te spreken,
- het verzoek ten aanzien van het ouderschapsplan toe te wijzen, na aanpassing van de vakantieregeling en aanvullende passages over de verdeling van de kosten van de kinderen,
- primairde vrouw te veroordelen tot nakoming van de tussen partijen bereikte overeenstemming,
- subsidiairde wijze van afwikkeling vast te stellen conform zijn voorstel,
- indien het hierboven primair dan wel subsidiair verzochte niet wordt toegewezen te bepalen dat de vrouw met ingang van de datum van ontbinding van het huwelijk met € 45.000 per maand dient bij te dragen in de kosten van zijn levensonderhoud, bij vooruitbetaling te voldoen, voor zover zijn verzoek tot nakoming, dan wel zijn subsidiaire verzoek niet wordt toegewezen,
- de vrouw te veroordelen in de werkelijke kosten van het geding, althans in de werkelijke kosten van rechtsbijstand die de man sedert [datum] 2021 heeft moeten maken en nog gaat maken, begroot op € 11.320 zulks binnen veertien dagen na betekening van de te geven beschikking, te vermeerderen met de wettelijke rente bij niet nakoming hiervan.
4.De beoordeling
de zorgregeling
de informatieregeling
de kosten van de kinderen
.
- Overwaarde huis: we zijn het eens over de voorgestelde berekening. De overwaarde van ruim € 600K wordt door ons beiden gedeeld. We krijgen allebei de helft.
- De schuld aan [naam vrouw] Holding van ruim 771K wordt door ons beiden gedeeld. Mijn deel van ruim 385K betaal ik via een lening aan [naam vrouw] terug. Een deel daarvan zal ik zo mogelijk meteen voldoen. Voor het resterende deel zal ik financiering zoeken. De maximale looptijd is 6 jaar, maar [naam vrouw] vindt het goed als ik zonder boete eerder af kan lossen. De Holding berekent een marktconforme rente. Voorgesteld is 1,55%. Als de lening niet op korte termijn kan worden terugbetaald krijgt [naam vrouw] het recht van een tweede hypotheek.
- [naam vrouw] is akkoord dat ik na uitspreken van de scheiding 3 maanden de tijd krijg om dit financieel te regelen.
- Totdat de lening is afgelost betaal ik maandelijks de rente over het nog openstaande bedrag. Op dit moment betreft dat bedrag nog 50% van de volledige schuld aan de Holding, dus ruim € 385K, maar dat zal na aflossing minder worden. Zie voor de renteberekening hieronder.
- De beleggingsverzekering wordt opgeheven. De huidige waarde is ca 180K. We krijgen daarvan ieder de helft. Als de verzekering is opgeheven maak ik dat bedrag aan [naam vrouw] over.
- De waarde van de Porsche wordt geschat op 30K. [naam vrouw] krijgt de helft daarvan dus 15K.
- De waarde van de inboedel is niet helemaal duidelijk. [naam vrouw] meent dat deze 40K is of meer. Ik denk dat het lager is. We gaan vooralsnog uit van 40K. Dat is net iets hoger dan het gemiddelde van 35K zoals vastgesteld door het CBS. Ik heb een taxatie laten doen waarvan het rapport volgt. Eventueel vraagt [naam vrouw] nog om een tweede taxatie als ze er geen goed gevoel over heeft. Zij heeft van heel veel zaken (…) nog bonnetjes indien die nodig zijn. Als blijkt dat er uit de taxatie(s) een heel andere waarde dan 40K komt verrekenen wij dat.
- Voor de compensatieregeling wordt de berekening van onze accountant [naam accountant] over 2019 aangehouden. De jaarrekeningen zijn eerder naar [naam accountant] verzonden. Ik verzeker dat er uit die berekening geen inkomsten zijn weggelaten of in mijn voordeel zijn opgesteld. [naam accountant] kan dat verklaren. Dat gaat om ca 370K.
- De bedragen voor de Porsche en inboedel kunnen worden opgeteld bij [naam vrouw] deel van de overwaarde. Dit bedrag wordt verrekend met het bedrag van de compensatieregeling.
- Omdat de beleggingsverzekering eruit valt en apart verrekend wordt, zal er vermoedelijk een klein bedrag voor mij overschieten, maar dat moet natuurlijk nog precies worden uitgerekend. Als er voor mij een kleine plus is, breng ik dat graag in mindering op de schuld aan de Holding. Mocht er toch een min zijn, dan komt dat juist bij de lening. We hoeven dan nu niets aan elkaar te betalen (ik wel de schuld aan [naam vrouw] + rente natuurlijk)
- Ik deel het bedrag voor de kinderbijslag met [naam vrouw] . Dat gaat om grofweg 5000K per jaar, hoeveel precies moet ik nazoeken. Los van deze regeling maak ik dat binnenkort aan haar over.
- De rente over de schuld aan de Holding bedraagt 4%. Gerekend vanaf [datum] 2020 t/m [datum] 2021 gaat het nu om 9 maanden. 4% van 771K is ongeveer 31K. We aanvaarden beiden de helft van de schuld en zijn overeengekomen dat ik ook de helft van de rente zal betalen dus 15,5K.
- Ik zie af van alimentatie of aanspraak op de waarde van het bedrijf van [naam vrouw] .
- De omgangsregeling is goed zoals hij nu is. Als ik weer een normaal inkomen heb, draag ik gelijkelijk bij aan de kosten van de kinderen.
- Kinderen kunnen bij [naam vrouw] worden ingeschreven als ze dat wil. Ik meen dat onze dochter [kind 1] inmiddels zelf een inschrijving moet hebben omdat ze 18 is. Die kan zelf kiezen.
- Vakanties hoeven niet allemaal gesplitst te worden. Wel is overleg over hoe en wat altijd prettig.
Het beroep op dwaling slaagt niet
5.De beslissing
- de minderjarige kinderen van partijen verblijven de ene week bij de vrouw en de andere week bij de man,
- de vakanties en feestdagen worden in onderling overleg gedeeld. In de oneven jaren heeft de man de eerste keus met betrekking tot de vakanties in maart, de zomervakantie en de kerstvakantie. De vrouw heeft dan de eerste keus met betrekking tot de herfstvakantie en de meivakantie. In de even jaren heeft de andere ouder de eerste keus;