ECLI:NL:RBGEL:2022:1002

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
C/05/389524 / HA ZA 21-306
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over perceel en recht van koop tussen broers met voorkeursrecht

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee broers over een perceel grond dat in het verleden is verkocht. De eiser, [eis.conv./ged.reconv.], stelt dat er een recht van koop is overeengekomen in de koopovereenkomst van 2001, waardoor hij het recht heeft om het perceel terug te kopen. De gedaagde, [ged.conv./eis.reconv.], betwist dit en stelt dat er enkel een voorkeursrecht is vastgelegd. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiser afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd zijn. De rechtbank oordeelt dat de term 'recht van koop' geen vaste juridische betekenis heeft en dat er geen bewijs is dat een dergelijke afspraak is gemaakt. De rechtbank concludeert dat de eiser niet kan afdwingen dat de gedaagde het perceel aan hem verkoopt, zolang de gedaagde dat niet wenst. In reconventie heeft de gedaagde gevorderd dat de rechtbank vaststelt dat de eiser geen beroep kan doen op een recht van koop, wat door de rechtbank is toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, gezien de familierelatie tussen partijen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/389524 / HA ZA 21-306
Vonnis van 23 februari 2022
in de zaak van
[eis.conv./ged.reconv.],
wonende te [plaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. S.A. van Snippenburg te Nijmegen,
tegen
[ged.conv./eis.reconv.],
wonende te [plaats] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M.A.M. van Rhee te Arnhem.
Partijen zullen hierna, op basis van hun daartoe ter zitting gegeven toestemming en om verwarring te voorkomen, worden aangeduid als [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 15 september 2021
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 15 december 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] zijn broers en wonen beide (met hun gezin) aan dezelfde straat; hun woonhuizen worden gescheiden door één tussenliggende boerderij met bijbehorende landerijen. Aan de zijde van de straat waar partijen wonen bevindt zich ook een perceel weiland, direct grenzend aan het (woon)perceel van [eis.conv./ged.reconv.] . Dit aangrenzende perceel (hierna te noemen “het Perceel”) bestaat uit twee kadastrale percelen, (thans) bekend als [kadastrale gegevens] , nummers 1050 en [nummer 2] .
2.2.
Het Perceel was voorheen eigendom van [eis.conv./ged.reconv.] en maakte deel uit van het perceel waarop zijn woonhuis staat. Toen [eis.conv./ged.reconv.] in 2001 zijn huidige woning met bijbehorende grond kocht heeft hij bij overeenkomst van 31 december 2001 (hierna: de Koopovereenkomst) het Perceel verkocht aan [ged.conv./eis.reconv.] . In de schriftelijke Koopovereenkomst, die in opdracht van [eis.conv./ged.reconv.] is opgesteld door een makelaar, staat onder meer het volgende:
“Artikel 18
Partijen vestigen hierbij het voorkeursrecht van koop ten gunste van verkoper indien koper het onderhavige wil verkopen.
Verkoper heeft op verzoek het recht van koop vanaf 1 januari 2009 t/m 1 januari 2024.
Beide rechten genoemd in a. en b. komen op 2 januari 2024 te vervallen.”
2.3.
Het Perceel is bij notariële akte van 1 maart 2002 door [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] geleverd. In die leveringsakte staat onder meer het volgende:
VERBOD TOT VERKOOP/VOORKEURSRECHT VAN VERKOOP:
Verbod tot verkoop:
Het is koperniettoegestaan, anders dan gedwongen vanwege een ophanden zijnde openbare verkoop door schuldeiser(s), het verkochte of een deel daarvan te verkopen voor één januari tweeduizend negen.
Voorkeursrecht van koop:
Indien kopernadienhet verkochte, of een deel daarvan, wenst te verkopen en over te dragen, is hij verplicht dit eerst te koop aan te bieden aan verkoper onder de volgende voorwaarden en bedingen:
[…]
4. Indien verkoper aan koper te kennen heeft gegeven gebruik te willen maken van zijn voorkeursrecht van koop, zal de waarde worden vastgesteld in onderling overleg of, bij ontbreken van overeenstemming daaromtrent, bindend door een door de kantonrechter aan te wijzen waardedeskundige.
5. Binnen vier werken na waardevaststelling dient verkoper het verkochte in juridische eigendom te aanvaarden, onder gelijktijdige betaling van de koopsom.
6. Het voorkeursrecht van koop zoals hiervoor bedoeld eindigt op twee januari tweeduizendvierentwintig.
[…]
KOOPOVEREENKOMST
Voor zover daarvan in deze akte niet is afgeweken, blijft tussen partijen gelden hetgeen in de koopovereenkomst en ook overigens tussen hen is overeengekomen.”
In de leveringsakte komen geen bepalingen voor waarin een “recht van koop” (anders dan het hiervoor genoemde voorkeursrecht) wordt genoemd.
2.4.
Om te komen en te gaan vanaf de weg naar het Perceel moet [ged.conv./eis.reconv.] gebruikmaken van een pad dat langs de tuin van [eis.conv./ged.reconv.] loopt en dat (deels) op diens grond gelegen is. Over het gebruik van dat pad is in het verleden onenigheid ontstaan tussen partijen. Partijen hebben over het gebruik van dat pad onder meer een kort geding gevoerd; bij vonnis van 21 augustus 2019 is [eis.conv./ged.reconv.] (met zijn echtgenote) veroordeeld tot (kort gezegd) het vrijhouden van het pad van obstakels, zodat [ged.conv./eis.reconv.] daarover onbelemmerd naar het Perceel kan komen en gaan. Na het bovengenoemde kort geding is de onenigheid tussen partijen over het gebruik van het pad en het Perceel en de vijandigheid tussen hen niet (blijvend) geluwd, maar juist verhard. Bemiddelingspogingen van derden hebben geen resultaat gehad.
2.5.
Bij brief van zijn advocaat van 19 februari 2021 heeft [eis.conv./ged.reconv.] aan [ged.conv./eis.reconv.] meegedeeld dat hij aanspraak maakt op verkoop en levering van het Perceel aan hem, tegen een koopprijs op basis van de reële economische waarde van het Perceel, zo nodig vast te stellen door een onafhankelijk waardedeskundige. [eis.conv./ged.reconv.] beroept zich daarbij op artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst. In die brief wordt [ged.conv./eis.reconv.] verzocht het “recht van koop” te erkennen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft het door [eis.conv./ged.reconv.] gestelde recht van koop niet erkend. Hij heeft [eis.conv./ged.reconv.] laten weten dat hij niet voornemens is het Perceel te verkopen en (dus ook) niet bereid is tot verkoop aan [eis.conv./ged.reconv.] .
2.6.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft conservatoir beslag tot levering laten leggen op het perceel.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eis.conv./ged.reconv.] vordert, samengevat, dat de rechtbank bij zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren tussenvonnis:
I. zal verklaren voor recht dat tussen [eis.conv./ged.reconv.] en [ged.conv./eis.reconv.] uit hoofde van artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst een recht van koop bestaat ten gunste van [eis.conv./ged.reconv.] ;
II. zal verklaren voor recht dat als gevolg van het inroepen van dat recht van koop door [eis.conv./ged.reconv.] , [ged.conv./eis.reconv.] jegens hem verplicht is om mee te werken aan de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot het Perceel;
III. een deskundige zal benoemen die bepaalt wat de gangbare marktwaarde van het Perceel was op 19 februari 2021, althans 20 februari 2021, althans een door de rechtbank te bepalen latere datum en
IV. de koopprijs, die [eis.conv./ged.reconv.] bij levering van het Perceel aan [ged.conv./eis.reconv.] dient te voldoen, zal vaststellen op basis van de hiervoor onder III. bedoelde waarde,
en bij eveneens zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te verklaren eindvonnis:
V. zal bevelen dat [ged.conv./eis.reconv.] , binnen bekwame tijd en uiterlijk binnen 30 dagen na betekening van het (eind)vonnis, meewerkt aan de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot het Perceel;
VI. zal bepalen dat [ged.conv./eis.reconv.] , indien hij niet (tijdig) voldoet aan het onder V. bedoelde bevel, ten gunste van [eis.conv./ged.reconv.] een dwangsom verbeurt;
VII. [ged.conv./eis.reconv.] zal veroordelen tot levering van het Perceel aan [eis.conv./ged.reconv.] en zal bepalen dat indien die levering niet binnen dertig dagen na betekening van het vonnis plaatsvindt, het vonnis per de datum van afloop van die termijn van dertig dagen dezelfde kracht heeft als een notariële akte van levering en daarvoor in de plaats treedt;
VIII. [ged.conv./eis.reconv.] zal veroordelen in de proceskosten, waaronder de kosten van de te benoemen deskundige en de beslagkosten en nakosten.
3.2.
[ged.conv./eis.reconv.] voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. zal vaststellen en/of verklaren voor recht dat aan [eis.conv./ged.reconv.] geen (beroep op een) recht van koop toekomt ten aanzien van het Perceel;
II. artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst zal vernietigen, met instandhouding van de rest van de Koopovereenkomst;
III. [eis.conv./ged.reconv.] zal veroordelen om het ten laste van [ged.conv./eis.reconv.] gelegde conservatoire beslag binnen twee dagen na het wijzen van het vonnis op te heffen, op straffe van verbeurte door [eis.conv./ged.reconv.] van een dwangsom van € 1.000,-- per dag tot een maximum van € 30.000,--,
met veroordeling van [eis.conv./ged.reconv.] in de proceskosten (inclusief kosten deskundige) en nakosten vermeerderd met rente.
3.5.
[eis.conv./ged.reconv.] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
De vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] zullen worden afgewezen. De rechtbank komt tot die beslissing op grond van het volgende.
4.2.
[eis.conv./ged.reconv.] heeft aan zijn vorderingen ten grondslag gelegd dat tussen hem en [ged.conv./eis.reconv.] een “recht van koop” is overeengekomen, in die zin dat [ged.conv./eis.reconv.] verplicht is het Perceel aan hem te verkopen zodra hij zich op dat recht van koop beroept. Volgens [eis.conv./ged.reconv.] is het inroepen van het recht van koop een eenzijdige rechtshandeling die ertoe leidt dat daarmee voor hem jegens [ged.conv./eis.reconv.] een aanspraak is ontstaan tot verkoop en levering van het perceel tegen een nader te bepalen koopprijs. Zodra die koopprijs over en weer bepaald is, zal er overeenstemming zijn over de essentialia van een koopovereenkomst, aldus [eis.conv./ged.reconv.] . Partijen zijn niets overeengekomen over de manier waarop de in dat geval door [eis.conv./ged.reconv.] te betalen koopprijs tot stand komt. [eis.conv./ged.reconv.] stelt dat het daarom op grond van de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid voor de hand ligt om datgene wat partijen volgens de leveringsakte hebben afgesproken over de bepaling van de koopprijs in geval van inroeping van het voorkeursrecht, ook toe te passen bij zijn beroep op het recht van koop. Dat komt neer op bindende vaststelling van de koopprijs door een door de rechter aan te wijzen waardedeskundige.
4.3.
[ged.conv./eis.reconv.] heeft gemotiveerd betwist dat een afspraak als door [eis.conv./ged.reconv.] bedoeld is gemaakt. Volgens hem zijn partijen geen recht van koop (als door [eis.conv./ged.reconv.] bedoeld) overeengekomen, maar alleen een voorkeursrecht zoals dat is vastgelegd in artikel 18 onder a van de Koopovereenkomst en in de akte van levering. Over een recht van koop zoals door [eis.conv./ged.reconv.] bedoeld is volgens [ged.conv./eis.reconv.] destijds, voor het sluiten van de koopovereenkomst, niet eens gesproken, laat staan onderhandeld, en hij zou daarmee hoe dan ook niet akkoord zijn gegaan. Hij kan niet goed lezen en schrijven en heeft bij het ondertekenen van de schriftelijke koopovereenkomst vertrouwd op [eis.conv./ged.reconv.] . Als het in artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst bepaalde de door [eis.conv./ged.reconv.] gestelde betekenis heeft is dat volgens hem niet tussen partijen overeengekomen. [ged.conv./eis.reconv.] heeft er (subsidiair) verder op gewezen dat de in de akte van levering vastgelegde afspraken (wat betreft het tot 1 januari 2009 geldende verbod tot verkoop en de randvoorwaarden en ingangsdatum van het voorkeursrecht) afwijken van de inhoud van de Koopovereenkomst. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat de door [eis.conv./ged.reconv.] gestelde afspraken uit de Koopovereenkomst (waaronder die in artikel 18 onder b waarop [eis.conv./ged.reconv.] zich nu beroept) daarom zijn vervangen door de afspraken als vastgelegd in de leveringsakte, en dus niet meer van toepassing zijn. Verder heeft [ged.conv./eis.reconv.] gesteld dat sprake is van dwaling, bedrog en/of misbruik van omstandigheden bij het totstandkomen van de Koopovereenkomst.
4.4.
De rechtbank is van oordeel dat [eis.conv./ged.reconv.] , mede in het licht van de gemotiveerde betwisting door [ged.conv./eis.reconv.] , onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat tussen hem en [ged.conv./eis.reconv.] een “recht van koop” is overeengekomen dat als rechtsgevolg heeft dat [ged.conv./eis.reconv.] , na het inroepen van dat recht, verplicht is het Perceel aan hem te verkopen tegen een door een deskundige bindend vast te stellen prijs.
4.5.
Daarbij is in de eerste plaats van belang dat de term “recht van koop” geen vaste, juridische betekenis heeft. Gesteld noch gebleken is dat door [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] een koopoptie is verleend, in de zin van een volledig en onherroepelijk aanbod waardoor, na aanvaarding daarvan door [ged.conv./eis.reconv.] , een overeenkomst tot verkoop van het Perceel door [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] tot stand komt. Dat geen sprake is van een koopoptie in die zin is door [eis.conv./ged.reconv.] ook onderkend, zo blijkt uit zijn hiervoor onder 4.2. weergegeven standpunt.
4.6.
Er is dus geen sprake van een koopoptie. De vraag is hoe het (gestelde) recht van koop in artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst, als al zou komen vast te staan dat dat daadwerkelijk is overeengekomen, dan wel moet worden uitgelegd. Bij de beantwoording van deze vraag komt het aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de inhoud van de Koopovereenkomst mochten toekennen en hetgeen zij wat dat betreft redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Kijkend naar de tekst van artikel 18 onder b Koopovereenkomst zou eventueel sprake kunnen zijn van een uitnodiging door [ged.conv./eis.reconv.] aan [eis.conv./ged.reconv.] om in onderhandeling te treden over verkoop van het Perceel, of een uitnodiging aan [eis.conv./ged.reconv.] om een aanbod te doen. Dat is echter geen van beide wat door [eis.conv./ged.reconv.] in het kader van deze procedure is betoogd. Noch een aanbod om in onderhandeling te treden, noch een uitnodiging om een aanbod te doen zouden ook kunnen leiden tot het door [eis.conv./ged.reconv.] aan zijn vorderingen ten grondslag gelegde rechtsgevolg, namelijk dat [ged.conv./eis.reconv.] , na het enkele beroep op artikel 18 onder b Koopovereenkomst en het vaststellen van de koopprijs door de rechter op basis van een deskundigenrapport, zonder meer verplicht is om het Perceel voor die prijs aan hem te verkopen.
4.7.
Dat tussen partijen een andersoortige afspraak is gemaakt, die dat door [eis.conv./ged.reconv.] gewenste rechtsgevolg wel kan hebben op het moment dat hij zich op de afspraak beroept, is door [eis.conv./ged.reconv.] onvoldoende duidelijk gemaakt, laat staan feitelijk onderbouwd. Dat wordt nog onderstreept door het feit dat [eis.conv./ged.reconv.] ter zitting geen duidelijk antwoord heeft kunnen geven op de vraag van de rechtbank wat partijen volgens hem precies voor ogen hadden wat betreft het tot stand komen van een overeenkomst en het bepalen van de koopprijs, toen zij de gestelde afspraak over het recht van koop maakten. Volgens hem wilde hij afspreken dat hij het Perceel weer terug kon kopen, maar hoe en onder welke voorwaarden is niet duidelijk geworden. De rechtbank heeft [eis.conv./ged.reconv.] ook gevraagd hoe het komt dat voor het (minder ingrijpende) voorkeursrecht van alles is geregeld in de leveringsakte en voor het gestelde recht van koop niets. [eis.conv./ged.reconv.] heeft daarop geantwoord dat hij geen verstand heeft van die dingen en zich daar toen niet mee bezig heeft gehouden.
4.8.
De rechtbank kan gelet op het voorgaande niet anders dan concluderen dat, áls partijen bij het aangaan van de Koopovereenkomst al zouden hebben gesproken over een “recht van koop” naast het voorkeursrecht (hetgeen [ged.conv./eis.reconv.] betwist), niet duidelijk was, en is, wat dat recht precies inhield en hoe het resultaat dat [eis.conv./ged.reconv.] stelt voor ogen te hebben gehad (namelijk dat het Perceel weer van hem zou worden als hij dat wilde terugkopen) zou worden bereikt. In dit opzicht zijn de stellingen van [eis.conv./ged.reconv.] , in het licht van de gemotiveerde betwisting door [ged.conv./eis.reconv.] , onvoldoende onderbouwd. Dat betekent dat de rechtbank niet toekomt aan het opdragen van bewijs aan [eis.conv./ged.reconv.] wat betreft het bestaan van de gestelde afspraak.
4.9.
De hiervoor in rechtsoverweging 3.1. onder II. geformuleerde vordering en de daarop volgende vorderingen zijn gelet op hetgeen hiervoor is overwogen niet toewijsbaar en moeten dus worden afgewezen. Ook de onder I. gevorderde verklaring voor recht moet worden afgewezen omdat, zoals hiervoor is overwogen, door [eis.conv./ged.reconv.] onvoldoende onderbouwd is gesteld dat een “recht van koop” in de door hem bedoelde zin is overeengekomen.
4.10.
Wat betreft de gevorderde proceskosten ziet de rechtbank, gelet op de tussen partijen bestaande familierelatie, aanleiding om de kosten van deze procedure tussen partijen te compenseren, in die zin dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
in reconventie
4.11.
[ged.conv./eis.reconv.] vordert in reconventie in de eerste plaats dat de rechtbank zal vaststellen en/of verklaren voor recht dat aan [eis.conv./ged.reconv.] geen (beroep op een) recht van koop toekomt ten aanzien van het Perceel. Dat roept allereerst de vraag op wat [ged.conv./eis.reconv.] in dit verband bedoelt met een “recht van koop”, zeker omdat er in de Koopovereenkomst (ook) sprake is van een voorkeursrecht en in de leveringsakte van een “voorkeursrecht van verkoop”. Uit de door [ged.conv./eis.reconv.] ingenomen stellingen en zijn ter zitting gegeven toelichting is de rechtbank duidelijk geworden dat hij, bij zijn eis in reconventie, doelt op een “recht van koop” met het door [eis.conv./ged.reconv.] gestelde rechtsgevolg dat hij verplicht is het Perceel aan [eis.conv./ged.reconv.] te verkopen wanneer [eis.conv./ged.reconv.] zich op dat recht beroept, ongeacht of [ged.conv./eis.reconv.] voornemens of bereid is het Perceel überhaupt te verkopen.
4.12.
Uit de beslissing in conventie volgt dat, ongeacht of het bepaalde in artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst tussen partijen is overeengekomen, [eis.conv./ged.reconv.] in ieder geval niet zal kunnen afdwingen dat [ged.conv./eis.reconv.] het Perceel aan hem verkoopt zo lang die het niet wenst te verkopen. Daarom kan de vordering tot een verklaring voor recht dat [eis.conv./ged.reconv.] geen beroep op een dergelijk recht van koop toekomt worden toegewezen. De rechtbank zal daarbij in de beslissing preciseren dat het gaat om een recht van koop met de hiervoor beschreven betekenis.
4.13.
De vordering (onder II.) in reconventie dat de rechtbank artikel 18 onder b van de Koopovereenkomst zal vernietigen is niet toewijsbaar, alleen al omdat [ged.conv./eis.reconv.] daarbij geen voldoende belang heeft. Zoals hiervoor is overwogen kan [eis.conv./ged.reconv.] op grond van het bepaalde in artikel 18 onder b Koopovereenkomst niet afdwingen dat [ged.conv./eis.reconv.] het Perceel tegen zijn zin aan hem verkoopt. [ged.conv./eis.reconv.] heeft niet duidelijk gemaakt welk belang hij in dat geval (nog) heeft bij zijn vordering onder II., en de rechtbank ziet ook niet in wat dat belang zou kunnen zijn. De vordering in reconventie onder II. zal dan ook worden afgewezen.
4.14.
Wat betreft de vordering tot een bevel tot opheffing van het door [eis.conv./ged.reconv.] op het Perceel gelegde beslag overweegt de rechtbank als volgt. Hiervoor is al overwogen dat de vorderingen in conventie zullen worden afgewezen. Partijen zijn het erover eens dat in dat geval het beslag tot levering van het Perceel ten onrechte gelegd is. [eis.conv./ged.reconv.] heeft zich wel verzet tegen de uitvoerbaar bij voorraadverklaring van een eventuele veroordeling tot opheffing van het beslag, met het argument dat hij er belang bij heeft dat het beslag gedurende de behandeling van een eventueel door hem in te stellen hoger beroep tegen het vonnis in conventie gehandhaafd blijft en dat [ged.conv./eis.reconv.] daarentegen niet heeft gesteld dat, en zo ja welk, belang hij heeft bij uitvoerbaar bij voorraadverklaring van het vonnis op dit punt. [ged.conv./eis.reconv.] heeft onder meer aangevoerd dat [eis.conv./ged.reconv.] geen belang heeft bij het beslag, omdat hij het Perceel toch niet kan verkopen aan een derde gelet op het voorkeursrecht van [eis.conv./ged.reconv.] , dat [ged.conv./eis.reconv.] in tegenstelling tot het “recht van koop” wél erkent. Daar is door [eis.conv./ged.reconv.] tegenin gebracht dat hij niet durft te vertrouwen op de nakoming van de afspraak inzake het voorkeursrecht door [ged.conv./eis.reconv.] , gelet op de strijdbare verhouding tussen partijen. Ten aanzien van zijn eigen belang bij een veroordeling tot opheffing van het beslag voordat een einduitspraak over dit geschil in kracht van gewijsde is gegaan heeft [ged.conv./eis.reconv.] niets aangevoerd; hij heeft ter zitting, op vragen van de rechtbank, daarentegen juist verklaard dat hij niet echt iets merkt van het beslag en daar ook geen last van heeft in verband met het regelen van enige financiering. De rechtbank maakt hieruit op dat [ged.conv./eis.reconv.] , op dit moment, geen last ondervindt van het beslag en er dus geen belang bij heeft dat het beslag al wordt opgeheven vooruitlopend op een eventueel hoger beroep of het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis in conventie. Op grond van artikel 704 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering vervalt het beslag van rechtswege zodra de afwijzing van de eis (van [eis.conv./ged.reconv.] in conventie) in kracht van gewijsde gaat. Een veroordeling tot opheffing van het beslag die niet uitvoerbaar bij voorraad is heeft daarom geen zin. De vordering van [ged.conv./eis.reconv.] met betrekking tot opheffing van het beslag zal dan ook worden afgewezen.
4.15.
De rechtbank ziet, gelet op de familierelatie tussen partijen, ook in reconventie aanleiding om de proceskosten tussen hen te compenseren.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van [eis.conv./ged.reconv.] af;
5.2.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
in reconventie
5.3.
verklaart voor recht dat aan [eis.conv./ged.reconv.] geen beroep op een recht van koop toekomt ten aanzien van het Perceel, in die zin dat [ged.conv./eis.reconv.] op basis van de tussen partijen bestaande overeenkomst niet verplicht kan worden het Perceel aan [eis.conv./ged.reconv.] te verkopen indien hij het Perceel niet (aan enige partij) wenst te verkopen;
5.4.
compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Boerwinkel, bijgestaan door mr. W.H.C. van Bochove, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2022.