Uitspraak
11 januari 2021.
1.De inhoud van de tenlastelegging
indicatiefwegen van de aangetroffen verdovende middelen. Hieruit blijkt dat er 25 sealbags met daarin 4 bruine blokken zijn aangetroffen met een totaalgewicht van 10,624 kg. Daarnaast zijn er 10 sealbags aangetroffen met daarin twee bruine blokken met een totaal gewicht van 2,2 kg. In het proces-verbaal verdovende middelen staat vermeld dat het totaalgewicht van deze sealbags met daarin bruine blokken tezamen netto,
exclusief verpakking, 11,821 kilogram is. Deze blokken zijn positief getest op cannabis.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks20 augustus 2020 in de gemeente Voorst,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 932,50 gram cocaïne en
/of
/of
of omstreeks20 augustus 2020 in de gemeente Voorst,
in ieder geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,opzettelijk heeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of verstrekt en/ofvervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
/of
/of
of omstreeks20 augustus 2020 in de gemeente Voorst,
in ieder geval in Nederland,
of meerander
en,
althans alleen,opzettelijk buiten het
of omstreeks20 augustus 2020 in de gemeente Voorst
, in ieder geval in Nederland,
of meerander
en,
althans alleenopzettelijk heeft
geteeld en/of
, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
30 (dertig) maanden;
10 (tien) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
drie jarenniet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
mr. Y. Yeniay-Cenik, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.S. Verhagen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 januari 2021.