Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- het stam-procesverbaal, p. 6 (onder punt 7. en 8.), p. 6;
- het proces-verbaal van onderzoek wapen, p. 249-250;
- de verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van 3 februari 2021.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks15 april 2019, te Wadenoijen, gemeente Tiel,
in ieder geval in Nederland,
(met kracht
)met
een mes, althanseen scherp
/puntigvoorwerp,
)
/of deborststreek en
/ofde
(boven
)arm en
/ofde hand
en/althans in het lichaam
gestoken en/ofgesneden,
in of omstreeks de periode van 15 april 2019 tot en metop 23 april 2019, te Gameren,
in ieder
, revolver en/of pistoolvoorhanden heeft gehad;
in of omstreeks de periode van 15 april 2019 tot en metop 23 april 2019, te Gameren,
in ieder
vervaardigd ofgewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was
en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
in of omstreeks de periode van 15 april 2019 tot en metop 23 april 2019, te Gameren,
in ieder
vervaardigd ofgewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was
en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van het beslag
9.De beoordeling van de civiele vordering
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
heft opde schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis;
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
schadevergoedingaan de
benadeelde partij [benadeelde], van een bedrag van
€ 21.147,66, vermeerderd met de wettelijke rente over € 15.000,- vanaf 15 april 2019 en over € 6.147,66 vanaf 25 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 1.656,04;
€ 21.147,66, vermeerderd met de wettelijke rente over € 15.000,- vanaf 15 april 2019 en over € 6.147,66 vanaf 25 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal van de hoofdsom 140 dagen gijzeling zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;