ECLI:NL:RBGEL:2021:7344
Rechtbank Gelderland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake vordering tot uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling na veroordeling wegens moord, verkrachting en doodslag
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 20 augustus 2021, wordt een vordering tot uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling behandeld. De veroordeelde, die in 2008 is aangehouden voor ernstige delicten waaronder moord en verkrachting, zou op 26 juli 2021 voorwaardelijk in vrijheid worden gesteld. De officier van justitie heeft echter verzocht om uitstel van 1.095 dagen, onderbouwd door vermoedens van psychische stoornissen bij de veroordeelde, die weigert mee te werken aan een gedegen gedragskundig onderzoek. De rechtbank oordeelt dat nader onderzoek noodzakelijk is om het recidiverisico te kunnen inschatten. De rechtbank wijst op de noodzaak van een onafhankelijk onderzoek door het NIFP, dat in de penitentiaire inrichting waar de veroordeelde verblijft zal plaatsvinden. De rechtbank heropent het onderzoek en schorst de zaak voor onbepaalde tijd, met de opdracht om deskundigen te benoemen die de persoonlijkheid van de veroordeelde zullen onderzoeken. De beslissing om de vordering tot uitstel te honoreren of af te wijzen zal pas na dit onderzoek worden genomen.