In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, is er een geschil ontstaan tussen de eisende partij en de gedaagde partij over schade aan een motor na spuitwerkzaamheden. De eisende partij, eigenaar van een Honda CRF1000L Africa Twin, had de gedaagde partij, die een eenmanszaak runt, benaderd voor het uitvoeren van spuitwerkzaamheden aan de motor. De communicatie tussen partijen vond plaats via WhatsApp, waarbij de gedaagde partij een bedrag van € 200,- voor de werkzaamheden en transport vroeg. De eisende partij vorderde later een schadevergoeding van € 2.302,83, omdat er schade aan de motor zou zijn ontstaan tijdens het verblijf bij de gedaagde partij.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst tot aanneming van werk tot stand is gekomen en niet enkel een vriendendienst. De gedaagde partij betwistte de aansprakelijkheid en stelde dat de schade niet door zijn toedoen was ontstaan. De rechtbank oordeelde dat de eisende partij niet voldoende bewijs had geleverd dat de schade tijdens het verblijf bij de gedaagde partij was ontstaan. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde partij niet in gebreke was gebleven in zijn zorgplicht en wees de vordering van de eisende partij af. Tevens werd de eisende partij veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde partij.
De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral bij geschillen over schade en aansprakelijkheid. De rechtbank heeft de vordering van de eisende partij afgewezen en de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard.