ECLI:NL:RBGEL:2021:7324

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 augustus 2021
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
9332208
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenbeschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenbeschikking in verzoekschriftprocedure tot vaststellen loon van de vereffenaar in erfrechtzaak

In deze tussenbeschikking van de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, wordt een verzoek behandeld van Uw Vereffenaar B.V., die als vereffenaar is benoemd van de nalatenschap van een overleden persoon. De vereffenaar heeft verzocht om vaststelling van haar loon op € 16.758,97 inclusief btw, op basis van de door haar overgelegde gespecificeerde tijdsregistratie. De rechtbank heeft eerder op 16 april 2020 de vereffenaar benoemd en de nalatenschap bevatte onder andere een woning die inmiddels is verkocht.

De kantonrechter overweegt dat op grond van artikel 4:206 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de vereffenaar recht heeft op loon dat vóór het opmaken van de uitdelingslijst door de kantonrechter wordt vastgesteld. De rechtbank wijst op de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling, die als basis dienen voor de berekening van het loon. De vereffenaar heeft echter niet voldoende onderbouwd waarom de gehanteerde ervaringsfactoren voor de werkzaamheden van haar medewerkers juist zijn, wat leidt tot de noodzaak voor nadere toelichting.

De kantonrechter heeft de vereffenaar in de gelegenheid gesteld om uiterlijk 3 september 2021 schriftelijk te reageren op de overwegingen met betrekking tot de ervaringsfactoren. Totdat deze toelichting is gegeven, houdt de rechtbank iedere beslissing aan. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 13 augustus 2021.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Team bewind en erfrecht
Zittingsplaats Zutphen
zaakgegevens 9332208 \ EZ VERZ 21-322 \ mk
uitspraak van 13 augustus 2021
tussenbeschikking
in de zaak van
Uw Vereffenaar B.V.in haar hoedanigheid van vereffenaar van de nalatenschap van [erflater] , vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger vereffenaar]
kantoorhoudende te Nieuw-Lekkerland
verzoekende partij
procederend in persoon

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift van 6 juli 2021 met bijlagen.

2.2. De feiten

2.1.
Op [datum] 2019 is te [plaats] overleden [erflater] , geboren te [plaats] op [datum] 1947 (hierna: erflater). De laatste woonplaats van erflaterwas [plaats] .
2.2.
Bij beschikking van 16 april 2020 heeft de rechtbank Gelderland de besloten vennootschap Uw Vereffenaar B.V. benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater.

3.3. Het verzoek

3.1.
De vereffenaar verzoekt de kantonrechter op grond van artikel 4:206 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW) haar loon vast te stellen op een bedrag van € 16.758,97 inclusief btw overeenkomstig de door haar overgelegde gespecificeerde tijdsregistratie.
3.2.
Aan het verzoek heeft verzoekster het volgende ten grondslag gelegd. De nalatenschap bevatte een woning aan de [adres] . Deze woning is verkocht en geleverd. De aangiftes erfbelasting zijn verzorgd en voldaan. De nalatenschap is voldoende om alle vorderingen te voldoen. De vereffening zal eindigen met een overschot. Alle werkzaamheden in de vereffening zijn afgerond.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van artikel 4:206 lid 3 BW heeft een door de rechter benoemde vereffenaar recht op het loon dat door de kantonrechter vóór het opmaken van de uitdelingslijst wordt vastgesteld. Voor de berekening van het loon wordt aangesloten bij de Recofa-richtlijnen voor faillissementen en surseances van betaling 2019 (hierna: de Recofa-richtlijnen).
4.2.
Uit de door de vereffenaar overgelegde gespecificeerde tijdsregistratie valt af te leiden op welke datum de werkzaamheden zijn verricht, welk soort werkzaamheden zijn verricht en de kwalificatie van de personen die deze werkzaamheden hebben verricht.
4.3.
De toepassing van de ervaringsfactoren voor de werkzaamheden die zijn verricht door [vertegenwoordiger vereffenaar] en mr. [zaakbehandelaar bij de vereffenaar] is daarentegen niet begrijpelijk. De vereffenaar geeft aan dat [vertegenwoordiger vereffenaar] sinds 2013 werkzaam is als WSNP Bewindvoerder en faillissementsmedewerker en sinds 2015 eveneens wordt benoemd tot curator in faillissementen van natuurlijke personen. De kantonrechter overweegt derhalve dat op grond van artikel 6.4 lid d van de Recofa-richtlijnen ervaringsfactor 0,5 van toepassing is. De vereffenaar heeft voor de werkzaamheden die door [vertegenwoordiger vereffenaar] zijn verricht ervaringsfactor 1,1 toegepast, maar niet toegelicht op basis waarvan de ervaring van
gelijk kan worden gesteld aan de ervaring van een advocaat met drie tot vijf jaar ervaring.
4.4.
De vereffenaar geeft ten aanzien van mr. [zaakbehandelaar bij de vereffenaar] aan dat zij sinds eind 2020 werkzaam is als zaakbehandelaar bij Uw Vereffenaar. De vereffenaar heeft voor de werkzaamheden verricht door mr. [zaakbehandelaar bij de vereffenaar] ervaringsfactor 0,8 toegepast vanwege haar opleiding en ervaring. De vereffenaar onderbouwt echter niet waaruit deze opleiding en ervaring bestaat, zodat de kantonrechter niet kan beoordelen of de juiste ervaringsfactor wordt toegepast.
4.5.
Zonder nadere toelichting is voor de kantonrechter niet inzichtelijk waarom voornoemde medewerkers voor deze tarieven in aanmerking komen. Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter de vereffenaar in de gelegenheid stellen schriftelijk toe te lichten waarom de ervaringsfactoren die horen bij advocaten en notarissen in rekening zijn gebracht, dan wel de gehanteerde ervaringsfactoren aan te passen in overeenstemming met de Recofa-richtlijnen.

5.De beslissing

De kantonrechter,
5.1.
stelt verzoekster in de gelegenheid uiterlijk 3 september 2021 schriftelijk te reageren op hetgeen is overwogen in r.o. 4.3-4.5 van deze beschikking;
5.2. houdt iedere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. M.J.H. Schuurman en in het openbaar uitgesproken op 13 augustus 2021.